Verdeling studieschuld per cohort
Met de herinvoering van de basisbeurs en de verbreding van de aanvullende beurs gunt de regering jongeren een andere start na afloop van hun studie. Het effect dat de wijzigingen hebben op gemiddelde studieschulden voor verschillende cohorten en het gebruik van de studiebeurzen wordt gemonitord.
De figuur geeft de gevolgen weer van het leengedrag van studenten voor de totale studieschuld die studenten opbouwen. De figuur laat de opgebouwde studieschuld zien per eerste jaar van inschrijving in het hoger onderwijs. Vanaf cohort 2015 valt het grootste deel van de studenten onder het stelsel van het studievoorschot.
De figuur toont de cohorten tot en met 2017. Studenten in latere cohorten zijn nog niet meegenomen omdat zij nog in verhouding kort studeren (max. 5 jaar) en daardoor minder vergelijkbaar zijn.
Klik hier voor figuren over gemiddelde leenbedragen en de gemiddelde schuld van (oud-)studenten in die aanloopfase. Deze laatste indicator is echt anders dan de indicator die hier is opgenomen. Waar deze indicator studenten rangschikt op basis van hun instroomjaar, kijkt de indicator over de schuld in aanloopfase naar de gemiddelde studieschuld van alle studenten in de aanloopfase. De indicator over de aanloopfase geeft geen inzicht in het verschil in studieschuld tussen de twee studiefinancieringsstelsels (studievoorschot en oude basisbeursstelsel).
Verdeling van studieschuldbedragen (in categorieën) van studenten met sf-recht
Type opleiding en periode | Geen studieschuld | €1-10k | €10-20k | €20-30k | €30-40k | €40-50k | Meer dan €50k |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Hbo 12 | 45% | 22% | 12% | 8% | 5% | 3% | 4% |
Hbo 13 | 42% | 22% | 13% | 9% | 6% | 4% | 5% |
Hbo 14 | 41% | 22% | 13% | 9% | 6% | 4% | 5% |
Hbo 15 | 29% | 19% | 14% | 11% | 9% | 7% | 11% |
Hbo 16 | 28% | 21% | 15% | 11% | 9% | 7% | 9% |
Hbo 17 | 30% | 24% | 15% | 11% | 9% | 7% | 5% |
Wo 12 | 21% | 22% | 17% | 13% | 10% | 7% | 11% |
Wo 13 | 19% | 21% | 16% | 13% | 10% | 8% | 13% |
Wo 14 | 19% | 20% | 15% | 12% | 11% | 9% | 14% |
Wo 15 | 17% | 11% | 12% | 12% | 11% | 11% | 26% |
Wo 16 | 17% | 12% | 12% | 13% | 12% | 11% | 22% |
Wo 17 | 19% | 15% | 14% | 14% | 13% | 12% | 13% |
Ho 12 | 38% | 22% | 14% | 9% | 7% | 5% | 6% |
Ho 13 | 35% | 22% | 14% | 10% | 7% | 5% | 7% |
Ho 14 | 35% | 21% | 14% | 10% | 7% | 5% | 7% |
Ho 15 | 25% | 17% | 13% | 11% | 10% | 8% | 15% |
Ho 16 | 25% | 19% | 14% | 11% | 10% | 9% | 13% |
Ho 17 | 27% | 21% | 15% | 12% | 10% | 8% | 8% |
Allereerst wordt cohort 2015 (het eerste studievoorschotcohort) met cohort 2014 (het laatste cohort onder de oude basisbeurs, voor invoering van het leenstelsel) vergeleken. Van cohort 2015 heeft op dit moment 25 procent geen studieschuld (29% hbo en 17% wo). Van cohort 2014 is dit 35 procent (41% hbo en 19% wo). Onder het leenstelsel is de groep zonder schuld kleiner geworden, vooral in het hbo. De groep met een schuld hoger dan €40.000 is juist groter geworden sinds 2015: voor cohort 2014 is dit (afgerond) dertien procent (9% hbo en 22% wo). Voor cohort 2015 is dit 23 procent (18% hbo en 37% wo). Studenten met een studieschuld van meer dan €50.000 komen vooral voor in het wo: in cohort 2014 besloeg deze groep veertien procent; in cohort 2015 26 procent. Vooral in de groepen met de laagste en hoogste studieschuld (geen schuld en > €50.000) zijn verschillen tussen twee cohorten groot. In de hoogste categorie (>€50.000 schuld) is het verschil twaalf procentpunt; in de groep zonder schuld tien procentpunt (die grotendeels voor rekening komt van het hbo). Overigens zijn er ook verschillen tussen cohort 2016 en cohort 2017 te zien. Deze worden ook veroorzaakt door het feit dat cohort 2017 tot op de peildatum een jaar korter studeert dan cohort 16 (5 jaar vs. 6 jaar). De studieschuld van cohort 2017 zal naar verwachting nog oplopen.