R&D-personeel Nederland naar sector
Net als bij de R&D-uitgaven is het R&D-personeel te verdelen naar de drie sectoren waar zij werken: bedrijven, hoger onderwijs en researchinstellingen.
R&D-personeel totaal in Nederland
Jaar | Researchinstellingen | Hoger onderwijs | Bedrijven |
---|---|---|---|
2000 | 13,7 | 25,6 | 47,5 |
2001 | 13,9 | 26,4 | 48,4 |
2002 | 13,7 | 26,9 | 47 |
2003 | 14,3 | 27,5 | 44,5 |
2004 | 13,6 | 28,4 | 50 |
2005 | 12,7 | 28,9 | 48,6 |
2006 | 12,8 | 28,6 | 52,8 |
2007 | 12,1 | 28,6 | 49,2 |
2008 | 12,2 | 29,1 | 48 |
2009 | 11,4 | 29,5 | 42,3 |
2010 | 11,4 | 30,2 | 54,1 |
2011 | 11,2 | 32,2 | 74 |
2012 | 13,5 | 32 | 76,8 |
2013 | 8,2 | 32,3 | 95,1 |
2014 | 8,3 | 33,2 | 94,6 |
2015 | 8,3 | 33,6 | 97,4 |
2016 | 8,6 | 33,3 | 102,6 |
2017 | 8,6 | 34,4 | 107,5 |
2018 | 9,3 | 34,7 | 112,8 |
2019 | 9,3 | 36 | 115,1 |
2020 | 9,6 | 38,4 | 118,4 |
2021 | 9,6 | 40,4 | 123,6 |
De periode tot 2011 laat schommelingen zien in de omvang van het R&D -personeel, die vooral veroorzaakt worden door de schommelingen bij bedrijven. Het hoger onderwijs laat een regelmatige stijging zien in het R&D-personeel, terwijl de ontwikkeling bij de researchinstellingen ook wat onregelmatig is.
In 2013 is een stijging te zien bij de bedrijven en een daling bij de research instituten. Dit is deels het gevolg van een toename in de R&D uitgaven maar daarnaast van een wijziging in de methodiek conform internationale afspraken die zijn vastgelegd in de Frascati Handleiding. Vanaf 2013 wordt ook het ingehuurde personeel dat werkzaam is op R&D-projecten binnen de organisatie meegerekend, en daarnaast wordt een deel van de researchinstituten tot de bedrijvensector gerekend.
Tussen 2013 en 2021 neemt het R&D personeel met 28 procent toe; een toename van gemiddeld ruim 3 procent per jaar. In alle sectoren is in deze periode sprake van groei; het sterkst in de bedrijvensector (+ 30%). De groei van R&D personeel bij de researchinstellingen bedraagt 17 procent en in de hoger onderwijssector bedraagt 25 procent.