Beleidsindicatoren Emancipatie 2024
Het ministerie van OCW geeft in haar begroting en verantwoording inzicht in de voortgang van de beleidsprioriteiten met beleidsindicatoren. De indeling hiervan correspondeert met de thematische indeling van de Strategische Evaluatie Agenda (SEA).
Op deze pagina vindt u voor de OCW begroting van 2024 de beleidsindicatoren voor Emancipatie voor de thema's:
Per thema is een onderverdeling te maken in hoofd- en subdoelen en bijbehorende beleidindicatoren daarbij.
Thema: Gezonde arbeidsmarkt
Subdoel: Arbeidsparticipatie
- Netto arbeidsparticipatie
- Netto arbeidsparticipatie van vrouwen met thuiswonende kinderen
- Economische zelfstandigheid en financiële onafhankelijkheid naar geslacht
- Economische zelfstandigheid en financiële onafhankelijkheid naar geslacht en onderwijsniveau
Subdoel: Arbeidsduur
De wekelijkse arbeidsduur verschilt tussen mannen en vrouwen. Mannen werken meestal voltijds (dat wil zeggen minstens 35 uur per week), en vrouwen meestal deeltijds. Ook op elk onderwijsniveau is er verschil.
Mannen hebben langere werkweken dan vrouwen, maar niet in elke herkomstgroep is het verschil even groot.
Met de komst van kinderen passen kersverse ouders meestal hun werkweek aan. Vooral de economische positie van vrouwen verandert hierdoor.
Deeltijdwerkers worden gezien als belangrijk arbeidspotentieel om bijvoorbeeld personeelstekorten te verminderen. Hoeveel mensen met een deeltijdbaan willen hun werkweek uitbreiden?
Subdoel: Onderwijs- en beroepssegregatie
Mannen die een mbo-opleiding starten kiezen veel vaker voor een bètatechnische opleiding dan vrouwen. Hoe groot het verschil tussen vrouwen en mannen precies is, verschilt weer per mbo-niveau.
Technisch opgeleiden komen niet altijd in technische beroepen terecht. Zo gaan vrouwen met een technische achtergrond minder vaak aan de slag in een technisch beroep dan mannen.
- Doorstroom naar technische beroepen
- Aandeel vrouwen per beroepsklasse
- Ongecorrigeerde loonkloof bij overheid
- Gecorrigeerde loonkloof bij overheid
- Gecorrigeerde loonkloof bij bedrijfsleven
Subdoel: Genderdiversiteit aan de top
Meer vrouwen in topfuncties van het bedrijfsleven en de overheid staat al jaren op de politieke emancipatieagenda. Ontwikkelingen in het aandeel topvrouwen zijn beschikbaar uit diverse bronnen en komen in de tweejaarlijkse Emancipatiemonitor aan bod. De Sociaal-Economische Raad (SER) is in 2023 gestart met een nieuw onderzoek onder (grote) bedrijven. De uitkomsten van dit onderzoek zijn nog niet bekend. SEO Economisch Onderzoek verzamelt tussen 2022 en 2027 jaarlijks gegevens over vrouwen in topfuncties bij de (semi)overheid.
Subdoel: Vrouwen in de wetenschap
- Aandeel vrouwelijke docenten en hoogleraren op de universiteiten over de tijd
- Aandeel vrouwelijke docenten en hoogleraren op de universiteiten naar leeftijd
Thema: Sociale veiligheid en gelijke behandeling
Subdoel: Sociale veiligheid in het onderwijs
Scholen hebben een zorgplicht om te zorgen dat leerlingen in een sociaal veilig schoolklimaat kunnen leren en werken.
- LHTB-beleid op po-scholen
- LHBT-beleid op vo-scholen
- Acceptatie van homoseksuele, lesbische en transgender docenten
- Bevriend zijn met homoseksuele, lesbische en transgender leeftijdsgenoten
- Openlijk homoseksueel, lesbisch of transgender zijn op school
- Gevoel van veiligheid lhbt leerlingen en personeel
Subdoel: Sociale acceptatie van lhbt personen
De aandacht voor homo- en biseksualiteit in de maatschappij groeit. De sociale acceptatie van homo- en biseksuele personen (resp. mensen die zich aangetrokken voelen tot mensen van hetzelfde geslacht of gender als zijzelf en mensen die zich aangetrokken voelen tot meer dan één geslacht of gender) is lager dan die van mensen met een heteroseksuele oriëntatie. Tot en met het meetjaar 2019/2020 hield het Sociaal en Cultureel Planbureau bij hoe de houding ten opzichte van homo- en biseksuele personen verandert in de tijd.
De aandacht voor genderdiversiteit in de maatschappij groeit. De sociale acceptatie van transgender personen (bij wie de genderidentiteit anders is dan het bij geboorte toegekende geslacht) is lager dan die van mensen die zich conformeren aan hun geslacht (cisgender mannen en vrouwen). Tot en met het meetjaar 2019/2020 hield het Sociaal en Cultureel Planbureau bij hoe de houding ten opzichte van genderdiversiteit verandert.