Internationale mobiliteit van wetenschappers
Internationale mobiliteit van wetenschappers bevordert de circulatie van kennis. Wetenschappers die naar Nederland komen, nemen hun bestaande kennis en netwerk mee naar hun nieuwe werkplek, waardoor ze een bijdrage leveren aan de Nederlandse wetenschap en economie en nieuwe verbindingen met het buitenland tot stand brengen. Ook vertrekkende wetenschappers zorgen voor nieuwe verbindingen, maar mogelijk ook voor kennisverlies.
Deze indicator geeft inzicht in de internationale mobiliteit van wetenschappers op basis van informatie uit Web of Science over het adres van de organisatie waar zij werken (affiliatie). Met deze informatie kunnen we een indicatie geven van de instroom en uitstroom van wetenschappers naar en uit Nederland sinds 2018 en de ontwikkelingen per wetenschapsgebied.
De indicator is gebaseerd op de affiliaties van wetenschappers zoals vermeld op hun publicaties in Web of Science. Een wetenschappelijk auteur die in 2022 exclusief in Nederland publiceert en in 2023 exclusief in het buitenland, wordt daarbij gerekend tot de uitstroom in 2023. Een wetenschappelijk auteur die in 2022 in andere landen publiceert en in 2023 exclusief in Nederland, wordt gerekend tot instroom in 2023.
Deze methode benadrukt de mobiliteit van wetenschappers tijdens hun wetenschappelijke loopbaan – en niet hun nationaliteit. De methode levert inzicht in patronen, maar is een onderschatting van de feitelijke mobiliteit: mobiliteit van wetenschappers die (nog) niet in Web of Science publiceren is niet zichtbaar. Dat kan bijvoorbeeld gelden voor promovendi die bij de start van of tijdens hun promotie naar Nederland komen of uit Nederland vertrekken. Ook mobiliteit die korter dan een jaar duurt blijft buiten beeld.
De indicator toont de relatieve omvang van de instroom en uitstroom van wetenschappers en de verhouding tussen de omvang van die twee, per wetenschapsgebied. Dit gebeurt voor de jaren 2018-2023.
Verhouding tussen instroom en uitstroom
Jaar | Techniek | Natuur | Sociale wetenschappen | Gezondheid | Totaal |
---|---|---|---|---|---|
2018 | 1,11 | 1,01 | 0,95 | 0,95 | 1,01 |
2019 | 0,93 | 1,06 | 1,05 | 1,03 | 1,02 |
2020 | 1,48 | 1,16 | 1,15 | 0,96 | 1,13 |
2021 | 1,87 | 1,20 | 1,25 | 1,08 | 1,27 |
2022 | 1,38 | 1,27 | 1,33 | 1,16 | 1,26 |
2023 | 1,69 | 1,19 | 1,32 | 1,04 | 1,23 |
De figuur geeft de verhoudingen (ratio) weer tussen de instroom van wetenschappers in Nederland en uitstroom van wetenschappers naar het buitenland. Een cijfer boven de 1 betekent dat er dat jaar meer wetenschappers binnenkomen dan naar het buitenland vertrekken en een cijfer lager dan 1 betekent dat er juist meer wetenschappers vertrekken.
Als we het aantal wetenschappers dat naar Nederland toe komt, vergelijken met het aantal wetenschappers dat uit Nederland vertrekt, zien we dat er voor de meeste wetenschapsgebieden sprake is van een netto instroom. Deze netto instroom is het sterkste in de techniek, waar de instroom in 2021 en 2023 ruim anderhalf keer zo groot is als de uitstroom. In het wetenschapsgebied gezondheid is de verhouding tussen instroom en uitstroom min of meer gelijk. In de sociale wetenschappen was de verhouding 1,3 in 2023: voor elke 3 vertrekkende wetenschappers kwamen er 4 Nederland binnen. In de natuurwetenschappen was de verhouding 1,2: voor elke 4 vertrekkers kwamen er 5 Nederland binnen. Op het totaal aan wetenschappelijke auteurs is de verhouding 1,2, gelijk aan die in de natuurwetenschappen. De netto instroom was in 2023 in elk van de wetenschapsgebieden hoger dan in 2018.
Naast sedentaire en internationaal mobiele wetenschappelijke auteurs, zijn er ook wetenschappelijke auteurs (WoS) die in hetzelfde jaar affiliaties hebben in Nederland en in één of meer andere landen. Dat zijn er elk jaar ongeveer 12.000. Zo waren er 12.199 auteurs met affiliaties in meerdere landen in 2022. Dit is 19% van alle wetenschappelijk auteurs die dat jaar geheel of gedeeltelijk geaffilieerd waren met Nederland. Zij publiceerden in één jaar zowel vanuit een Nederlandse instelling als vanuit een instelling in het buitenland. Dat kan zijn omdat zij een dubbelaanstelling hadden, maar ook omdat zij een gedeelte van het jaar in het buitenland werkten.
Instroom per wetenschapsgebied
Gebied | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|---|
Techniek | 5,1 | 5,1 | 6 | 7,2 | 5,9 | 6,7 |
Natuur | 4,9 | 5,1 | 5,6 | 6,1 | 6,3 | 6,3 |
Sociale wetenschappen | 3,9 | 4,1 | 4,8 | 5 | 5 | 5 |
Gezondheid | 1,5 | 1,6 | 1,8 | 1,7 | 1,8 | 1,6 |
Totaal | 3,1 | 3,2 | 3,6 | 3,8 | 3,8 | 3,8 |
De figuur laat per wetenschapsgebied zien hoe groot de instroom was ten opzichte van het totaal aantal actief publicerende wetenschappers in hetzelfde jaar. Instromers zijn wetenschappers die dat jaar voor het eerst (weer) publiceren vanuit een Nederlandse instelling na minimaal een jaar in het buitenland actief te zijn geweest.
De instroom nam de laatste jaren licht toe, van 3,1% in 2018 naar 3,8% in 2023. Dat betekent dat ten opzichte van het aantal volledig vanuit Nederland publicerende wetenschappers in 2023, de omvang van de instroom 3,8% was. De instroom is in 2023 het grootste in het wetenschapsgebied techniek: 6,7%. De instroom in de is relatief klein (1,6% in 2023). Dat geldt ook voor de uitstroom in de medische wetenschappen (zie hierna). Dit betekent dat er in verhouding tot het totaal aantal medische wetenschappers actief in Nederland weinig internationale mobiliteit is.
Uitstroom per wetenschapsgebied
Gebied | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|---|
Techniek | 4,6 | 5,5 | 4,1 | 3,8 | 4,3 | 3,9 |
Natuur | 4,9 | 4,8 | 4,8 | 5,1 | 5 | 5,3 |
Sociale wetenschappen | 4,1 | 3,9 | 4,2 | 4 | 3,7 | 3,8 |
Gezondheid | 1,6 | 1,6 | 1,9 | 1,6 | 1,5 | 1,6 |
Totaal | 3,1 | 3,2 | 3,2 | 3 | 3 | 3,1 |
De figuur laat per wetenschapsgebied zien hoe groot de uitstroom was ten opzichte van het totaal aantal actief publicerende wetenschappers in hetzelfde jaar. Uitstromers publiceerden dat jaar voor het eerst niet meer vanuit een Nederlandse instelling, maar vanuit een buitenlandse.
De omvang van de uitstroom bleef de laatste jaren min of meer gelijk: 3,1%. In de techniek neemt het aandeel uitstromende wetenschappers relatief gezien af: van 4,6% in 2018 naar 3,9% in 2023. De uitstroom van wetenschappers in het gebied gezondheid is relatief laag, met 1,6% in 2023. Ditzelfde beeld zagen we ook bij de instroom van wetenschappers in het gebied gezondheid. Het betekent dat er in verhouding tot het totaal aantal medische wetenschappers actief in Nederland weinig internationale mobiliteit is.
15 grootste herkomst- en bestemmingslanden
Positie | Instroom | Uitstroom |
---|---|---|
1 | VS | VS |
2 | DUI | DUI |
3 | VK | VK |
4 | CHI | BEL |
5 | BEL | ZWI |
6 | ITA | FRA |
7 | FRA | AUS |
8 | SPA | CHI |
9 | ZWI | ZWE |
10 | CAN | CAN |
11 | IRN | ITA |
12 | AUS | SPA |
13 | IND | DEN |
14 | BRA | NOO |
15 | ZWE | OOS |
De tabel toont uit welke landen tussen 2008 en 2023 de meeste wetenschappers naar Nederland kwamen, en naar welke landen de meeste wetenschappers vertrokken. De Verenigde Staten (VS), Duitsland en het Verenigd Koninkrijk (VK) zijn de grootste herkomstlanden en bestemmingslanden. Ongeveer 1 op de 4 binnenkomende wetenschappers kwam uit deze landen, 1 op de 4 vertrekkers ging erheen. Ook met België en Frankrijk vindt veel uitwisseling van wetenschappers plaats.
China is na de VS, Duitsland en het VK het land waar de meeste binnenkomende wetenschappers vandaan komen. Kijken we naar de vertrekkende wetenschappers, dan is China het achtste bestemmingsland.