Aantal fte in onderzoeksfuncties aan universiteiten
Het aantal fte in onderzoeksfuncties aan universitair medische centra (UMC’s) geeft inzicht in de beschikbare onderzoekscapaciteit aan UMC’s. Het gaat hierbij om het aantal fte personeel in functies met een onderzoektaak. De ontwikkeling van deze indicator over de tijd geeft inzicht in de mate waarin er meer of minder tijd aan onderzoek kan worden besteed. Daarbij is de veronderstelling dat als er meer fte beschikbaar zijn in functies met een onderzoektaak, er meer ruimte is voor het uitvoeren van onderzoek.
De grafiek laat de ontwikkeling zien van het aantal fte in functies met een onderzoektaak aan UMC’s, in de periode 2018-2023.
Aantal onderzoeksfuncties aan UMC’s
| Jaar | Wetenschappelijk onderzoek en onderwijs | Medisch specialisten | Arts assistenten en basisartsen | In opleiding |
|---|---|---|---|---|
| 2018 | 4488 | 3907 | 3940 | 3131 |
| 2019 | 5408 | 4516 | 4123 | 3392 |
| 2020 | 5799 | 4673 | 4086 | 3734 |
| 2021 | 5823 | 4823 | 4153 | 3988 |
| 2022 | 5902 | 4861 | 4025 | 4133 |
| 2023 | 5801 | 4886 | 3943 | 4127 |
Het totaal aantal fte in functies met een onderzoektaak aan UMCs (niet zichtbaar in de grafiek, wel in de brontabel) neemt toe van 17.852 fte in 2018 tot 18.757 fte in 2023 (+5,1%).
Het aantal fte van artsen in opleiding is tussen 2019 en 2023 het meest toegenomen van 3.392 fte in 2019 tot 4.127 fte in 2023 (+21,7%). Het aantal fte medisch specialisten is in diezelfde periode minder sterk toegenomen (+8,2%). Datzelfde geldt voor het aantal fte onderzoek en onderwijs, dat tussen 2019 en 2023 steeg met 7,3%. Het aantal fte arts-assistenten en basisartsen is iets gedaald (-4,4%).
Het totale personeelsbestand van universiteiten (niet zichtbaar in de grafiek, wel in de brontabel) neemt toe van 60.892 fte in 2018 tot 63.425 fte in 2024 (+4,2%). Daarmee is de groei van het aantal fte in functies met een onderzoekstaak groter dan de groei van het aantal fte in overige functies.
Aandeel onderzoeksfuncties binnen het totale personeelsbestand van UMC’s
| Jaar | Wetenschappelijk onderzoek en onderwijs | Medisch specialisten | Arts assistenten en basisartsen | In opleiding |
|---|---|---|---|---|
| 2018 | 7,37 | 6,42 | 6,47 | 5,14 |
| 2019 | 9,04 | 7,55 | 6,9 | 5,67 |
| 2020 | 9,35 | 7,53 | 6,59 | 6,02 |
| 2021 | 9,17 | 7,6 | 6,54 | 6,28 |
| 2022 | 9,26 | 7,62 | 6,31 | 6,48 |
| 2023 | 9,15 | 7,7 | 6,22 | 6,51 |
In de periode 2018-2023 is het aandeel van de functies met een onderzoekstaak in het personeelsbestand van de UMC’s stabiel. Dit ligt rond 29,5% (niet zichtbaar in de grafiek, wel in de brontabel).
Daarbinnen is de functiegroep wetenschappelijk onderzoek en onderwijs het grootst, gevolgd door de medisch specialisten. Het aandeel van deze twee functiegroepen is in de periode 2019-2023 stabiel. Het aandeel van de arts-assistenten en basisartsen neemt in deze periode iets af, terwijl dat van de artsen in opleiding iets stijgt.