Hoe ziet de doorstroom van vso-leerlingen uit?
Bijna de helft van de leerlingen die vso verlaat, studeert verder
Bijna tienduizend vso-leerlingen (cluster 3 en 4) verlaten het vso na schooljaar 2014/2015. Zij verlaten in 2015 het vso. Een deel van deze vso-leerlingen gaat helemaal van school. Dit noemen we ‘uitstroom’. Het gaat om 55% van de vso-leerlingen die het vso verlaten. Zij gaan bijvoorbeeld aan het werk, gaan naar dagbesteding, of zitten thuis. De andere 45% van de leerlingen die het vso verlaten stroomt door binnen (bekostigd) onderwijs. Dit noemen we ‘doorstroom’.
Uitstroom en doorstroom vso-leerlingen
Periode | uitstroom | doorstroom |
---|---|---|
2010 | 4585 | 3886 |
2011 | 4846 | 3962 |
2012 | 4766 | 3979 |
2013 | 5180 | 4263 |
2014 | 5258 | 4673 |
Er zijn grote verschillen in uitstroom tussen vso-leerlingen die uit het cluster 3 komen en vso-leerlingen die uit het cluster 4 komen. Vanuit cluster 3 verlaat de meerderheid (ca. 85%) het onderwijs, terwijl in cluster 4 minder dan de helft het onderwijs verlaat (ca. 42%). Dit verschil is te verwachten, aangezien leerlingen in cluster 3 een verstandelijke en/of lichamelijke beperking hebben, met weinig perspectief op succes in het vervolgonderwijs. Met de invoering van passend onderwijs wordt het onderscheid tussen cluster 3 en cluster 4 leerlingen niet meer gemaakt. Er wordt nu onderscheid gemaakt naar zwaarte van de ondersteuning.
Doorstroom naar onderwijssoort
onderwijssoort | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 |
---|---|---|---|---|---|
po | 0,51% | 0,45% | 0,23% | 0,05% | 0,04% |
pro | 6,46% | 5,68% | 5,43% | 4,97% | 5,09% |
brug vo | 5,98% | 5,21% | 4,84% | 0,00% | 0,00% |
vmbo b | 2,65% | 3,17% | 3,35% | 3,30% | 0,00% |
vmbo k | 2,15% | 3,37% | 2,72% | 2,82% | 0,00% |
vmbo gt | 4,01% | 3,27% | 4,90% | 3,40% | 0,00% |
havo | 4,76% | 3,58% | 4,30% | 4,20% | 3,92% |
vwo | 1,49% | 0,93% | 0,75% | 1,06% | 1,31% |
mbo1 | 21,69% | 22,74% | 20,88% | 21,60% | 21,27% |
mbo2 | 28,33% | 26,68% | 28,17% | 25,43% | 25,17% |
mbo3 | 6,87% | 7,47% | 7,49% | 6,10% | 9,14% |
mbo4 | 10,60% | 14,56% | 13,85% | 16,35% | 15,24% |
hbo | 2,03% | 2,85% | 3,12% | 4,06% | 4,47% |
De meeste vso-leerlingen die doorstromen naar ander onderwijs, gaan naar het mbo. Jaarlijks gaan bijna duizend leerlingen vanuit het vso naar een mbo-opleiding op niveau 1 (entreeopleiding) en ruim duizend naar een mbo-opleiding op niveau 2. De laatste jaren is een toename zichtbaar van de doorstroom vanuit vso naar mbo niveau 4. In totaal gingen in 2015 ruim 3.000 vso-leerlingen naar het mbo. De gerelateerde grafieken tonen per niveau naar welke sector en leerweg deze vso-leerlingen doorstromen. Er is ook een aantal vso-leerlingen, dat na de overstap naar het mbo, na een aantal jaar weer terugstroomt naar het vso. Het gaat hier om 5% van de doorstromers naar mbo.
soort mbo-opleiding | economie | techniek | zorg en welzijn | landbouw | combinatie | onbekend |
---|---|---|---|---|---|---|
mbo 1 (31%) | 15,00% | 11,30% | 15,00% | 4,10% | 43,80% | 10,90% |
mbo 2 (37%) | 48,20% | 28,30% | 16,10% | 6,70% | 0,70% | 0,00% |
mbo 3 (9%) | 50,40% | 16,50% | 16,50% | 16,50% | 0,00% | 0,00% |
mbo 4 (24%) | 38,20% | 32,10% | 17,60% | 7,50% | 4,60% | 0,00% |
Totaal | 35,70% | 22,90% | 16,10% | 7,00% | 15,00% | 3,40% |
Van de vso-leerlingen die doorstromen naar het mbo, vervolgt 31% een opleiding op mbo1-niveau (entreeopleiding), 37% gaat naar mbo 2, 9% naar mbo 3 en 24% naar mbo 4 in 2015. De meeste voormalige vso-leerlingen volgen mbo-opleidingen in de economische sector en in iets mindere mate in de technische sector. De sectoren zorg en welzijn, landbouw en combinatie zijn minder populair onder voormalige vso-leerlingen. Uitzondering vormt de groep voormalige vso-leerlingen die een entreeopleiding (mbo 1) starten: daarin is de sector ‘combinatie’ juist het meest populair. Het betreft hier voornamelijk de opleiding ‘arbeidsmarktgekwalificeerd assistent’ (AKA).
Hoe de doorstroom is verdeeld bij leerlingen uit het pro is te vinden in de thema analyse over studiesucces van pro-leerlingen.
soort mbo-opleiding | BOL | BBL |
---|---|---|
mbo 1 (31%) | 0,861 | 0,129 |
mbo 2 (37%) | 0,793 | 0,205 |
mbo 3 (9%) | 0,915 | 0,085 |
mbo 4 (24%) | 0,991 | 0,007 |
Het grootste deel van de leerlingen die vanuit het vso doorstromen naar het mbo gaat een bol-opleiding (beroeps opleidende leerweg) volgen (87%). Zeker op de hogere mbo-niveaus is dit het geval. Op mbo niveau 2 is het percentage leerlingen dat na het vso een bbl-opleiding (beroeps begeleidende leerweg) volgt het hoogst, namelijk 21%. Dit is lager dan bij de totale instroom in mbo 2, daarvan gaat 33% een bbl-opleiding doen. Bbl legt de nadruk op praktijkervaring, dit omvat minimaal 60% van de totale studieduur. Bol benadrukt de combinatie van school en stage.