Percentage leerlingen dat eind leerjaar 2 de referentieniveaus voor rekenen-wiskunde en Nederlands leesvaardigheid beheerst

De referentieniveaus voor Nederlandse taal en rekenen bepalen wat leerlingen op een bepaald moment in hun schoolloopbaan moeten beheersen op het gebied van taal en rekenen. In opdracht van het ministerie van OCW heeft Stichting Cito in beeld gebracht welk deel van de leerlingen in het voortgezet onderwijs aan het eind van leerjaar 2 de referentieniveaus voor Nederlands leesvaardigheid en rekenen-wiskunde beheerst. De gegevens in de figuur gaan over de prestaties in de  schooljaren 2021-2022, 2022-2023 en 2023-2024 en worden ontleend aan de toetsen van het Cito volgsysteem voortgezet onderwijs (cvvo).

Rekenen-wiskunde

De onderstaande grafiek laat in percentages zien hoeveel leerlingen in het voortgezet onderwijs aan het eind van leerjaar 2 de referentieniveaus voor rekenen-wiskunde hebben behaald. De gegevens hebben betrekking op schooljaren 2021-2022, 2022-2023 en 2023-2024.

Percentage leerlingen dat eind leerjaar 2 de referentieniveaus voor rekenen-wiskunde beheerst

Percentage leerlingen dat eind leerjaar 2 de referentieniveaus voor rekenen-wiskunde beheerst Percentages in schooljaren 2021-2022, 2022-2023 en 2023-2024
Schooljaar en opleidingsniveauMinder dan 1F1F2F3F
2021-2022, vmbo bb kb47%49%4%0%
2022-2023, vmbo bb kb50%46%4%0%
2023-2024, vmbo bb kb53%43%3%0%
2021-2022, vmbo gt8%66%26%1%
2022-2023, vmbo gt9%67%23%1%
2023-2024, vmbo gt11%67%21%1%
2021-2022, havo1%33%61%6%
2022-2023, havo1%35%58%6%
2023-2024, havo2%36%57%5%
2021-2022, vwo0%9%62%30%
2022-2023, vwo0%11%62%27%
2023-2024, vwo0%10%62%27%

In het schooljaar 2021-2022 beheerst 53% van de vmbo-kb/bb-leerlingen en 92% van de vmbo-gt-leerlingen minimaal het niveau 1F. Voor havisten is dat 99% en voor vwo-leerlingen 100%. Het percentage leerlingen dat minimaal het referentieniveau 2F beheerst is 4% voor vmbo kb/bb, 26% voor vmbo gt, 66% voor havo en 91% voor vwo. Kijken we naar het percentage leerlingen dat minimaal het referentieniveau 3F behaalt, dan is dat 6% voor havo en 29% voor vwo.  

In het schooljaar 2022-2023 beheerst 50% van de vmbo-kb/bb-leerlingen en 91% van de vmbo-gt-leerlingen minimaal het niveau 1F. Voor havisten is dat 99% en voor vwo-leerlingen 100%. Het percentage leerlingen dat minimaal het referentieniveau 2F beheerst is 4% voor vmbo kb/bb, 24% voor vmbo gt, 64% voor havo en 89% voor vwo. Kijken we naar het percentage leerlingen dat minimaal het referentieniveau 3F behaalt, dan is dat 6% voor havo en 27% voor vwo.

In schooljaar 2023-2024 beheerst 47% van de vmbo-kb/bb-leerlingen en 89% van de vmbo-gt-leerlingen minimaal het niveau 1F. Voor havisten is dat 98% en voor vwo-leerlingen 100%. Het percentage leerlingen dat minimaal het referentieniveau 2F beheerst is 4% voor vmbo kb/bb, 22% voor vmbo gt, 62% voor havo en 90% voor vwo. Kijken we naar het percentage leerlingen dat minimaal het referentieniveau 3F behaalt, dan is dat 5% voor havo en 27% voor vwo.

Brontabel als csv (454 bytes)

Nederlands leesvaardigheid

De onderstaande grafiek laat in percentages zien hoeveel leerlingen in het voortgezet onderwijs aan het eind van leerjaar 2 de referentieniveaus voor Nederlandse leesvaardigheid hebben behaald. De gegevens hebben betrekking op schooljaren 2021-2022, 2022-2023 en 2023-2024.

Percentage leerlingen dat eind leerjaar 2 de referentieniveaus voor Nederlands leesvaardigheid beheerst

Percentage leerlingen dat eind leerjaar 2 de referentieniveaus voor Nederlands leesvaardigheid beheerst Percentages in schooljaren 2021-2022, 2022-2023 en 2023-2024
Schooljaar en opleidingsniveauMinder dan 1F1F2F3F
2021-2022, vmbo bb kb30%43%26%0%
2022-2023, vmbo bb kb35%42%22%0%
2023-2024, vmbo bb kb39%41%19%0%
2021-2022, vmbo gt14%36%48%3%
2022-2023, vmbo gt16%39%43%2%
2023-2024, vmbo gt20%39%39%2%
2021-2022, havo3%18%67%12%
2022-2023, havo3%22%65%10%
2023-2024, havo5%25%62%8%
2021-2022, vwo0%2%43%54%
2022-2023, vwo1%3%49%47%
2023-2024, vwo1%4%51%44%

In het schooljaar 2021-2022 beheerst 69% van de vmbo-kb/bb-leerlingen en 86% van de vmbo-gt-leerlingen minimaal het niveau 1F. Voor havisten is dat 97% en voor vwo-leerlingen 99%. Het percentage leerlingen dat minimaal het referentieniveau 2F beheerst is 26% voor  vmbo kb/bb, 50% voor vmbo gt, 97% voor havo en 97% voor vwo. Kijken we naar het percentage leerlingen dat minimaal het referentieniveau 3F behaalt, dan is dat 12% voor havo en 54% voor vwo.

In het schooljaar 2022-2023 beheerst 64% van de vmbo-kb/bb-leerlingen en 84% van de vmbo-gt-leerlingen minimaal het niveau 1F. Voor havisten is dat 97% en voor vwo-leerlingen 99%. Het percentage leerlingen dat minimaal het referentieniveau 2F beheerst is 22% voor vmbo kb/bb, 45% voor vmbo gt, 75% voor havo en 96% voor vwo. Kijken we naar het percentage leerlingen dat minimaal het referentieniveau 3F behaalt, dan is dat 10% voor havo en 47% voor vwo.

In schooljaar 2023-2024 beheerst 60% van de vmbo-kb/bb-leerlingen en 81% van de vmbo-gt-leerlingen minimaal het niveau 1F. Voor havisten is dat 96% en voor vwo-leerlingen 99%. Het percentage leerlingen dat minimaal het referentieniveau 2F beheerst is 20% voor vmbo kb/bb, 41% voor vmbo gt, 71% voor havo en 96% voor vwo. Kijken we naar het percentage leerlingen dat minimaal het referentieniveau 3F behaalt, dan is dat 8% voor havo en 44% voor vwo.
 

Brontabel als csv (459 bytes)