Taal- en rekenvaardigheid aan het einde van de basisschool
Jaarlijks wordt op basis van de doorstroomtoetsen gepeild hoe leerlingen scoren op leesvaardigheid, taalvaardigheid en rekenvaardigheid.
De onderstaande grafiek laat het percentage leerlingen zien dat de referentieniveaus voor rekenvaardigheid, leesvaardigheid en taalvaardigheid beheerst.
De referentieniveaus schrijven voor wat leerlingen op een bepaald moment in hun schoolloopbaan moeten beheersen op het gebied van taal en rekenen. Alle referentieniveaus samen heten het referentiekader voor taal en rekenen. Het referentiekader bestaat uit fundamentele niveaus en streefniveaus. Het fundamentele niveau (F-niveau) is de basis die zo veel mogelijk leerlingen moeten beheersen. Het streefniveau (S-niveau) is voor leerlingen die meer aankunnen.
De grafiek laat zien welk deel van de basisschoolleerlingen in groep 8 het fundamentele niveau en het streefniveau haalt. Leerlingen met een reden tot ontheffing of leerlingen die om een andere reden geen doorstroomtoets maakten, worden niet meegenomen. De gegevens hebben betrekking op het schooljaar 2023-2024.
NB. De resultaten van schooljaar 2023-2024 zijn een nulmeting voor zicht op de basisvaardigheden. Dit vanwege nieuwe normering van de toets in groep 8. Hierdoor kunnen geen vergelijkingen worden gemaakt van de resultaten van schooljaar 2023-2024 met de resultaten van eerdere schooljaren.
Percentage leerlingen aan het einde van de basisschool naar referentieniveau voor rekenvaardigheid, leesvaardigheid en taalverzorging
Vaardigheid | Onder fundamenteel niveau | Fundamenteel niveau | Streefniveau |
---|---|---|---|
Rekenen | 8% | 46% | 46% |
Leesvaardigheid | 1% | 24% | 75% |
Taalverzorging | 4% | 43% | 53% |
In schooljaar 2023-2024 halen bijna alle groep-8-leerlingen (99%) minimaal het fundamentele niveau (1F) voor leesvaardigheid. Voor taalverzorging is dit 96% en voor rekenen 92%.
Het streefniveau (2F voor lezen en taalverzorging, 1S voor rekenen) wordt voor leesvaardigheid door 75% van de groep-8-leerlingen gehaald. Voor taalverzorging is dit 53% en voor rekenen 46%.