Aandeel vaste contracten, tijdelijke contracten en tijdelijke contracten met uitzicht op vast onder startende leraren in het po, vo en mbo
Het aandeel vaste contracten zegt iets over de werkzekerheid, wat weer invloed kan hebben op de aantrekkelijkheid van het beroep.
In een enquête onder pas afgestudeerden leraren (de loopbaanmonitor) die in het onderwijs werken in de sectoren po, vo en mbo is gevraagd wat voor contract zij hebben. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen een vast contract, een tijdelijk contract, een tijdelijk contract met uitzicht op een vaste aanstelling en een flexibel contract.
Arbeidscontracten van leraren in het po in de jaren 2018 t/m 2024 die in het jaar daarvoor zijn afgestudeerd aan de lerarenopleiding
| Jaar | Vast contract | Tijdelijk met uitzicht op vast | Tijdelijk zonder uitzicht op vast | Flexibel contract |
|---|---|---|---|---|
| 2018 | 14% | 53% | 14% | 20% |
| 2019 | 22% | 60% | 8% | 10% |
| 2020 | 31% | 52% | 8% | 9% |
| 2021 | 27% | 53% | 11% | 9% |
| 2022 | 35% | 50% | 7% | 7% |
| 2023 | 47% | 40% | 7% | 6% |
| 2024 | 46% | 41% | 8% | 6% |
In de grafiek staat een weergave van het percentage startende leraren in het po met een vast contract, een tijdelijk met uitzicht op vast, een tijdelijk zonder uitzicht op vast of een flexibel contract. In het po is, net als in het vo en mbo, een toename van het aandeel vaste contracten te zien onder startende leraren.
Arbeidscontracten van leraren in het vo in de jaren 2018 t/m 2024 die in het jaar daarvoor zijn afgestudeerd aan de lerarenopleiding
| Jaar | Vast contract | Tijdelijk met uitzicht op vast | Tijdelijk zonder uitzicht op vast | Flexibel contract |
|---|---|---|---|---|
| 2018 | 34% | 41% | 20% | 6% |
| 2019 | 34% | 44% | 16% | 6% |
| 2020 | 41% | 37% | 17% | 4% |
| 2021 | 36% | 44% | 16% | 4% |
| 2022 | 38% | 42% | 15% | 5% |
| 2023 | 47% | 40% | 11% | 2% |
| 2024 | 46% | 38% | 12% | 4% |
In de grafiek staat een weergave van het percentage startende leraren in het vo met een vast contract, een tijdelijk met uitzicht op vast, een tijdelijk zonder uitzicht op vast of een flexibel contract. In het vo is, net als in het po en mbo, een toename van het aandeel vaste contracten te zien onder startende leraren.
Arbeidscontracten van leraren in het mbo in de jaren 2018 t/m 2024 die in het jaar daarvoor zijn afgestudeerd aan de lerarenopleiding
| Jaar | Vast contract | Tijdelijk met uitzicht op vast | Tijdelijk zonder uitzicht op vast | Flexibel contract |
|---|---|---|---|---|
| 2018 | 39% | 40% | 14% | 7% |
| 2019 | 37% | 43% | 14% | 5% |
| 2020 | 41% | 35% | 14% | 10% |
| 2021 | 34% | 48% | 11% | 6% |
| 2022 | 36% | 42% | 17% | 5% |
| 2023 | 50% | 38% | 9% | 3% |
| 2024 | 48% | 34% | 11% | 6% |
In de grafiek staat een weergave van het percentage startende leraren in het mbo met een vast contract, een tijdelijk met uitzicht op vast, een tijdelijk zonder uitzicht op vast of een flexibel contract. In het mbo is, net als in het po en vo, een toename van het aandeel vaste contracten te zien onder startende leraren.