Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
Het CBS heeft veel data over de Nederlandse economie en samenleving. Er is veel historische data beschikbaar over leerlingen, studenten en hun achtegrondkenmerken. Daarnaast is er ook data over leerlingenstromen, onderwijs en arbeidsmarkt, voortijdig schoolverlaten en onderwijsfinanciën. Deze data staan in StatLine, de database van het CBS. Deze data is ontsloten via de Statline website én als Statline open data.
Statline website
Op de website van StatLine is de informatie overzichtelijk gerubriceerd op thema. De verschillende tabellen kennen een eigen, vooraf ingestelde presentatie die door de gebruiker is aan te passen. Ook kunnen er grafieken en kaarten gemaakt worden en is de data handmatig te downloaden.
Open data
Open data zijn vrij toegankelijke datasets die eenvoudig door computers verwerkt kunnen worden. Het CBS kent verschillende soorten open data.
Alle datasets die via StatLine te bekijken en handmatig te downloaden zijn, worden ook beschikbaar gesteld als open data via de OData API’s van het CBS. Deze datasets zijn doorzoekbaar via het StatLine dataportaal. Ook worden deze datasets aangeboden via het dataportaal van de overheid.
Lees op de website van het CBS meer informatie over Statline Open data
Verschillende elementen uit de website worden beschikbaar gesteld via een API. Het gaat hier om nieuwsberichten, de webpagina's van cbs.nl, veelgebruikte cijfers en de publicatiekalender.
Lees op de website van het CBS meer informatie over Website open data
Het CBS stelt de gegevens uit Iv3-rapportages (informatie voor derden) van decentrale overheden beschikbaar. Het betreft financiële gegevens van gemeenten, gemeenschappelijke regelingen, provincies en waterschappen voor begrotingen en kwartaal- en jaarrekeningen, zoals die aan CBS zijn geleverd vanaf verslagjaar 2010.
Lees op de website van het CBS meer informatie over Iv3 open data
Aanvullend statistisch onderzoek
Soms zijn de openbare data van het CBS niet toereikend. In sommige gevallen kan het CBS dan aanvullend statistisch onderzoek doen. De uitkomsten van deze data worden altijd openbaar gemaakt.
Hieronder vindt u een overzicht van het aanvullend statistisch onderzoek dat het CBS in opdracht van OCW heeft gedaan met een link naar de desbetreffende onderzoekspagina op de CBS-website. De beschrijvende teksten zijn overgenomen van het CBS.
2024
Tabellen over de aansluiting van opleiding en werk van mbo’ers die in studiejaar 2021/’22 hun diploma hebben behaald, uitgesplitst naar instelling en regio.
In deze tabellensets gaat het om de aansluiting van de opleiding waar men een diploma voor gehaald heeft en het werk dat men heeft. Daarbij gaat het om tevredenheid over die aansluiting, het werken op niveau en het werken in dezelfde of een vergelijkbare richting. Voor het werk wordt de 1-uursgrens gebruikt en op verzoek van het Ministerie van OCW ook de 12-uursgrens.
Naast deze informatie over de aansluiting van opleiding en werk van gediplomeerde mbo’ers stelt het CBS in opdracht van het Ministerie van OCW ook tabellen samen over de arbeidsparticipatie van mbo schoolverlaters. Die tabellen zijn gebaseerd op registerinformatie en bevatten zowel informatie over gediplomeerde als ongediplomeerde mbo schoolverlaters.
Deze tabellensets zijn ontwikkeld in opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en zijn gebaseerd op het schoolverlatersonderzoek 2023. Omdat het gaat om gedetailleerde informatie is gebruik gemaakt van de methode Kleine Domein Schatters (KDS).
Publicatiedatum: 30-04-2024
CBS pagina: Aansluiting opleiding en werk mbo-gediplomeerden, 2023
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft het onderwijsachterstandenbeleid uitgebreid voor het voorgezet onderwijs (vo).
In dit nieuwe beleid, dat in 2024 van kracht is geworden, maakt zij gebruik van de risico-indicator onderwijsachterstanden voortgezet onderwijs (RIOA-vo) die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft ontwikkeld. Met de RIOA-vo wordt per leerling een onderwijsscore uitgerekend en vervolgens met een bepaalde formule opgeteld tot achterstandscore per vo-school. Deze scores drukken het verwachte risico op onderwijsachterstanden per schoolvestiging uit.
De tabellen geven de achterstandsscores per schoolvestiging in het voorgezet onderwijs op 1 oktober 2021. Voor het praktijkonderwijs wordt een andere aggregratieformule toegepast dan voor vmbo, havo, vwo. Daarom is er een aparte tabel voor het praktijkonderwijs.
Voor peildatum 1 oktober 2021 zijn op 13 oktober 2023 eerder tabellen gepubliceerd. In de huidige tabellen zijn nieuwkomers wel meegenomen en zijn verschillende imputaties opnieuw uitgevoerd. De achterstandsscores in deze tabellen kunnen door deze verschillende aanpassingen afwijken ten opzichte van de eerder gepubliceerde achterstandsscores. Dit heeft geen gevolgen op de financiering van scholen, omdat deze tabellen bedoeld waren om scholen een indruk te geven wat zij voor de nieuwe Regeling Onderwijskansen voortgezet onderwijs konden verwachten.
Publicatiedatum: 07-03-2024
CBS pagina: Achterstandsscore per vo-schoolvestiging, 1 oktober 2021 (herzien)
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) geeft jaarlijks aanvullende bekostiging aan vestigingen met veel leerlingen met een risico op onderwijsachterstanden. De regeling waarmee deze bekostiging wordt verstrekt - het Leerplusarrangement - wordt in 2024 vervangen door de Regeling onderwijskansen voortgezet onderwijs.
In dit nieuwe beleid maakt zij gebruik van de risico-indicator onderwijsachterstanden voortgezet onderwijs (RIOA-vo) die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft ontwikkeld. Met de RIOA-vo wordt per leerling een onderwijsscore uitgerekend en vervolgens met een bepaalde formule opgeteld tot achterstandscore per vo-school. Deze scores drukken het verwachte risico op onderwijsachterstanden per schoolvestiging uit.
De tabellen geven de achterstandsscores per schoolvestiging in het voorgezet onderwijs op 1 oktober 2022. Voor het praktijkonderwijs wordt een andere aggregratieformule toegepast dan voor vmbo, havo, vwo. Daarom is er een aparte tabel voor het praktijkonderwijs.
Deze publicatie is een herziening van reeds eerder gepubliceerde tabellen. In de eerder gepubliceerde tabellen is de achterstandsscore zonder drempel voor sommige scholen onterecht op nul gezet - als de achterstandsscore met drempel onder de nul was. In deze publicatie blijft in dat geval de achterstandsscore zonder drempel gewaarborgd.
Publicatiedatum: 07-03-2024
CBS pagina: Achterstandsscore per vo-schoolvestiging, 1 oktober 2022 (herzien)
Tabellen met definitieve achterstandsscores (geaggregeerde onderwijsscores) per gemeente op 1 februari 2022 en 2023 volgens de definitieve gemeentelijke indeling 2024.
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft het onderwijsachterstandenbeleid voor het primair onderwijs herzien. In het nieuwe beleid, dat in 2019 van kracht is geworden, maakt zij gebruik van de risico-indicator onderwijsachterstanden basisonderwijs die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) eerder op verzoek van het ministerie heeft ontwikkeld. Dat kan door met de indicator de onderwijsscores per peuter (2,5 tot 4 jaar) en basisschoolleerling te berekenen en die met een bepaalde formule op te tellen tot achterstandsscores per gemeente. Deze scores drukken dan de verwachte onderwijsachterstand per gemeente uit, op basis waarvan OCW het onderwijsachterstandenbudget over gemeenten kan verdelen. De onderwijsscores zijn berekend met het herijkte model voor de risico-indicator onderwijsachterstanden basisonderwijs.
In 2024 worden de gemeentelijke onderwijsachterstandenbudgetten verdeeld op basis van de achterstandsscores in gemeenten op 1 februari 2022 en 1 februari 2023. In 2023 zijn voorlopige achterstandsscores voor deze peilmomenten gepubliceerd. Deze tabellen geven de definitieve scores per gemeente weer.
Publicatiedatum: 05-07-2024
CBS pagina: Achterstandsscores gemeenten - definitief, 2022/2023
Tabellen met voorlopige achterstandsscores (geaggregeerde onderwijsscores) per gemeente op 1 februari 2023 en 2024 volgens de voorlopige gemeentelijke indeling 2025.
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft het onderwijsachterstandenbeleid voor het primair onderwijs herzien. In het nieuwe beleid, dat in 2019 van kracht is geworden, maakt zij gebruik van de risico-indicator onderwijsachterstanden basisonderwijs die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) eerder op verzoek van het ministerie heeft ontwikkeld. Dat kan door met de indicator de onderwijsscores per peuter (2,5 tot 4 jaar) en basisschoolleerling te berekenen en die met een bepaalde formule op te tellen tot achterstandsscores per gemeente. Deze scores drukken dan de verwachte onderwijsachterstand per gemeente uit, op basis waarvan OCW het onderwijsachterstandenbudget over gemeenten kan verdelen. De onderwijsscores zijn berekend met het herijkte model voor de risico-indicator onderwijsachterstanden basisonderwijs.
In 2025 worden de gemeentelijke onderwijsachterstandenbudgetten verdeeld op basis van de achterstandsscores in gemeenten op 1 februari 2023 en 1 februari 2024. Deze tabellen geven de voorlopige scores per gemeente weer omdat tijdens de berekening van deze tabellen (in 2024) de gemeente-indeling 2025 nog niet definitief is.
Publicatiedatum: 05-07-2024
CBS pagina: Achterstandsscores gemeenten - voorlopig, 2023/2024
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) geeft jaarlijks aanvullende bekostiging aan samenwerkingsverbanden in het voortgezet onderwijs voor het leerwegondersteunend onderwijs (lwoo). OCW is voornemens om de verdeling van de middelen voor het lwoo te baseren op de risico-indicator onderwijsachterstanden leerwegondersteunend onderwijs (RIOA-lwoo) die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) eerder in opdracht van het ministerie heeft ontwikkeld.
Met de RIOA-lwoo wordt per leerling een onderwijsscore uitgerekend en vervolgens met een bepaalde formule opgeteld tot achterstandscore per lwoo-samenwerkingsverband. Deze scores drukken het verwachte risico op onderwijsachterstanden per samenwerkingsverband uit.
De tabellen geven de achterstandsscores per samenwerkingsverband in het leerwegondersteunend onderwijs op 1 oktober 2022. Deze zijn bedoeld om de samenwerkingsverbanden een indruk te geven wat zij voor het leerwegondersteunend onderwijs kunnen verwachten.
Publicatiedatum: 08-03-2024
CBS pagina: Achterstandsscores per samenwerkingsverband, 1 oktober 2022
Achterstandsscores (geaggregeerde onderwijsscores) per basisschoolvestiging, 1 februari 2024.
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft het onderwijsachterstandenbeleid voor het primair onderwijs herzien. In het nieuwe beleid, dat in 2019 van kracht is geworden, maakt zij gebruik van de risico-indicator onderwijsachterstanden basisonderwijs die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in eerder onderzoek op verzoek van het ministerie heeft ontwikkeld. Dat kan door met de indicator de onderwijsscores per leerling te berekenen en die met een bepaalde formule op te tellen tot achterstandsscores per basisschoolvestiging. Deze scores drukken dan de verwachte onderwijsachterstand op scholen uit, op basis waarvan OCW het onderwijsachterstandenbudget over scholen kan verdelen. De onderwijsscores zijn berekend met het herijkte model voor de risico-indicator onderwijsachterstanden basisonderwijs.
De tabellen geven de achterstandsscores per basisschoolvestiging op 1 februari 2024, inclusief een uitsplitsing naar onderbouw en bovenbouw.
Publicatiedatum: 13-06-2024
CBS pagina: Achterstandsscores per school, 2024
Achterstandsscores (geaggregeerde onderwijsscores) per basisschoolvestiging op 1 februari 2022 na verwerking tweede lichting bezwaren.
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft het onderwijsachterstandenbeleid voor het primair onderwijs herzien. In het nieuwe beleid, dat in 2019 van kracht is geworden, maakt zij gebruik van de risico-indicator onderwijsachterstanden basisonderwijs die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in eerder onderzoek op verzoek van het ministerie heeft ontwikkeld.
Dat kan door met de indicator de onderwijsscores per leerling te berekenen en die met een bepaalde formule op te tellen tot achterstandsscores per basisschoolvestiging. Deze scores drukken dan de verwachte onderwijsachterstand op scholen uit, op basis waarvan OCW het onderwijsachterstandenbudget over scholen kan verdelen. De onderwijsscores zijn berekend met het herijkte model voor de risico-indicator onderwijsachterstanden basisonderwijs.
De tabellen geven de achterstandsscores per basisschoolvestiging op 1 februari 2022, inclusief een uitsplitsing naar onderbouw en bovenbouw. De oorspronkelijk achterstandsscores zijn gepubliceerd in juni 2022. De nu gepubliceerde tabel geeft de achterstandsscores per school weer na verwerking van de tweede lichting bezwaren.
Publicatiedatum: 28-02-2024
CBS pagina: Achterstandsscores scholen 2022 na 2e lichting bezwaren
Achterstandsscores (geaggregeerde onderwijsscores) per basisschoolvestiging op 1 februari 2023 na verwerking eerste lichting bezwaren.
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft het onderwijsachterstandenbeleid voor het primair onderwijs herzien. In het nieuwe beleid, dat in 2019 van kracht is geworden, maakt zij gebruik van de risico-indicator onderwijsachterstanden basisonderwijs die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in eerder onderzoek op verzoek van het ministerie heeft ontwikkeld. Dat kan door met de indicator de onderwijsscores per leerling te berekenen en die met een bepaalde formule op te tellen tot achterstandsscores per basisschoolvestiging. Deze scores drukken dan de verwachte onderwijsachterstand op scholen uit, op basis waarvan OCW het onderwijsachterstandenbudget over scholen kan verdelen. De onderwijsscores zijn berekend met het herijkte model voor de risico-indicator onderwijsachterstanden basisonderwijs.
De tabellen geven de achterstandsscores per basisschoolvestiging op 1 februari 2023, inclusief een uitsplitsing naar onderbouw en bovenbouw. De oorspronkelijk achterstandsscores zijn gepubliceerd op 30 mei 2023. De nu gepubliceerde tabel geeft de achterstandsscores per school weer na verwerking van de eerste en tweede lichting bezwaren.
CBS pagina's:
- Achterstandsscores scholen 2023 na 1e lichting bezwaren
(publicatiedatum15-01-2024) - Achterstandsscores scholen 2023 na 2e lichting bezwaren
(publicatiedatum 16-01-2024)
Achterstandsscores (geaggregeerde onderwijsscores) per basisschoolvestiging op 1 februari 2023 na verwerking fusies.
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft het onderwijsachterstandenbeleid voor het primair onderwijs herzien. In het nieuwe beleid, dat in 2019 van kracht is geworden, maakt zij gebruik van de risico-indicator onderwijsachterstanden basisonderwijs die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in eerder onderzoek op verzoek van het ministerie heeft ontwikkeld.
Dat kan door met de indicator de onderwijsscores per leerling te berekenen en die met een bepaalde formule op te tellen tot achterstandsscores per basisschoolvestiging. Deze scores drukken dan de verwachte onderwijsachterstand op scholen uit, op basis waarvan OCW het onderwijsachterstandenbudget over scholen kan verdelen. De onderwijsscores zijn berekend met het herijkte model voor de risico-indicator onderwijsachterstanden basisonderwijs.
In mei 2023 heeft het CBS de achterstandsscores van scholen op 1 februari 2023 gepubliceerd. Naderhand heeft het CBS van DUO nog informatie ontvangen van scholen die per 1 februari 2023 gefuseerd zijn. Deze fusies hebben gevolgen voor de achterstandsscores van de scholen. Deze tabellenset bevat nieuwe achterstandsscores van scholen op 1 februari 2023 waarin de fusies zijn verwerkt. Verder is in deze tabellenset een uitsplitsing naar onderbouw en bovenbouw opgenomen.
Publicatiedatum: 09-02-2024
CBS pagina: Achterstandsscores scholen 2023 na fusies
Het CBS voert in 2023 het jaarlijkse onderzoek naar de studiepuntenmobiliteit van recent afgestudeerden in het hoger onderwijs uit. Op verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) zijn aan dit onderzoek een aantal vragen toegevoegd met als doel om meer inzicht te krijgen in de kansengelijkheid van studenten in het hoger onderwijs. Deze vragen gaan over het hebben van aandoeningen of ziekten, of die aandoeningen of ziekten voor studenten belemmerend waren tijdens hun studie en in het huidige werk en/of de dagelijkse bezigheden. Ook is gevraagd naar de opleiding die hun ouders hebben gevolgd en is informatie beschikbaar over de herkomst van recent afgestudeerden.
Publicatiedatum: 05-02-2024
CBS pagina: Afgestudeerden in het hoger onderwijs
Cijfers over het aantal banen, arbeidsjaren, zelfstandig ondernemers en bedrijven in de culturele en creatieve sector voor de jaren 2010 tot en met het eerste kwartaal van 2024.
De tabellen bevatten een tijdreeks, voor werknemers gaat het om de periode van 2010 tot en met het eerste kwartaal van 2024, voor zelfstandig ondernemers om de periode van 2010 tot en met 2022 en voor bedrijven om de periode van 2010 tot en met het tweede kwartaal van 2024.
Publicatiedatum: 28-06-2024
CBS pagina: Arbeidsmarkt culturele en creatieve sector 2010-2024Q1
Op verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) tabellen samengesteld over de arbeidsmarktkenmerken van mbo-uitstromers uit studiejaar 2020/’21.
Van de mbo-uitstromers wordt de arbeidsmarktpositie in oktober 2021 en oktober 2022 weergeven, waarbij een uitsplitsing wordt gemaakt naar domein, subgroep, beroepsopleiding, beroep, crebocode, leerweg, niveau en diploma van de behaalde of gevolgde opleiding. Voor de werkende uitstromers is weergegeven in welke bedrijfstak zij op peilmoment 2022 werkzaam zijn.
Er zijn vijf tabellen over mbo-uitstromers uit studiejaar 2020/’21 samengesteld:
- Arbeidskenmerken naar instelling
- Arbeidskenmerken naar arbeidsmarktregio
- Arbeidskenmerken naar RMC-regio
- Bedrijfstak naar instelling
- Bedrijfstak naar arbeidsmarktregio
De arbeidsmarktpositie is in deze tabellen uitgesplitst naar degenen met alleen werk, alleen uitkering, met zowel werk als een uitkering en zonder werk en zonder uitkering. Voor de werkenden is het aantal dat 12 uur of meer per week werkt weergegeven. Van de werknemers is het bruto uurloon, dienstverband (vast/flex) en het aantal dat 12 uur of meer per week werkt getoond.
Publicatiedatum: 12-07-2024
CBS pagina: Arbeidsmarktkenmerken mbo-uitstromers 2020/’21
Aan het ministerie van OCW zijn gegevens geleverd over mbo-uitstromers uit studiejaar 2022/’23.
Van de mbo-uitstromers wordt de arbeidsmarktpositie in oktober 2023 weergeven, waarbij een uitsplitsing wordt gemaakt naar domein, subgroep, beroepsopleiding, beroep, crebocode, leerweg, niveau en diploma van de behaalde of gevolgde opleiding.
Er zijn drie tabellen over mbo-uitstromers uit studiejaar 2022/’23 opgeleverd:
1. Arbeidskenmerken naar instelling
2. Arbeidskenmerken naar arbeidsmarktregio
3. Arbeidskenmerken naar RMC-regio
De arbeidsmarktpositie is in deze tabellen uitgesplitst naar alleen werknemer, werknemer en uitkering, alleen uitkering en zowel geen werknemer als geen uitkering. Voor de werknemers is het aantal dat 12 uur of meer per week werkt weergegeven. Van de werknemers en de groep werknemers die 12 uur of meer per week werkt is het uurloon en maandloon getoond.
Publicatiedatum: 22-05-2024
CBS pagina: Arbeidsmarktkenmerken mbo-uitstromers 2022/’23
MBO-Studenten kunnen het volgende studiejaar in onderwijs blijven (doorstromers) of het onderwijs verlaten (uitstromers). Binnen de groep doorstromers worden deelnemers onderscheiden die een hoger onderwijsniveau volgen dan in studiejaar 2022/'23 (opstromers).
De door- en uitstroom wordt gegeven naar instelling, domein, subgroep, beroepsopleiding, beroep, crebocode, leerweg, niveau en diploma van de behaalde of gevolgde opleiding.
Publicatiedatum: 22-05-2024
CBS pagina: Door- en uitstroom mbo-studenten 2022/’23
Resultaten eerste fase van de haalbaarheidstudie naar onderwijsindicatoren voor Caribisch Nederland. In deze eerste fase is gekeken naar de beschikbaarheid en bruikbaarheid van benodigde kenmerken.
Vanuit het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap (OCW) en de Inspectie van het Onderwijs leeft de wens om ook voor Caribisch Nederland een risico-indicator voor onderwijsachterstanden in het basisonderwijs en een indicator voor voortijdig schoolverlaters (vsv)-problematiek te ontwikkelen, zoals er ook voor Europees Nederland beschikbaar is. Om na te gaan of dit mogelijk wordt door het CBS een haalbaarheidsstudie gedaan.
Voor deze indicatoren zijn verschillende soorten gegevens nodig. Het gaat hier onder andere om kenmerken van de leerlingen, hun gezin en de school(prestaties). Deze gegevens zijn voor Europees Nederland beschikbaar uit centrale registraties en worden, wanneer niet volledig, geschat. Voor Caribisch Nederland was tot op heden nog onduidelijk of er voldoende betrouwbare databronnen en registers zijn of eventueel beschikbaar gemaakt kunnen worden om een risico-indicator voor onderwijsachterstanden en/of vsv-indicator te kunnen ontwikkelen. Daarom is in de eerste fase van deze haalbaarheidsstudie gekeken naar de beschikbaarheid en bruikbaarheid van de benodigde gegevens. In bijbehorend rapport worden de bevindingen hiervan beschreven.
Publicatiedatum: 09-04-2024
CBS pagina: Haalbaarheid onderwijsindicatoren Caribisch Nederland
Deze tabellenset bevat cijfers over Oekraïense vluchtelingen van 4 tot 23 jaar die vanaf 24 februari 2022 naar Nederland zijn gekomen.
Dit betreft enkel personen met de Oekraïense nationaliteit. Het peilmoment van de cijfers is 1 oktober 2023. De cijfers hebben betrekking op het percentage dat wel of niet naar school gaat en wel of niet een baan in loondienst heeft, de woonsituatie van jongeren in Nederland en de gemeente waar ze wonen.
Publicatiedatum: 11-04-2024
CBS pagina: Ingeschreven Oekraïense gevluchte jongeren, 1 oktober 2023
Voor het herziene onderwijsachterstandenbeleid maakt het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) gebruik van de onderwijsachterstandenindicator die het Centraal Bureau voor de Statistiek eerder in opdracht van het ministerie heeft ontwikkeld. Om deze indicator actueel te kunnen houden, wil OCW de indicator jaarlijks evalueren. Daartoe hebben we verschillende analyses uitgevoerd voor de schooljaren 2019/’20 tot met 2022/’23. Als eindconclusie kunnen we stellen dat – op basis van de onderzochte schooljaren – het model van de onderwijsachterstandenindicator ieder jaar tot vergelijkbare uitkomsten leidt.
Publicatiedatum: 06-03-2024
CBS pagina: Jaarlijkse Monitor Onderwijsachterstandenindicator, 2019-2023
Cijfers over musea in Nederland, het aantal bezoeken en kenmerken van bezoekers, werknemers, collecties en financiën over de periode van 2015 tot en met 2022.
Deze aanvullende tabellenset is samengesteld op verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. De tijdreeks bevat gegevens over de jaren 2015-2022. De tabellenset bevat 5 uitgebreide tabellen waarin de resultaten worden uitgesplitst naar provincie, naar geregistreerde en niet geregistreerde musea, naar aard van de collectie en naar museumgrootte. De cijfers hebben de status 'voorlopig'.
Deze tabellenset is ook gedeeld met de Museumvereniging (MV). Met deze partij werkt het CBS samen in het samenstellen van de cijfers.
Publicatiedatum: 29-02-2024
CBS pagina: Musea naar provincie en type, 2015-2022
De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen controleert of uitwonendenbeurzen uitsluitend worden uitgekeerd aan studenten die daar recht op hebben. Naar deze controle wordt verwezen als het uitvoeringsproces Controle Uitwonendenbeurs (CUB). DUO heeft signalen ontvangen dat het CUB-proces vooringenomen is jegens studenten met een niet-Nederlandse herkomst. Zij wil onderzoeken of dit zo is.
In verband met de Algemene Verordening Gegevensverwerking (AVG) houdt DUO de herkomst van studenten in de context van het CUB-proces niet bij. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is daarom verzocht om geaggregeerde data over de herkomst van studenten beschikbaar te stellen. Daarmee kan DUO onderzoeken of en waar mogelijke vooringenomenheid in het CUB-proces zich voordoet met betrekking tot geregistreerde herkomstgegevens. Het CBS heeft het verzoek van DUO bestudeerd en concludeert dat de maatschappelijke waarde van dit onderwerp voldoende groot is om op deze vraag in te gaan.
DUO heeft aan het CBS informatie beschikbaar gesteld over acht verschillende groepen studenten. Deze informatie betreft zowel achtergrondkenmerken (Burgerservicenummer (BSN), onderwijssoort, leeftijd, afstand tot ouder(s)) als proceskenmerken (onder meer of de student door DUO gecontroleerd is en wat de uitkomst van deze controle was). Op basis van het BSN heeft het CBS hieraan informatie over het geboorteland van de student (wel/niet in Nederland geboren) en het herkomstland van de student (Nederland, Europa, buiten Europa) gekoppeld. Het CBS heeft vervolgens op verzoek van DUO tabellen samengesteld met daarin geaggregeerde informatie. DUO zal deze tabellen gebruiken om het CUB-proces nader te onderzoeken.
Publicatiedatum: 22-05-2024
CBS pagina: Ontvangers uitwonendenbeurs; herkomst, 2014, 2017, 2019, 2021 en 2022
Stages, banen en BPV-overeenkomsten van scholieren en studenten in het vo, mbo en ho, studiejaar 2022/’23.
Op verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft team Onderwijs van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) tabellen samengesteld over loon en arbeidsduur van leerlingen en studenten uit het bekostigd voorgezet onderwijs (vo), middelbaar beroepsonderwijs (mbo), en hoger onderwijs (ho) met en zonder Beroepspraktijkvorming (BPV)-overeenkomst, in school-/studiejaar 2022/'23.
Voor de BPV-overeenkomsten is gebruik gemaakt van de BPV-overeenkomstregistratie van DUO.
De loon- en arbeidsduurgegevens betreffen banen en stages op basis van de Polisadministratie in de maanden oktober 2022 en maart 2023. Daarnaast wordt uitgesplitst naar onderwijskenmerken.
Publicatiedatum: 22-03-2024
CBS pagina: Stages, banen en BPV-overeenkomsten van studenten in vo, mbo, ho, 2022/’23
De woon-werkafstand van personeel in het primair en voortgezet onderwijs in december 2021.
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft aan het CBS gevraagd om een tabellenset te maken met daarin gegevens over de woon-werkafstanden van onderwijspersoneel. Deze tabellenset is door het CBS samengesteld op basis van de meest recente beschikbare gegevens (december 2021).
Publicatiedatum: 26-03-2024
CBS pagina: Woon-werkafstand onderwijspersoneel, 2021
2023
Tabellen over de aansluiting van opleiding en werk van mbo’ers die in schooljaar 2020/’21 hun diploma hebben behaald uitgesplitst naar instelling en regio.
In deze tabellensets gaat het om de aansluiting van de opleiding waar men een diploma voor gehaald heeft en het werk dat men heeft. Daarbij gaat het om tevredenheid over die aansluiting, het werken op niveau en het werken in dezelfde of een vergelijkbare richting. Voor het werk wordt de 1-uursgrens gebruikt en op verzoek van het Ministerie van OCW ook de 12-uursgrens.
Naast deze informatie over de aansluiting van opleiding en werk van gediplomeerde mbo’ers stelt het CBS in opdracht van het Ministerie van OCW ook tabellen samen over de arbeidsparticipatie van mbo schoolverlaters. Die tabellen zijn gebaseerd op registerinformatie en bevatten zowel informatie over gediplomeerde als ongediplomeerde mbo schoolverlaters.
Deze tabellensets zijn ontwikkeld in opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en zijn gebaseerd op het schoolverlatersonderzoek 2022. Omdat het gaat om gedetailleerde informatie is gebruik gemaakt van de methode Kleine Domein Schatters (KDS).
Publicatiedatum: 01-05-2023
CBS pagina: Aansluiting opleiding en werk mbo-gediplomeerden, 2022
Tabellen met achtergrondkenmerken horend bij voorlopige achterstandsscores per gemeente op 1 februari 2022 en 2023.
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft het onderwijsachterstandenbeleid voor het basisonderwijs herzien. In het nieuwe beleid, dat in 2019 van kracht is geworden, maakt zij gebruik van de risico-indicator onderwijsachterstanden die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) eerder op verzoek van het ministerie heeft ontwikkeld. Dat kan door met de indicator de onderwijsscores per peuter (2,5 tot 4 jaar) en basisschoolleerling te berekenen en die met een bepaalde formule op te tellen tot achterstandsscores per gemeente. Deze scores drukken dan de verwachte onderwijsachterstand per gemeente uit, op basis waarvan OCW het onderwijsachterstandenbudget over gemeenten kan verdelen.
In 2024 worden de gemeentelijke onderwijsachterstandenbudgetten verdeeld op basis van de achterstandsscores in gemeenten op 1 februari 2022 en 1 februari 2023. Om gemeenten meer inzicht te geven in hun achterstandsscores, wordt bij deze scores een tabellenset met een aantal achtergrondkenmerken gegeven. De gevraagde informatie is in deze tabellenset vastgelegd.
Publicatiedatum: 25-07-2023
CBS pagina: Achtergrondkenmerken onderwijsachterstanden, 2022/2023
Tabellen met definitieve achterstandsscores (geaggregeerde onderwijsscores) per gemeente op 1 oktober 2020 en 2021 volgens de definitieve gemeentelijke indeling 2023.
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft het onderwijsachterstandenbeleid voor het primair onderwijs herzien. In het nieuwe beleid, dat in 2019 van kracht is geworden, maakt zij gebruik van de onderwijsachterstandenindicator die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) eerder op verzoek van het ministerie heeft ontwikkeld. Dat kan door met de indicator de onderwijsscores per peuter (2,5 tot 4 jaar) en basisschoolleerling te berekenen en die met een bepaalde formule op te tellen tot achterstandsscores per gemeente. Deze scores drukken dan de verwachte onderwijsachterstand per gemeente uit, op basis waarvan OCW het onderwijsachterstandenbudget over gemeenten kan verdelen.
In 2019 zijn voor de eerste keer de gemeentelijke onderwijsachterstandenbudgetten verdeeld op basis van de achterstandsscores in gemeenten op 1 oktober 2016 en 1 oktober 2017. In 2023 worden budgetten verdeeld op basis van de achterstandsscores op 1 oktober 2020 en 1 oktober 2021. In 2022 zijn voorlopige achterstandsscores voor deze peilmomenten gepubliceerd (zie Relevante links). Deze tabellen geven de definitieve scores per gemeente weer.
Publicatiedatum: 17-07-2023
CBS pagina: Achterstandsscores gemeenten - definitief, 2020/2021
Tabellen met voorlopige achterstandsscores (geaggregeerde onderwijsscores) per gemeente op 1 februari 2022 en 2023 volgens de voorlopige gemeentelijke indeling 2024.
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft het onderwijsachterstandenbeleid voor het primair onderwijs herzien. In het nieuwe beleid, dat in 2019 van kracht is geworden, maakt zij gebruik van de onderwijsachterstandenindicator die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) eerder op verzoek van het ministerie heeft ontwikkeld. Dat kan door met de indicator de onderwijsscores per peuter (2,5 tot 4 jaar) en basisschoolleerling te berekenen en die met een bepaalde formule op te tellen tot achterstandsscores per gemeente. Deze scores drukken dan de verwachte onderwijsachterstand per gemeente uit, op basis waarvan OCW het onderwijsachterstandenbudget over gemeenten kan verdelen.
In 2024 worden de gemeentelijke onderwijsachterstandenbudgetten verdeeld op basis van de achterstandsscores in gemeenten op 1 februari 2022 en 1 februari 2023. Deze tabellen geven de voorlopige scores per gemeente weer omdat tijdens de berekening van deze tabellen (in 2023) de gemeente-indeling 2024 nog niet definitief is.
Publicatiedatum: 17-07-2023
CBS pagina: Achterstandsscores gemeenten - voorlopig, 2022/2023
Achterstandsscores (geaggregeerde onderwijsscores) per basisschoolvestiging na verwerking fusies, 1 oktober 2021.
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft het onderwijsachterstandenbeleid voor het primair onderwijs herzien. In het nieuwe beleid, dat in 2019 van kracht is geworden, maakt zij gebruik van de onderwijsachterstandenindicator die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in eerder onderzoek op verzoek van het ministerie heeft ontwikkeld. Dat kan door met de indicator de onderwijsscores per leerling te berekenen en die met een bepaalde formule op te tellen tot achterstandsscores per basisschoolvestiging. Deze scores drukken dan de verwachte onderwijsachterstand op scholen uit, op basis waarvan OCW het onderwijsachterstandenbudget over scholen kan verdelen.
In maart 2022 heeft het CBS de achterstandsscores van scholen op 1 oktober 2021 gepubliceerd (zie Relevante links).
Naderhand heeft het CBS van DUO nog informatie ontvangen van scholen die per 1 oktober 2021 gefuseerd zijn. Deze fusies hebben gevolgen voor de achterstandsscores van de scholen.
Deze tabellenset bevat nieuwe achterstandsscores van scholen op 1 oktober 2021 waarin de fusies zijn verwerkt. Ten opzichte van de publicatie van maart 2022, zijn uitsluitend de achterstandsscores van fusiescholen nieuw. De scores van scholen die niet bij fusies betrokken zijn, zijn ongewijzigd. Verder is in deze tabellenset een uitsplitsing naar onderbouw en bovenbouw opgenomen.
Publicatiedatum: 21-02-2023
CBS pagina: Achterstandsscores per school – na fusies, 2021
Achterstandsscores (geaggregeerde onderwijsscores) per basisschoolvestiging na verwerking fusies, 1 februari 2022.
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft het onderwijsachterstandenbeleid voor het primair onderwijs herzien. In het nieuwe beleid, dat in 2019 van kracht is geworden, maakt zij gebruik van de onderwijsachterstandenindicator die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in eerder onderzoek op verzoek van het ministerie heeft ontwikkeld. Dat kan door met de indicator de onderwijsscores per leerling te berekenen en die met een bepaalde formule op te tellen tot achterstandsscores per basisschoolvestiging. Deze scores drukken dan de verwachte onderwijsachterstand op scholen uit, op basis waarvan OCW het onderwijsachterstandenbudget over scholen kan verdelen.
In juni 2022 heeft het CBS de achterstandsscores van scholen op 1 februari 2022 gepubliceerd (zie Relevante links).
Naderhand heeft het CBS van DUO nog informatie ontvangen van scholen die per 1 februari 2022 gefuseerd zijn. Deze fusies hebben gevolgen voor de achterstandsscores van de scholen.
Deze tabellenset bevat nieuwe achterstandsscores van scholen op 1 februari 2022 waarin de fusies zijn verwerkt. Ten opzichte van de publicatie van maart 2022, zijn uitsluitend de achterstandsscores van fusiescholen nieuw. De scores van scholen die niet bij fusies betrokken zijn, zijn ongewijzigd. Verder is in deze tabellenset een uitsplitsing naar onderbouw en bovenbouw opgenomen.
Publicatiedatum: 24-03-2023
CBS pagina: Achterstandsscores per school – na fusies, 2022
Achterstandsscores (geaggregeerde onderwijsscores) per schoolvestiging in het praktijkonderwijs, 1 oktober 2021; exclusief nieuwkomers.
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) geeft jaarlijks aanvullende bekostiging aan vestigingen met veel leerlingen met een risico op onderwijsachterstanden. De regeling waarmee deze bekostiging wordt verstrekt - het Leerplusarrangement - wordt in 2024 vervangen door de Regeling onderwijskansen voortgezet onderwijs.
Voor deze nieuwe regeling maakt het ministerie gebruik van de risico-indicator onderwijsachterstanden voor het voortgezet onderwijs die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) eerder in opdracht van het ministerie heeft ontwikkeld (zie Referenties). Deze scores van deze indicator drukken de verwachte onderwijsachterstand op scholen voor praktijkonderwijs uit, op basis waarvan OCW het onderwijsachterstandenbudget over scholen kan verdelen.
Deze achterstandsscores zijn bedoeld om scholen een indruk te geven wat zij voor de nieuwe Regeling onderwijskansen voortgezet onderwijs kunnen verwachten.
Bij de berekeningen van deze achterstandsscores zijn nieuwkomersleerlingen die korter dan een jaar in Nederland waren op 1 oktober 2021 (ca. 5.000 leerlingen) niet meegenomen. In toekomstige tabellen zullen deze leerlingen wel worden meegenomen in de berekening van de achterstandsscores.
Publicatiedatum: 13-10-2023
CBS pagina: Achterstandsscores per school in het praktijkonderwijs, 2021
Achterstandsscores (geaggregeerde onderwijsscores) per schoolvestiging in het voorgezet onderwijs, 1 oktober 2021; exclusief nieuwkomers.
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) geeft jaarlijks aanvullende bekostiging aan vestigingen met veel leerlingen met een risico op onderwijsachterstanden. De regeling waarmee deze bekostiging wordt verstrekt - het Leerplusarrangement - wordt in 2024 vervangen door de Regeling onderwijskansen voortgezet onderwijs.
Voor deze nieuwe regeling maakt het ministerie gebruik van de risico-indicator onderwijsachterstanden voor het voortgezet onderwijs die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) eerder in opdracht van het ministerie heeft ontwikkeld (zie Referenties). Dat kan door met de indicator de onderwijsscores per leerling te berekenen en die met een bepaalde formule (zie Achterstandsscores) op te tellen tot achterstandsscores per vo-school vestiging (hierna: school). Deze scores drukken dan de verwachte onderwijsachterstand op scholen uit, op basis waarvan OCW het onderwijsachterstandenbudget over scholen kan verdelen.
Deze achterstandsscores zijn bedoeld om scholen een indruk te geven wat zij voor de nieuwe Regeling onderwijskansen voortgezet onderwijs kunnen verwachten.
Bij de berekeningen van deze achterstandsscores zijn nieuwkomersleerlingen die korter dan een jaar in Nederland waren op 1 oktober 2021 (ca. 5.000 leerlingen) niet meegenomen. In toekomstige tabellen zullen deze leerlingen wel worden meegenomen in de berekening van de achterstandsscores.
Publicatiedatum: 13-10-2023
CBS pagina: Achterstandsscores per school in het voorgezet onderwijs, 2021
Achterstandsscores (geaggregeerde onderwijsscores) per basisschoolvestiging, 1 februari 2023.
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft het onderwijsachterstandenbeleid voor het primair onderwijs herzien. In het nieuwe beleid, dat in 2019 van kracht is geworden, maakt zij gebruik van de onderwijsachterstandenindicator die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in eerder onderzoek op verzoek van het ministerie heeft ontwikkeld. Dat kan door met de indicator de onderwijsscores per leerling te berekenen en die met een bepaalde formule op te tellen tot achterstandsscores per basisschoolvestiging. Deze scores drukken dan de verwachte onderwijsachterstand op scholen uit, op basis waarvan OCW het onderwijsachterstandenbudget over scholen kan verdelen. De onderwijsscores zijn voor het eerst berekend met het herijkte model voor de onderwijsachterstandenindicator.
De tabellen geven de achterstandsscores per basisschoolvestiging op 1 februari 2023, inclusief een uitsplitsing naar onderbouw en bovenbouw.
Publicatiedatum: 30-05-2023
CBS pagina: Achterstandsscores per school, 2023
Achterstandsscores (geaggregeerde onderwijsscores) per basisschoolvestiging op 1 februari 2022 na verwerking eerste lichting bezwaren.
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft het onderwijsachterstandenbeleid voor het primair onderwijs herzien. In het nieuwe beleid, dat in 2019 van kracht is geworden, maakt zij gebruik van de onderwijsachterstandenindicator die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in eerder onderzoek op verzoek van het ministerie heeft ontwikkeld. Dat kan door met de indicator de onderwijsscores per leerling te berekenen en die met een bepaalde formule op te tellen tot achterstandsscores per basisschoolvestiging. Deze scores drukken dan de verwachte onderwijsachterstand op scholen uit, op basis waarvan OCW het onderwijsachterstandenbudget over scholen kan verdelen. De onderwijsscores zijn berekend met het herijkte model voor de onderwijsachterstandenindicator.
De tabellen geven de achterstandsscores per basisschoolvestiging op 1 februari 2022, inclusief een uitsplitsing naar onderbouw en bovenbouw. De oorspronkelijk achterstandsscores zijn gepubliceerd op 28 juni 2022 (zie Relevante links). De nu gepubliceerde tabel geeft de achterstandsscores per school weer na verwerking van de eerste lichting bezwaren.
Publicatiedatum: 13-03-2023
CBS pagina: Achterstandsscores scholen 2022 na 1e lichting bezwaren
Het CBS voert ook in 2022 het jaarlijkse onderzoek naar de studiepuntenmobiliteit van recent afgestudeerden in het hoger onderwijs. Op verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) zijn aan dit onderzoek een aantal vragen toegevoegd met als doel om meer inzicht te krijgen in de kansengelijkheid van studenten in het hoger onderwijs. Deze vragen gaan over het hebben van aandoeningen of ziekten, of die aandoeningen of ziekten voor studenten belemmerend waren tijdens hun studie en in het huidige werk en/of de dagelijkse bezigheden. Ook is gevraagd naar de opleiding die hun ouders hebben gevolgd en is informatie beschikbaar over de herkomst van recent afgestudeerden.
Publicatiedatum: 14-02-2023
CBS pagina: Afgestudeerden in het hoger onderwijs
Cijfers over het aantal banen, arbeidsjaren, zelfstandig ondernemers en bedrijven in de culturele en creatieve sector voor de jaren 2010 tot en met het derde kwartaal van 2023 (voorheen: tabellenset Cultuur in Beeld).
Deze tabellensets zijn samengesteld op verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Hieronder volgen drie periodes waarover de onderzoeken gaan:
Periode: Voor werknemers gaat het om de periode van 2010 tot en met het derde kwartaal van 2022, voor zelfstandig ondernemers om de periode van 2010 tot en met 2021 en voor bedrijven om de periode van 2010 tot en met het vierde kwartaal van 2022
Publicatiedatum: 06-01-2023
CBS pagina: Arbeidsmarkt culturele en creatieve sector 2010-2022Q3
Periode: Voor werknemers gaat het om de periode van 2010 tot en met het eerste kwartaal van 2023, voor zelfstandig ondernemers om de periode van 2010 tot en met 2021 en voor bedrijven om de periode van 2010 tot en met het tweede kwartaal van 2023.
Publicatiedatum: 23-06-2023
CBS pagina: Arbeidsmarkt culturele en creatieve sector 2010-2023Q1
Periode: Voor werknemers gaat het om de periode van 2010 tot en met het derde kwartaal van 2023, voor zelfstandig ondernemers om de periode van 2010 tot en met 2022 en voor bedrijven om de periode van 2010 tot en met het vierde kwartaal van 2023.
Publicatiedatum: 18-12-2023
CBS pagina: Arbeidsmarkt culturele en creatieve sector 2010-2023Q3
Tabel over de arbeidsmarktkenmerken van uitgestroomde studenten uit het hbo en wo uit de studiejaren 2007/’08 tot en met 2020/’21.
De tabellenset bestaat uit 7 tabellen. Elke tabel geeft zowel het aantal uitstromers uit het hoger beroepsonderwijs als uit het wetenschappelijk onderwijs aan en bij elke tabel staat een uitsplitsing van arbeidskenmerken in procenten. In tabel 1 (a en b) wordt een tijdreeks gegeven van uitstromers na het studiejaar 2007/'08 tot en met 2019/'20. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen uitstromers met en zonder diploma.
In de tabellen 2a en 2b is een tijdreeks gegeven van gediplomeerde uitstromers na het studiejaar 2009/'10 tot en met 2018/'19. Ook hier is tabel 2a inclusief en tabel 2b exclusief internationale studenten.
In de tabellen 3 t/m 6 zijn uitkomsten van de cohorten 2018/'19, 2019/'20 en 2020/'21 weergegeven. Van de cohorten met uitstromers na studiejaar 2018/'19 en 2019/'20 worden de arbeidsmarktkenmerken van gediplomeerden gegeven op twee peilmomenten: direct na verlaten van het hbo of wo en één jaar na verlaten van het hbo of wo (beide voor de maand oktober). Van het cohort met uitstromers na studiejaar 2020/'21 worden alleen de arbeidsmarktkenmerken gegeven van direct na uitstroom. De arbeidsmarktkenmerken met als peilmaand oktober 2021 betreffen voorlopige cijfers.
De arbeidsmarktkenmerken worden gegeven voor de totale groep en uitgesplitst naar soort diploma en studierichting.
Publicatiedatum: 31-03-2023
CBS pagina: Arbeidsmarktkenmerken ho-uitstromers 2007/’08-2020/’21
Tabellenset over de arbeidsmarktkenmerken van uitgestroomde studenten uit het hbo en wo uit de studiejaren 2007/’08 tot en met 2021/’22.
De tabellenset bestaat uit 7 tabellen. Elke tabel geeft zowel het aantal uitstromers uit het hoger beroepsonderwijs als uit het wetenschappelijk onderwijs aan en bij elke tabel staat een uitsplitsing van arbeidskenmerken in procenten. In tabel 1 (a en b) wordt een tijdreeks gegeven van uitstromers na het studiejaar 2007/'08 tot en met 2020/'21 op het peilmoment direct na uitstroom. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen uitstromers met en zonder diploma. Tabel 1a betreft cijfers inclusief en tabel 1b exclusief internationale studenten.
In de tabellen 2a en 2b is een tijdreeks gegeven van gediplomeerde uitstromers na het studiejaar 2009/'10 tot en met 2019/'20 op het peilmoment 1 jaar na uitstroom. Ook hier is tabel 2a inclusief en tabel 2b exclusief internationale studenten.
In de tabellen 3 t/m 6 zijn uitkomsten van de cohorten 2019/'20, 2020/'21 en 2021/’22 weergegeven. Van de cohorten met uitstromers na studiejaar 2019/'20 en 2020/'21 worden de arbeidsmarktkenmerken van gediplomeerde uitstromers gegeven op twee peilmomenten: direct na verlaten van het hbo of wo en één jaar na verlaten van het hbo of wo (beide voor de maand oktober). Van het cohort met uitstromers na studiejaar 2021/'22 worden alleen de arbeidsmarktkenmerken gegeven van direct na uitstroom. De arbeidsmarktkenmerken met als peilmaand oktober 2022 betreffen voorlopige cijfers.
De arbeidsmarktkenmerken worden gegeven voor de totale groep en uitgesplitst naar soort diploma en studierichting.
Publicatiedatum: 30-08-2023
CBS pagina: Arbeidsmarktkenmerken ho-uitstromers 2007/’08-2021/’22
Arbeidsmarktkenmerken van gediplomeerde hbo- en wo-uitstromers 2015/’16 en 2019/’20 naar studierichting.
In opdracht van het ministerie van OCW zijn gegevens samengesteld over het arbeidsmarktrendement van studierichtingen in het hoger onderwijs. Van de mensen die na studiejaar 2015/’16 met een diploma uitstroomden uit het hbo en wo, zijn de arbeidsmarktkenmerken bepaald 1 en 5 jaar na uitstroom uit het onderwijs. Voor het uitstroomcohort 2019/’20 zijn de arbeidsmarktkenmerken bepaald 1 jaar na uitstroom. Deze publicatie bestaat uit een tabellenset en een dashboard.
Publicatiedatum: 08-12-2023
CBS pagina: Arbeidsmarktkenmerken ho-uitstromers per studierichting
Op verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) tabellen samengesteld over de arbeidsmarktkenmerken van mbo-uitstromers uit studiejaar 2019/’20.
Van de mbo-uitstromers wordt de arbeidsmarktpositie in oktober 2020 en oktober 2021 weergeven, waarbij een uitsplitsing wordt gemaakt naar domein, subgroep, beroepsopleiding, beroep, crebocode, leerweg, niveau en diploma van de behaalde of gevolgde opleiding. Voor de werkende uitstromers is weergegeven in welke bedrijfstak zij op peilmoment 2021 werkzaam zijn.
Er zijn vijf tabellen over mbo-uitstromers uit studiejaar 2019/’20 samengesteld:
1. Arbeidskenmerken naar instelling
2. Arbeidskenmerken naar arbeidsmarktregio
3. Arbeidskenmerken naar RMC-regio
4. Bedrijfstak naar instelling
5. Bedrijfstak naar arbeidsmarktregio
De arbeidsmarktpositie is in deze tabellen uitgesplitst naar degenen met alleen werk, alleen uitkering, met zowel werk als een uitkering en zonder werk en zonder uitkering. Voor de werkenden is het aantal dat 12 uur of meer per week werkt weergegeven. Van de werknemers is het bruto uurloon, dienstverband (vast/flex) en het aantal dat 12 uur of meer per week werkt getoond.
Publicatiedatum: 17-07-2023
CBS pagina: Arbeidsmarktkenmerken mbo-uitstromers 2019/’20
Het CBS heeft aan het ministerie van OCW gegevens geleverd over mbo-uitstromers uit studiejaar 2020/’21.
Van de mbo-uitstromers wordt de arbeidsmarktpositie in oktober 2021 en oktober 2022 weergeven, waarbij een uitsplitsing wordt gemaakt naar domein, subgroep, beroepsopleiding, beroep, crebocode, leerweg, niveau en diploma van de behaalde of gevolgde opleiding.
Er zijn drie tabellen over mbo-uitstromers uit schooljaar 2020/’21 opgeleverd:
1. Arbeidskenmerken naar instelling
2. Arbeidskenmerken naar arbeidsmarktregio
3. Arbeidskenmerken naar RMC-regio
De arbeidsmarktpositie is in deze tabellen uitgesplitst naar alleen werknemer, werknemer en uitkering, alleen uitkering en zowel geen werknemer als geen uitkering. Voor de werknemers is het aantal dat 12 uur of meer per week werkt weergegeven. Van de werknemers en de groep werknemers die 12 uur of meer per week werkt is het soort dienstverband, uurloon en maandloon getoond.
Publicatiedatum: 29-09-2023
CBS pagina: Arbeidsmarktkenmerken mbo-uitstromers, 2020/’21
Aan het ministerie van OCW zijn gegevens geleverd over mbo-uitstromers uit studiejaar 2021/’22.
Van de mbo-uitstromers wordt de arbeidsmarktpositie in oktober 2022 weergeven, waarbij een uitsplitsing wordt gemaakt naar domein, subgroep, beroepsopleiding, beroep, crebocode, leerweg, niveau en diploma van de behaalde of gevolgde opleiding.
Er zijn drie tabellen over mbo-uitstromers uit studiejaar 2021/’22 opgeleverd:
1. Arbeidskenmerken naar instelling
2. Arbeidskenmerken naar arbeidsmarktregio
3. Arbeidskenmerken naar RMC-regio
De arbeidsmarktpositie is in deze tabellen uitgesplitst naar alleen werknemer, werknemer en uitkering, alleen uitkering en zowel geen werknemer als geen uitkering. Voor de werknemers is het aantal dat 12 uur of meer per week werkt weergegeven. Van de werknemers en de groep werknemers die 12 uur of meer per week werkt is het uurloon en maandloon getoond.
Publicatiedatum: 14-06-2023
CBS pagina: Arbeidsmarktkenmerken mbo-uitstromers 2021/’22
Maatwerktabellen over de arbeidsmarktkenmerken van uitgestroomde leerlingen uit het voortgezet speciaal onderwijs (vso) en het praktijkonderwijs (pro) uit de schooljaren 2015/’16 tot en met 2021/’22.
Gegevens over vso- en pro-uitstromers uit de schooljaren 2015/’16 tot en met 2021/’22. Het betreft de arbeidsmarktkenmerken direct na schoolverlaten en één tot vijf jaar na schoolverlaten.
De tabellen tonen het aandeel met werk en met een uitkering, de wekelijkse arbeidsduur, uurlonen en het aandeel met een bijstandsuitkering en met een Wajong-uitkering.
Publicatiedatum: 30-08-2023
CBS pagina: Arbeidsmarktkenmerken uitstromers vso en pro 2015-2021
De tabellenset over vso- en pro-uitstromers uit de schooljaren 2019/’20 en 2020/’21 per RMC-regio en per arbeidsmarktregio. Voor het cohort 2019/’20 betreft het de arbeidsmarktkenmerken een jaar na uitstroom en voor het cohort 2020/’21 de arbeidsmarktkenmerken direct na uitstroom.
De tabellen tonen het aandeel uitstromers met werk en met een uitkering, de wekelijkse arbeidsduur, het aandeel werknemers en het aandeel met een bijstandsuitkering en met een Wajong-uitkering.
Publicatiedatum: 21-12-2023
CBS pagina: Arbeidsmarktkenmerken van uitstromers uit vso en pro naar regio, 2019-2020
Prognose van de bevolking van Caribisch Nederland naar wooneiland, leeftijd en geboorteregio, voor de jaren 2023-2050.
Het CBS heeft een nieuwe bevolkingsprognose gemaakt voor de gemeenten van Caribisch Nederland voor de periode 2023-2050. In deze notitie worden de belangrijkste resultaten en verschillen ten opzichte van de vorige prognose uiteengezet. Bekostigd door: ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Publicatiedatum: 27-07-2023
CBS pagina: Bevolkingsprognose Caribisch Nederland 2023-2050
Eens in de vijf jaar doet het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) onderzoek naar de opleidingsactiviteiten van bedrijven. Het doel van dit onderzoek Bedrijfsopleidingen is om meer inzicht te krijgen in het opleidingsbeleid, de inhoud en de uitgaven aan bedrijfsopleidingen. De meest recente editie vond plaats in 2021 over verslagjaar 2020.
Op verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) zijn in 2021 diverse vragen toegevoegd. Hierbij gaat het om vragen over competenties, kennis en vaardigheden op het werk en het werkgeversperspectief hierop.
Deze publicatie beschrijft zowel hoe het onderzoek is uitgevoerd als de resultaten van de vragen die op verzoek van OCW zijn opgenomen. Zo komen kennis en vaardigheden van personeel aan de orde, zoals het vereiste niveau voor een bepaalde functie en maatregelen die bedrijven nemen om het niveau aan te laten sluiten. En ook of er binnen bedrijven grote veranderingen hebben plaatsgevonden en welke scholing daarbij hoorde.
In de bijgevoegde tabellen is voor alle onderwerpen een uitsplitsing gemaakt naar bedrijfsgrootte, bedrijfstak en regio.
Publicatiedatum: 27-03-2023
CBS pagina: Competenties, kennis en vaardigheden op het werk. Onderzoek Bedrijfsopleidingen 2020
Interactief dashboard met cijfers over de arbeidsmarktpositie van mbo-gediplomeerden voor de studiejaren 2013/’14 tot en met 2021/’22.
Het Centraal Bureau voora de Statistiek (CBS) maakt voor het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) cijfers over gediplomeerde studenten uit het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) die doorstromen binnen het onderwijs of uitstromen uit het onderwijs. Van de gediplomeerde uitstromers is vervolgens de arbeidsmarktpositie bepaald. Met dit dashboard is het mogelijk uitkomsten te vergelijken voor de verschillende mbo-opleidingen en mbo-instellingen.
De tabbladen ‘Mbo-opleidingen vergelijken’, ‘Mbo-instellingen vergelijken’ en ‘Bedrijfstakken’ zijn gebaseerd op registerdata en geven inzicht in de doorstroom en uitstroom van mbo-gediplomeerden. Daarnaast wordt voor de gediplomeerde mbo-uitstromers weergegeven in welke mate deze groep aan het werk is, wat hun uurloon is en in welke bedrijfstak zij aan het werk zijn.
Het tabblad ‘Schoolverlatersonderzoek (SVO)’ is gebaseerd op een enquête. Voor het SVO is een modelgebaseerde methode ontwikkeld waarmee er schattingen zijn gemaakt. Het SVO heeft als doel inzicht te krijgen in de aansluiting van school naar werk of naar vervolgopleiding. Met dit tabblad is het mogelijk om een mbo-instelling te vergelijken met andere mbo-instellingen op de indicatoren ‘Niveau gelijk of hoger dan opleiding’ en ‘Richting gelijk of verwant aan opleiding’.
Publicatiedatum: 15-11-2023
CBS pagina: Dashboard arbeidsmarktpositie van mbo-gediplomeerden
Dashboard over de arbeidsmarktkenmerken van uitstromers uit het voortgezet speciaal onderwijs (vso) en het praktijkonderwijs (pro).
Op verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) een dashboard samengesteld over de arbeidsmarktkenmerken van uitstromers uit het voortgezet speciaal onderwijs (vso) en het praktijkonderwijs (pro). Het geeft onder meer inzicht in welke mate vso- en pro-uitstromers uit cohort 2013/'14 tot en met 2020/'21 aan het werk zijn, een uitkering hebben en wat hun uurloon is.
Bij deze update zijn de gegevens per arbeidsmarktregio (AMR) en RMC-regio (Regionaal Meld- en Coördinatiepunt) aangevuld met cijfers over de cohorten 2019/’20 1 jaar na uitstroom en 2020/’21 direct na uitstroom.
Publicatiedatum: 21-12-2023
CBS pagina: Dashboard schoolverlaters vso en pro
Dashboard over de arbeidsmarktkenmerken van uitstromers uit het voortgezet speciaal onderwijs (vso) en het praktijkonderwijs (pro).
Op verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) een dashboard samengesteld over de arbeidsmarktkenmerken van uitstromers uit het voortgezet speciaal onderwijs (vso) en het praktijkonderwijs (pro). Het geeft onder meer inzicht in welke mate vso- en pro-uitstromers uit cohort 2013/'14 tot en met 2019/'20 aan het werk zijn, een uitkering hebben en wat hun uurloon is.
Bij deze update zijn gegevens over regio toegevoegd. Voor vso- en pro-uitstromers uit cohort 2016/’17 tot en met 2019/’20 zijn er nu ook gegevens beschikbaar per arbeidsmarktregio (AMR) en RMC-regio (Regionaal Meld- en Coördinatiepunt).
Publicatiedatum: 15-03-2023
CBS pagina: Dashboard schoolverlaters vso en pro
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) stelt budget beschikbaar om onderwijsachterstanden in het voortgezet onderwijs (vo) tegen te gaan. Op dit moment wordt dit budget verdeeld op basis van het percentage leerlingen op een vestiging dat in een apc-gebied woont. Wonen in een apc-gebied is echter een vrij grove indicatie van de kans op onderwijsachterstand. OCW is daarom op zoek naar een betere verdeelsleutel.
Eerder heeft het CBS een model ontwikkeld om per leerling de kans op onderwijsachterstand te berekenen. Hiervoor wordt naar meerdere kenmerken gekeken (opleidingsniveau en herkomst van de ouders, de verblijfsduur van de moeder in Nederland en of de ouders een schuldsaneringstraject doorlopen). Dit model geeft een betere verklaring voor de kans op onderwijsachterstand dan het gebied waarin leerlingen wonen.
OCW financiert niet op het niveau van leerlingen, maar op het niveau van onderwijsinstellingen. Daarom moeten de kansen op onderwijsachterstand van de leerlingen op een vestiging/school opgeteld worden zodat per vestiging/school een achterstandsscore berekend kan worden. Op basis van deze achterstandsscores kan dan het budget verdeeld worden. Dit optellen kan op meerdere manieren. OCW moet daarom meerdere beleidskeuzes maken. Het effect van de verschillende keuzes op de (her)verdeling van het budget is door het CBS cijfermatig in kaart gebracht.
In dit rapport wordt de ontwikkeling en uitwerking van de nieuwe verdeelsleutel beschreven. OCW streeft ernaar om deze nieuwe verdeelsleutel in 2024 te implementeren.
Publicatiedatum: 14-04-2023
CBS pagina: De vo-indicator voor het leerplusarrangement
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) stelt budget beschikbaar om onderwijsachterstanden in het voortgezet onderwijs (vo) tegen te gaan. Op dit moment wordt dit budget verdeeld op basis van het percentage leerlingen op een vestiging dat in een apc-gebied woont. Wonen in een apc-gebied is echter een vrij grove indicatie van de kans op onderwijsachterstand. OCW is daarom op zoek naar een betere verdeelsleutel.
Eerder heeft het CBS een model ontwikkeld om per leerling de kans op onderwijsachterstand te berekenen. Hiervoor wordt naar meerdere kenmerken gekeken (opleidingsniveau en herkomst van de ouders, de verblijfsduur van de moeder in Nederland en of de ouders een schuldsaneringstraject doorlopen). Dit model geeft een betere verklaring voor de kans op onderwijsachterstand dan het gebied waarin leerlingen wonen.
OCW financiert niet op het niveau van leerlingen, maar op het niveau van onderwijsinstellingen. Daarom moeten de kansen op onderwijsachterstand van de leerlingen op een vestiging opgeteld worden zodat per vestiging een achterstandsscore berekend kan worden. Op basis van deze achterstandsscores kan dan het budget verdeeld worden. Dit optellen kan op meerdere manieren. OCW moet daarom meerdere beleidskeuzes maken. Het effect van de verschillende keuzes op de (her)verdeling van het budget is door het CBS cijfermatig in kaart gebracht.
OCW heeft besloten om het praktijkonderwijs (pro) apart te financieren als het gaat om de verdeling van het budget om onderwijsachterstanden tegen te gaan. In dit rapport wordt de ontwikkeling en uitwerking van de nieuwe verdeelsleutel voor pro beschreven. OCW streeft ernaar om deze nieuwe verdeelsleutel in 2024 te implementeren.
Publicatiedatum: 17-04-2023
CBS pagina: De vo-indicator voor praktijkonderwijs
Aan het ministerie van OCW zijn gegevens geleverd over mbo-studenten uit studiejaar 2021/’22.
Studenten kunnen het volgende studiejaar in onderwijs blijven (doorstromers) of het onderwijs verlaten (uitstromers). Binnen de groep doorstromers worden deelnemers onderscheiden die een hoger onderwijsniveau volgen dan in studiejaar 2021/'22 (opstromers). De door- en uitstroom wordt gegeven naar instelling, domein, subgroep, beroepsopleiding, beroep, crebocode, leerweg, niveau en diploma van de behaalde of gevolgde opleiding.
Publicatiedatum: 14-06-2023
CBS pagina: Door- en uitstroom mbo-studenten 2021/’22
Maatwerktabellen over de doorstroom, uitstroom en arbeidsmarktpositie van verlaters van het voortgezet speciaal onderwijs (vso) en praktijkonderwijs (pro) uit schooljaar 2020/'21.
Maatwerktabellen over verlaters van het voortgezet speciaal onderwijs (vso) en praktijkonderwijs (pro) uit schooljaar 2020/'21. Bepaald is hoeveel van hen doorstroomden naar ander onderwijs en hoeveel van hen uitstroomden uit het onderwijs. Van de doorstromers is bepaald waarnaar ze zijn doorgestroomd en van de uitstromers is de arbeidsmarktpositie in oktober 2021 bepaald. Voor vso zijn de cijfers ook uitgesplitst naar uitstroomprofiel.
Publicatiedatum: 31-07-2023
CBS pagina: Doorstroom en arbeidsmarkt vso en pro verlaters, 20/’21
Brochure van OCW en het CBS die uitlegt waarom de achterstandsscores van scholen in het primair onderwijs van jaar tot jaar kunnen fluctueren.
Veel scholen hebben te maken met leerlingen met kans op onderwijsachterstanden. Het ministerie van OCW geeft besturen van basisscholen ieder jaar geld om achterstanden te voorkomen en te bestrijden. Deze verdeling gebeurt op basis van de onderwijsachterstandenindicator van het CBS. Het CBS berekent een achterstandsscore per school en OCW stelt de hoogte van de bekostiging per school vast. De bedragen die scholen ontvangen, worden op bestuursniveau uitgekeerd en kunnen van jaar tot jaar fluctueren. Hoe die bedragen worden vastgesteld en waardoor zij kunnen fluctueren, wordt in deze vernieuwde brochure door OCW en het CBS toegelicht.
Publicatiedatum: 09-11-2023
CBS pagina: Fluctuaties achterstandsscores scholen
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft het Centrum voor Beleidsstatistiek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CvB-CBS) gevraagd om gegevens te leveren over huishoudens waarin minimaal één persoon als leraar in het primair, voortgezet of middelbaar onderwijs werkzaam is.
De gegevens zijn tevens gecombineerd met het aantal kinderen in het huishouden, het al dan niet hebben van een koophuis, het aantal werkuren per week, en het primair en bruto huishoudinkomen.
Publicatiedatum: 21-04-2023
CBS pagina: Huishoudens werkzaam in het onderwijs, oktober 2020
Het CBS voert in 2023 het jaarlijkse onderzoek naar de studiepuntenmobiliteit van recent afgestudeerden in het hoger onderwijs uit. Op verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) zijn aan dit onderzoek een aantal vragen toegevoegd met als doel meer inzicht te krijgen in meerdere vormen van mobiliteit, ook gedurende de beperkingen vanwege de corona-pandemie. Deze vragen gaan onder meer over de duur van het verblijf in het buitenland, of het gaat om een fysieke mobiliteit of dat men vanuit Nederland digitaal lessen heeft gevolgd en welke vaardigheden men heeft geleerd of ontwikkeld.
Publicatiedatum: 21-12-2023
CBS pagina: Internationale mobiliteit studenten in het hoger onderwijs
Het CBS voert in 2022 het jaarlijkse onderzoek naar de studiepuntenmobiliteit van recent afgestudeerden in het hoger onderwijs. Op verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) zijn aan dit onderzoek een aantal vragen toegevoegd met als doel meer inzicht te krijgen in meerdere vormen van mobiliteit, ook gedurende de beperkingen vanwege de corona-pandemie. Deze vragen gaan onder meer over de duur van het verblijf in het buitenland, of het gaat om een fysieke mobiliteit of dat men vanuit Nederland digitaal lessen heeft gevolgd en welke vaardigheden men heeft geleerd of ontwikkeld.
Publicatiedatum: 14-02-2023
CBS pagina: Internationale mobiliteit studenten in het hoger onderwijs
De tabellenset beschrijft deelname aan cursussen basisvaardigheden in het kader van de Wet Educatie Beroepsonderwijs naar type en soort cursus en naar leeftijd, geslacht, moedertaal en woonregio van de cursusdeelnemers, personen 16 jaar en ouder, 2022.
Doel van het Landelijk Beeld Volwasseneneducatie is dat Rijk en gemeenten inzicht krijgen op landelijk niveau in het bereik van de uitvoering van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs op de aanpak van laaggeletterdheid. Daarom voert het CBS in opdracht van het ministerie van OCW elk jaar het Landelijk Beeld Volwasseneneducatie uit. Deze publicatie gaat over het verslagjaar 2022 van de monitor. In deze monitor staat deelname aan cursussen basisvaardigheden (taal-, reken- en digitale vaardigheden) centraal.
In het kader van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) krijgen de 35 WEB-regio’s in Nederland budget voor volwasseneducatie en de aanpak van laaggeletterdheid. Voor het Landelijk Beeld Volwasseneneducatie wordt per WEB-regio data aangeleverd aan het CBS. De aangeleverde data bevat informatie over de persoonskenmerken van de cursusdeelnemers en over de gevolgde cursussen. De data kan worden aangeleverd door zowel de verantwoordelijke gemeente van de regio of door de cursusaanbieders zelf. Het leveren van de data aan het CBS is niet verplicht en ook niet alle regio’s hebben data aangeleverd. Hierdoor is het nog niet mogelijk om een volledig beeld te geven van de gevolgde cursussen in Nederland.
In deze publicatie zijn de belangrijkste resultaten opgenomen. Ingegaan wordt op de gevolgde cursussen waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen taal, rekenen en digitale vaardigheden en daarnaast of het om een formele of non-formele cursus ging. Voor de cursusdeelnemers is in de publicatie uitgesplitst naar geslacht, leeftijd en moedertaal. Tot slot is er een uitsplitsing gemaakt naar WEB-regio. Voor deze monitor zijn er vanuit 31 van de 35 WEB-regio’s data aangeleverd, waarbij in een deel van deze regio’s het beeld van het cursusaanbod nog niet compleet is.
Publicatiedatum: 21-12-2023
CBS pagina: Landelijk Beeld Volwasseneneducatie, verslagjaar 2022
Voor het Rijk en gemeenten is het belangrijk om inzicht te krijgen van de effecten van hun beleid op de aanpak van laaggeletterdheid. Daarom heeft het CBS in 2021 een pilot onderzoek voor de Monitor Laaggeletterdheid in opdracht van het ministerie van OCW uitgevoerd. Deze publicatie gaat over het proefjaar 2022 van de monitor, waar centraal staat in hoeverre de geleverde data al bruikbaar zijn om een landelijk overzicht te geven van de deelnemers aan het cursusaanbod van taal-, reken- en digitale vaardighedencursussen.
In het kader van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) krijgen 35 WEB-regio’s in Nederland geld voor volwasseneducatie en de aanpak van laaggeletterdheid. Voor de Monitor Laaggeletterdheid wordt er per WEB-regio data aangeleverd aan het CBS. De aangeleverde data bevat informatie over de persoonskenmerken van de cursusdeelnemers en over de gevolgde cursussen. De data kan worden aangeleverd door zowel de verantwoordelijke gemeente van de regio of door de cursusaanbieders zelf. Het leveren van de data aan het CBS is niet verplicht en ook niet alle regio’s hebben data aangeleverd. Hierdoor is het nog niet mogelijk om een volledig beeld te geven van de gevolgde cursussen in Nederland.
In deze publicatie zijn de belangrijkste resultaten opgenomen. Ingegaan wordt op de gevolgde cursussen waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen taal, rekenen en digitale vaardigheden en daarnaast of het om een formele of non-formele cursus ging. Voor de cursusdeelnemers is in de publicatie uitgesplitst naar geslacht, leeftijd en moedertaal. Tot slot is er een uitsplitsing gemaakt naar regio.
Publicatiedatum: 10-03-2023
CBS pagina: Monitor Laaggeletterdheid, proefjaar 2022
Cijfers over musea in Nederland, het aantal bezoeken en kenmerken van bezoekers, werknemers, collecties en financiën over de periode van 2015 tot en met 2021.
Deze aanvullende tabellenset is samengesteld op verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. De tijdreeks bevat gegevens over de jaren 2015, 2016, 2017, 2018, 2019, 2020 en 2021. De tabellenset bevat 6 uitgebreide tabellen waarin de resultaten worden uitgesplitst naar provincie, type museum (beeldende kunst en overige musea), naar geregistreerde (BIS en overig geregistreerd) en niet geregistreerde musea, naar aard van de collectie (kunst, geschiedenis, natuurhistorie, bedrijf en techniek, volkenkunde, overig) en naar museumgrootte (klein, middelgroot en groot).
Deze tabellenset is ook gedeeld met de Museumvereniging (MV). Met deze partij werkt het CBS samen in het samenstellen van de cijfers.
Publicatiedatum: 01-07-2023
CBS pagina: Musea naar provincie en type, 2015-2021
Hoe ver was het rijden tot de dichtstbijzijnde bibliotheekvestiging in 2021?
Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft interesse in de nabijheid van bibliotheekvestigingen per gemeente in 2021. Daartoe heeft team Regio en Ruimte van het CBS deze tabellenset samengesteld met gegevens over de gemiddelde afstand tot de dichtstbijzijnde bibliotheekvestiging, berekend over het autowegennetwerk van 2021 en uitgedrukt in de regionale indeling van 2021.
Publicatiedatum: 20-02-2023
CBS pagina: Nabijheid van bibliotheekvestigingen in 2021
Hoe ver was het rijden tot de dichtstbijzijnde bibliotheekvoorziening in 2022? En in hoeverre zijn de afstanden voor 2019, 2021 en 2022 veranderd ten opzichte van 2014?
Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft, in de context van de eerste evaluatie van de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen, interesse in de nabijheid van bibliotheekvoorzieningen per gemeente in 2022 en de verandering van de nabijheid in 2019, 2021 en 2022 vergeleken met 2014. Daartoe heeft team Regio en Ruimte van het CBS bijgevoegde tabellenset samengesteld met gegevens over de verandering van de gemiddelde afstand tot de dichtstbijzijnde bibliotheekvoorziening in 2019, 2021 en 2022 ten opzichte van 2014 en de gemiddelde afstand tot de dichtstbijzijnde bibliotheekvoorziening in 2022, berekend over het autowegennetwerk van 2022 en uitgedrukt in de gemeentelijke indeling van 2022.
Publicatiedatum: 27-07-2023
CBS pagina: Nabijheid van bibliotheekvoorzieningen 2019, 2021 en 2022 versus 2014
Dashboard dat per gemeente de spreiding op risico’s op onderwijsachterstanden in kaart brengt, in tabellen en heatmaps.
Op verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) is het dashboard ontwikkeld. Vanaf 1 januari 2019 verdeelt OCW de middelen voor het onderwijsachterstandenbeleid op een nieuwe manier. Hiervoor gebruikt OCW een model dat eerder is ontwikkeld door het CBS (meer informatie hierover: zie samenvattend rapport). Met behulp van dit model worden onderwijsscores berekend per peuter (2,5 tot 4 jaar) en basisschoolleerling. Deze worden vervolgens opgeteld tot achterstandsscores per gemeente en drukken de verwachte achterstandsproblematiek uit. Op basis van deze scores verdeelt OCW het onderwijsachterstandenbudget over gemeenten. Het dashboard geeft gemeenten inzicht op welke plekken in hun gemeente het risico op onderwijsachterstanden het grootst is. Dit geeft ze de mogelijkheid om het beschikbare budget zo goed mogelijk in te kunnen zetten.
Publicatiedatum: 10-11-2023
CBS pagina: Onderwijsachterstanden per gemeente, 2023
Onderwijssoort van 15- en 17-jarigen naar het opleidingsniveau van de ouders, voor 38 gemeenteclusters, 2019-2021.
Tabellen met de onderwijssoort die 15- en 17-jarigen volgen, uitgesplitst naar het hoogst behaalde opleidingsniveau van de ouders in drie categorieën, voor 38 gemeenten of gemeenteclusters. Voor beide leeftijdsgroepen betreft het gemiddelde cijfers over drie schooljaren: 2019/'20, 2020/’21 en 2021/’22.
Publicatiedatum: 31-01-2023
CBS pagina: Onderwijssoort naar opleidingsniveau ouders, 2019-2021
Indien jongeren het onderwijs verlaten zonder startkwalificatie (een diploma op ten minste havo-, vwo- of mbo2-niveau) wordt gesproken van voortijdig schoolverlaten (vsv). Dit is nadeling voor zowel jongeren zelf (slechtere arbeidsmarktperspectieven) als voor de maatschappij (extra kosten vanwege een groter beroep op sociale voorzieningen).
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) stelt daarom middelen beschikbaar om vsv te minimaliseren. Dit budget wordt toegekend aan Regionale Meld- en Coördinatie Regio’s (RMC-regio’s). In deze RMC-regio’s werken scholen en gemeenten samen om te voorkomen dat jongeren het onderwijs verlaten zonder startkwalificatie.
OCW is op zoek naar een nieuwe manier om dit geld te verdelen over de regio’s. Uitgangspunten hierbij zijn dat met de nieuwe verdeelsleutel het geld daar ingezet wordt waar de vsv-problematiek relatief groot is en dat de nieuwe verdeelsleutel transparant en duidelijk is.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft daarom eerder op verzoek van OCW modellen ontwikkeld om voor leerlingen in het voortgezet onderwijs (vo) en studenten in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) de kans op vsv te schatten. Indien de vsv-kansen van de vo-leerlingen en mbo-studenten per regio opgeteld worden, kunnen zogenaamde regionale vsv-risicoscores berekend worden op basis waarvan OCW het beschikbare vsv-budget kan verdelen.
Dit optellen kan op meerdere manieren. OCW dient daarom meerdere beleidskeuzes te maken. In dit rapport worden de gevolgen van deze beleidskeuzes in kaart gebracht.
Publicatiedatum: 13-10-2023
CBS pagina: Regionale verdeelsleutel op basis van risicoscores voor voortijdig schoolverlaten
Op verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft team Onderwijs van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) tabellen samengesteld over schoolresultaten naar sociaal economische kenmerken.
De tabellen gaan over het (eind)toetsadvies, het definitief schooladvies en de geslaagden uitgesplitst naar het hoogste opleidingsniveau van de ouders en het huishoudensinkomen van de leerling. Het betreft cijfers over schooljaar 2021/'22.
Publicatiedatum: 19-12-2023
CBS pagina: Schoolresultaten naar sociaal economische kenmerken, 21/’22
De schoolweging per schoolvestiging en onderwijslocatie, 2020-2023
Per schoolvestiging en onderwijslocatie in het primair onderwijs is voor de jaren 2020 tot en met 2023 de schoolweging berekend. Dit is een maat voor de verwachte onderwijsprestaties. De cijfers zijn berekend op verzoek van de Inspectie van het Onderwijs. De gebruikte schoolweging is gebaseerd op de onderwijsscores die eerder ontwikkeld zijn in opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) om onderwijsachterstanden te voorspellen.
Publicatiedatum: 11-07-2023
CBS pagina: Schoolweging, 2020-2023
Voor het beschrijven van het onderwijsniveau van de bevolking wordt veelal de indeling laag - middelbaar - hoog gebruikt. Het gebruik van deze terminologie zou er toe kunnen bijdragen dat de ene opleiding minder waard wordt gevonden dan de andere. Eerder heeft het CBS al onderzocht of de indeling in praktisch- en theoretisch opgeleiden een bruikbaar alternatief zou kunnen zijn. In aanvulling op dit onderzoek heeft het CBS nu meerdere alternatieven onderzocht en deze aan de hand van vijf criteria beoordeeld. Het gaat daarbij om de vraag of het alternatief een hiërarchie kent, hoe de aansluiting is met de internationale standaard onderwijsindeling (ISCED), hoe herkenbaar het alternatief is, hoe toepasbaar/bruikbaar en of sprake is van een structuurwijziging van de nationale standaard onderwijsindeling (SOI). Om de alternatieven goed te kunnen beoordelen is voorafgaand het Nederlandse onderwijsstelsel en de gangbare terminologie besproken. Ook is bekeken hoe het onderwijsstelsel in andere landen is vormgegeven en wat de daar gangbare terminologie is.
Publicatiedatum: 06-07-2023
CBS pagina: Van leerladder naar onderwijswaaier. Verkenning CBS naar alternatieven laag – middelbaar – hoog
Scholen voor gespecialiseerd onderwijs hieronder vallen speciaal basisonderwijs (sbo), speciaal onderwijs (so) en voortgezet speciaal onderwijs (vso), kunnen om onderwijsachterstanden te bestrijden extra personele bekostiging ontvangen voor leerlingen die tot een culturele minderheid behoren (de zogenoemde cumi-regeling). Deze bekostigingssystematiek voor het sbo, so en vso is verouderd en de CBS-indicator basisonderwijs wordt gezien als mogelijk alternatief. Het ongewijzigd toepassen van de CBS-indicator basisonderwijs op het gespecialiseerd onderwijs is alleen mogelijk als de populaties ongeveer gelijk zijn. Het ministerie van OCW heeft daarom aan het CBS gevraagd om de samenstelling van de verschillende groepen in kaart te brengen.
Publicatiedatum: 07-02-2023
CBS pagina: Vergelijking populaties gespecialiseerd onderwijs en basisonderwijs
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) wil het financiële verdeelmodel voor voortijdig schoolverlaten (vsv) herzien. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft op verzoek van het ministerie van OCW verkend of het mogelijk is om, op basis van kenmerken die in registraties bij het CBS aanwezig zijn, een indicator te ontwikkelen om de omvang van de vsv-problematiek per regio te schatten.
In het huidige rapport staat de vraag centraal of een model ontwikkeld kan worden om per leerling of student de kans op vsv te schatten. Daarbij wordt onderzocht welke combinatie van kenmerken het beste hiervoor gebruikt kan worden. Hierbij zijn aparte modellen ontwikkeld voor het voorgezet onderwijs en voor het middelbaar beroepsonderwijs. In dit rapport wordt alleen gekeken naar de kans op vsv op individueel niveau. OCW verdeelt echter de middelen om vsv tegen te gaan over verschillende regio’s. De vertaalslag van individuele kans naar regionale schatting van de kans op vsv is onderwerp van vervolgonderzoek. De uitkomsten worden in dit rapport beschreven, net als de methode en data waarmee de modellen zijn berekend.
Publicatiedatum: 02-10-2023
CBS pagina: Verkenning alternatief verdeelmodel voor voortijdig schoolverlaten; herziene versie
In deze tabellenset wordt informatie over gediplomeerde en ongediplomeerde voortijdig schoolverlaters gepresenteerd. Het gaat daarbij onder meer om het oordeel over de gevolgde opleiding, wat men is gaan doen na het verlaten van hun opleiding en wat de toekomstplannen zijn.
Deze tabellen zijn gebaseerd op drie edities van het schoolverlatersonderzoek (SVO); 2020, 2021 en 2022. Het Schoolverlatersonderzoek (SVO) heeft als doel inzicht te krijgen in de aansluiting van school naar werk of naar vervolgopleiding. Het CBS doet het Schoolverlatersonderzoek in opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) en werkt daarbij samen met het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA).
Publicatiedatum: 24-07-2023
CBS pagina: Voortijdig schoolverlaters, 2020-2022