Aandeel vrouwelijke docenten en hoogleraren op de universiteiten
Het emancipatiebeleid streeft naar een gelijkere verdeling van mannen en vrouwen in topfuncties van bedrijven en organisaties, ook op universiteiten. Op de Nederlandse universiteiten neemt het aandeel vrouwelijke hoogleraren, universitaire hoofddocenten (UHD's) en universitaire docenten (UD's) sinds 1998 gestaag toe. Ook doordat er in jongere leeftijdsgroepen in verhouding meer vrouwen zijn dan in oudere, ligt verdere stijging voor de hand.
In de eerste figuur staat het aandeel vrouwen onder hoogleraren, UHD's en UD's sinds 1998. De tweede figuur laat voor eind 2022 het aandeel vrouwen zien per leeftijdsgroep.
Aandeel vrouwelijke docenten en hoogleraren op de universiteiten
Periode | Hoogleraar | Universitair hoofddocent | Universitair docent |
---|---|---|---|
1998 | 5,5 | 7,7 | 20,1 |
1999 | 6,1 | 8,1 | 21,2 |
2000 | 6,5 | 10,4 | 22 |
2001 | 7,2 | 10,9 | 22,4 |
2002 | 8,3 | 13,2 | 23,2 |
2003 | 8,6 | 13,7 | 24,4 |
2004 | 9,5 | 13,7 | 26,9 |
2005 | 9,9 | 15,5 | 27,8 |
2006 | 10,5 | 16,5 | 28,9 |
2007 | 11,2 | 17,1 | 30,1 |
2008 | 11,7 | 18,2 | 31,1 |
2009 | 12,4 | 19,3 | 32 |
2010 | 13,4 | 20,4 | 32,9 |
2011 | 14,8 | 21,5 | 34,1 |
2012 | 15,7 | 22 | 35,3 |
2013 | 16,3 | 24,4 | 36,1 |
2014 | 17,1 | 25,6 | 37 |
2015 | 18,1 | 26,3 | 38,6 |
2016 | 19,3 | 27,5 | 39,3 |
2017 | 20,9 | 28,6 | 40,7 |
2018 | 23,1 | 28,4 | 41,8 |
2019 | 24,2 | 29,4 | 41,9 |
2020 | 25,7 | 30,5 | 43,5 |
2021 | 26,7 | 32,4 | 44,5 |
2022 | 27,6 | 33,8 | 45,9 |
Het aandeel vrouwelijke hoogleraren (in fte) aan de universiteiten is sinds 1998 vervijfvoudigd en bedroeg 27,6% eind 2022. De groei ten opzichte van het jaar ervoor was in 2022 en in 2021 met 1,0 procentpunt kleiner dan eerder. Volgens het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren (LNVH) zal het met deze groei nog tot 2045 duren voordat er een evenredige verdeling tussen mannen en vrouwen is bereikt. In 2017 en 2018 was er een sterkere groei die deels toe te schrijven was aan de zogenoemde Westerdijk Talentimpuls, waarbij er met subsidie van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 100 ‘extra’ vrouwelijke hoogleraren werden benoemd. Daarnaast zetten universiteiten zich sinds 2015 in om meer vrouwelijke hoogleraren te benoemen. Onder universitaire docenten (UD’s) en universitair hoofddocenten (UHD’s) zijn met respectievelijk 45,9% en 33,8% meer vrouwen dan onder hoogleraren. In alle drie de groepen neemt het aandeel vrouwen al jaren vrijwel onafgebroken toe.
Vrouwelijke docenten en hoogleraren op universiteiten, 31 december 2022
Functiegroep | tot 40 jaar | 40 tot 50 jaar | 50 tot 60 jaar | 60 jaar of ouder |
---|---|---|---|---|
Hoogleraar | 44,5 | 35,8 | 27,5 | 19 |
Universitair hoofddocent | 37,9 | 38 | 32,2 | 18,6 |
Universitair docent | 49,9 | 44,6 | 36,9 | 27 |
Het aandeel vrouwelijke hoogleraren, UHD's en UD's aan de Nederlandse universiteiten verschilt per leeftijdsgroep. Hoe jonger, hoe hoger het aandeel vrouwen. De verwachting is daarom dat het aandeel vrouwen in deze functiegroepen de komende jaren verder zal toenemen.
Op 31 december 2022 was 19,0% van de hoogleraren (fte's) van 60 jaar of ouder een vrouw. Van de hoogleraren jonger dan 40 jaar was dat 44,5%. Bij de universitaire docenten (UD's) was het aandeel vrouwen in elke onderscheiden leeftijdsgroep groter dan bij hoogleraren en bij UHD’s. Van de UD's jonger dan 40 jaar was de helft een vrouw.