Het aandeel vrouwelijke onderzoekers per sector
In toenemende mate levert het hoger onderwijs hoogopgeleide vrouwen af. Het is de vraag in hoeverre ze ook een positie hebben verworven binnen de wereld van het onderzoek. De figuur laat de ontwikkeling van het aandeel van vrouwelijke onderzoekers op het totaal aan onderzoekers per sector zien.
Vrouwelijke onderzoekers
Sector | 2001 | 2003 | 2005 | 2007 | 2009 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bedrijven | 9,3 | 8,7 | 10 | 13,2 | 14,2 | 14,9 | 15,4 | 18,2 | 18,6 | 18,8 | 20,1 | 20,3 | 21,3 | 22,3 | 22,6 | 24,2 |
Researchinstellingen | 19,5 | 24,8 | 29,4 | 30,1 | 30,4 | 33,6 | 40,5 | 39,8 | 39 | 38,5 | 40,6 | 36,9 | 40,9 | 41,4 | 43,2 | 45,5 |
Hoger onderwijs | 25,7 | 28,1 | 30,1 | 30,3 | 32,6 | 40,8 | 41,1 | 41,4 | 41,8 | 42,2 | 42,8 | 43,1 | 43,7 | 43,7 | 44,8 | 45,7 |
Het aandeel vrouwelijke onderzoekers is het hoogste in het hoger onderwijs, gevolgd door de researchinstellingen. Bedrijven lopen in dit opzicht duidelijk achter bij de twee andere sectoren, waarschijnlijk door het meer natuur en technisch georiƫnteerde onderzoek bij de bedrijven in vergelijking met het onderzoek in het hoger onderwijs en bij de researchinstellingen. Er is sprake van een duidelijke groei in het aandeel vrouwelijke onderzoekers tussen 2001 en 2020, vooral bij bedrijven en researchinstellingen, waar het aandeel meer dan verdubbelt. Desondanks is het totale aandeel vrouwelijke onderzoekers in Nederland lager dan in de meeste EU-landen, behalve Luxemburg, Frankrijk, Duitsland, Hongarije en Tsjechiƫ.