Aandeel vrouwelijke docenten en hoogleraren op de universiteiten

Het emancipatiebeleid streeft naar een gelijkere verdeling van mannen en vrouwen in topfuncties van bedrijven en organisaties, ook op universiteiten. Op de Nederlandse universiteiten neemt het aandeel vrouwelijke hoogleraren, universitaire hoofddocenten (UHD's) en universitaire docenten (UD's) sinds 1998 gestaag toe. Ook doordat er in jongere leeftijdsgroepen in verhouding meer vrouwen zijn dan in oudere, ligt verdere stijging voor de hand.

In de eerste figuur staat het aandeel vrouwen onder hoogleraren, UHD's en UD's sinds 1998. De tweede figuur laat voor eind 2023 het aandeel vrouwen zien per leeftijdsgroep.

Aandeel vrouwelijke docenten en hoogleraren op de universiteiten

Aandeel vrouwelijke docenten en hoogleraren op de universiteiten Fte's in procenten per functiegroep, 31 december
PeriodeHoogleraarUniversitair hoofddocentUniversitair docent
19985,57,720,1
19996,18,121,2
20006,510,422
20017,210,922,4
20028,313,223,2
20038,613,724,4
20049,513,726,9
20059,915,527,8
200610,516,528,9
200711,217,130,1
200811,718,231,1
200912,419,332
201013,420,432,9
201114,821,534,1
201215,72235,3
201316,324,436,1
201417,125,637
201518,126,338,6
201619,327,539,3
201720,928,640,7
201823,128,441,8
201924,229,441,9
202025,730,543,5
202126,732,444,5
202227,633,845,9
202328,735,446,9

Het aandeel vrouwelijke hoogleraren (in fte) aan de universiteiten is sinds 1998 bijna verzesvoudigd en bedroeg 28,7% eind 2023. De groei ten opzichte van het jaar ervoor was vergelijkbaar met die in 2022 en in 2021. Daarmee ligt het groeitempo de laatste jaren onder het gemiddelde van de afgelopen tien jaar. Volgens het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren (LNVH) zal het met deze groei nog tot 2044 duren voordat er een evenredige verdeling tussen mannen en vrouwen is bereikt. In 2017 en 2018 was er een sterkere groei die deels toe te schrijven was aan de zogenoemde Westerdijk Talentimpuls, waarbij er met subsidie van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 100 ‘extra’ vrouwelijke hoogleraren werden benoemd. Daarnaast zetten universiteiten zich sinds 2015 in om meer vrouwelijke hoogleraren te benoemen. Onder universitaire docenten (UD’s) en universitair hoofddocenten (UHD’s) zijn met respectievelijk 46,9% en 35,4% meer vrouwen dan onder hoogleraren. In alle drie de groepen neemt het aandeel vrouwen al jaren vrijwel onafgebroken toe.

WOPI (UNL) Brontabel als csv (593 bytes)

Aandeel vrouwelijke docenten en hoogleraren op de universiteiten, 31 december 2023

Aandeel vrouwelijke docenten en hoogleraren op de universiteiten, 31 december 2023 Fte's in procenten per functie- en leeftijdsgroep
Functiegroeptot 40 jaar40 tot 50 jaar50 tot 60 jaar60 jaar of ouder
Hoogleraar38,138,22919,1
Universitair hoofddocent41,138,834,219,5
Universitair docent50,646,136,626,7

Het aandeel vrouwelijke hoogleraren, UHD's en UD's aan de Nederlandse universiteiten verschilt per leeftijdsgroep. Hoe jonger, hoe hoger het aandeel vrouwen. De verwachting is daarom dat het aandeel vrouwen in deze functiegroepen de komende jaren verder zal toenemen. 
Op 31 december 2023 was bijna 1 op de 5 hoogleraren (fte's) van 60 jaar of ouder een vrouw. Van de hoogleraren jonger dan 50 jaar was dat twee keer zoveel. Bij de universitaire docenten (UD's) was het aandeel vrouwen in elke onderscheiden leeftijdsgroep groter dan bij hoogleraren en bij UHD’s. Van de UD's jonger dan 40 jaar was de helft een vrouw.

WOPI (UNL) Brontabel als csv (190 bytes)