Arbeidsmarktpositie van studenten uitgestroomd uit het voltijd hoger beroepsonderwijs
De arbeidsmarktpositie van studenten die uitstromen uit het hoger beroepsonderwijs (hbo) wordt jaarlijks in kaart gebracht. Ruim 91.000 hbo-studenten verlieten na schooljaar 2021/2022 het onderwijs. Daarvan hadden er bijna 55.000 een diploma en meer dan 36.000 geen diploma.
Van de hbo-uitstromers die een voltijd opleiding (inclusief duaal) hebben gevolgd wordt weergegeven of ze direct na uitstroom in oktober werk of een uitkering of een combinatie van beide hebben.
De eerste figuur laat de ontwikkeling zien van het aandeel studenten dat direct na het verlaten van de opleiding (in oktober) een betaalde baan heeft, waarbij onderscheid gemaakt wordt in studenten met én zonder diploma. In de gerelateerde figuur wordt de tijdreeks gegeven voor het aandeel met een uitkering. In beide figuren zijn de internationale studenten in de groep hbo-uitstromers meegenomen.
Van de hbo-uitstromers is 9,5% een internationale student. Internationale studenten (studenten met een niet-Nederlandse nationaliteit en een niet-Nederlandse vooropleiding) die na hun studie uit Nederland vertrekken, schrijven zich niet altijd (direct) uit bij de Basisregistratie Personen (BRP). Dit kan leiden tot een overschatting van het aantal hbo-uitstromers zonder werk en zonder uitkering. Voor een goed beeld van de ontwikkeling van de arbeidsmarktpositie wordt daarom aangeraden om alleen naar de niet-internationale studenten te kijken. In de tweede en derde gerelateerde figuur worden dan ook de hbo-uitstromers met werk of een uitkering getoond exclusief de internationale studenten.
In de volgende figuren en gerelateerde grafieken wordt de arbeidsmarktpositie van gediplomeerde voltijd studenten per studierichting, opleiding, en diploma weergegeven. Cijfers over deeltijdstudenten, internationale studenten en ongediplomeerden zijn te vinden op StatLine (zie links onder 'Zie ook').
Aandeel met werk van voltijd hbo'ers direct na uitstroom, naar wel/geen diploma
| % met werk, totaal | % met werk, met diploma | % met werk, zonder diploma | |
|---|---|---|---|
| 2013 | 78,9 | 84,1 | 70,0 |
| 2014 | 79,6 | 84,9 | 71,6 |
| 2015 | 81,6 | 86,2 | 74,0 |
| 2016 | 83,2 | 87,3 | 75,5 |
| 2017 | 84,7 | 88,4 | 77,5 |
| 2018 | 86,0 | 89,3 | 79,8 |
| 2019 | 85,5 | 89,0 | 79,2 |
| 2020 | 84,8 | 88,4 | 76,6 |
| 2021 | 86,9 | 90,7 | 78,8 |
| 2022 | 86,0 | 89,5 | 80,6 |
Een groot deel van de studenten die uitstromen uit het voltijd hbo heeft in oktober direct na uitstroom werk (met of zonder uitkering). Het percentage werkenden lag in 2013 op 78,9% en is daarna geleidelijk gestegen tot 86,9% in 2021. In 2022 is met 86,0% werkenden sprake van een lichte daling. Deze daling is ook terug te zien in het aandeel werkenden onder gediplomeerde uitstromers (van 90,7% naar 89,5%). Onder niet-gediplomeerde uitstromers steeg het aandeel werkenden juist verder naar 80,6%.
| % met uitkering, totaal | % met uitkering, met diploma | % met uitkering, zonder diploma | |
|---|---|---|---|
| 2013 | 6,4 | 5,1 | 8,6 |
| 2014 | 5,7 | 4,3 | 7,8 |
| 2015 | 5,0 | 3,8 | 6,9 |
| 2016 | 4,2 | 3,0 | 6,5 |
| 2017 | 3,7 | 2,7 | 5,6 |
| 2018 | 3,1 | 2,2 | 4,9 |
| 2019 | 3,1 | 2,1 | 4,9 |
| 2020 | 7,4 | 6,5 | 9,5 |
| 2021 | 4,0 | 3,1 | 5,7 |
| 2022 | 2,9 | 2,1 | 4,2 |
De meeste voltijd hbo'ers hebben na hun studie werk. Een klein deel heeft direct na de studie een uitkering (met of zonder werk). In de periode van 2013 tot en met 2019 daalde het aandeel hbo'ers dat direct na uitstroom een uitkering had van 6,4% naar 3,1%. In 2020 was er een opvallende piek te zien van 7,4%. Deze piek leek vooral te komen door een toename van het aantal overige uitkeringen, hieronder vallen ook de Tozo-uitkeringen (tijdelijke regeling voor zelfstandigen tijdens de coronacrisis). In 2022 is dit aandeel weer gedaald naar 2,9%. Het aandeel hbo'ers met een uitkering direct na uitstroom ligt in 2022 (2,9%) ook lager dan in 2019 (3,1%). Studenten die het hbo verlieten zonder diploma hebben vaker een uitkering (4,2% in 2022) dan studenten met een diploma (2,1% in 2022).
| % met werk, totaal | % met werk, met diploma | % met werk, zonder diploma | |
|---|---|---|---|
| 2013 | 80,9 | 85,8 | 72,5 |
| 2014 | 81,2 | 86,4 | 73,3 |
| 2015 | 82,8 | 87,5 | 75,2 |
| 2016 | 84,4 | 88,4 | 76,9 |
| 2017 | 85,8 | 89,5 | 78,8 |
| 2018 | 86,9 | 90,1 | 81,0 |
| 2019 | 86,8 | 90,0 | 80,8 |
| 2020 | 86,7 | 90,0 | 79,3 |
| 2021 | 88,4 | 92,0 | 80,7 |
| 2022 | 87,4 | 90,8 | 82,3 |
In 2022 zijn er meer dan 82.000 niet-internationale studenten uit het voltijd hbo uitgestroomd. Daarvan had 87,4% direct na uitstroom werk (met of zonder uitkering). Dit is 1%-punt lager dan een jaar eerder. Van de bijna 50.000 gediplomeerde niet-internationale hbo-uitstromers had 90,8% direct na uitstroom in oktober 2022 werk (met of zonder uitkering). Dat is een daling ten opzichte van 2021 (92%). Het aandeel niet gediplomeerde hbo-uitstromers met werk direct na uitstroom is in oktober 2022 met 82,3% kleiner dan het aandeel gediplomeerden, maar steeg wel met 1,6%-punt ten opzichte van 2021.
| % met uitkering, totaal | % met uitkering, met diploma | % met uitkering, zonder diploma | |
|---|---|---|---|
| 2013 | 6,5 | 5,2 | 8,8 |
| 2014 | 5,8 | 4,4 | 7,9 |
| 2015 | 5,1 | 3,9 | 7,0 |
| 2016 | 4,3 | 3,1 | 6,5 |
| 2017 | 3,7 | 2,7 | 5,7 |
| 2018 | 3,2 | 2,2 | 5,0 |
| 2019 | 3,1 | 2,1 | 4,9 |
| 2020 | 7,4 | 6,4 | 9,6 |
| 2021 | 3,9 | 3,0 | 5,8 |
| 2022 | 3,0 | 2,1 | 4,3 |
In 2022 zijn er meer dan 82.000 niet-internationale studenten uit het voltijd hbo uitgestroomd. De meeste hbo-uitstromers hebben direct na hun studie werk. Een klein deel heeft na de studie een uitkering (met of zonder werk). In de periode van 2013 tot en met 2019 daalde het aandeel niet-internationale hbo'ers dat direct na uitstroom een uitkering had van 6,5% naar 3,1%. In 2020 was er een piek te zien van 7,4%. Deze piek leek vooral te komen door een toename van het aantal overige uitkeringen, hieronder vallen ook de Tozo-uitkeringen (tijdelijke regeling voor zelfstandigen tijdens de coronacrisis). In 2022 is dit aandeel weer gedaald naar 3% en is daarmee terug op het niveau van 2019. Niet-internationale studenten die het hbo verlieten zonder diploma hebben vaker een uitkering (4,3% in 2022) dan studenten met een diploma (2,1% in 2022).
Arbeidsmarktpositie van gediplomeerde voltijd hbo'ers direct na uitstroom in oktober 2022, naar studierichting
| % alleen werk | % werk en uitkering | % alleen uitkering | % geen werk en geen uitkering | |
|---|---|---|---|---|
| Totaal | 88 | 1 | 1 | 10 |
| Onderwijs | 95 | 2 | 0 | 3 |
| Landbouw en natuurlijke omgeving | 87 | 1 | 12 | |
| Techniek | 87 | 1 | 1 | 11 |
| Gezondheidszorg | 92 | 2 | 0 | 6 |
| Economie | 88 | 1 | 1 | 10 |
| Gedrag en maatschappij | 91 | 1 | 1 | 6 |
| Taal en cultuur | 69 | 3 | 2 | 27 |
Van de in 2022 uitgestroomde gediplomeerde voltijd hbo-studenten had 88% in oktober 2022 alleen werk (zonder uitkering). Daarnaast had een klein deel (1%) zowel werk als een uitkering, of alleen een uitkering (1%). Van de gediplomeerde voltijd hbo'ers had 10% direct na uitstroom in 2022 geen werk en geen uitkering. Studenten uit de richting 'Onderwijs' hadden het vaakst werk (95%). Van alle studierichtingen, hadden studenten uit de richting 'Taal en cultuur' het minst vaak alleen werk (69%).
| % alleen werk | % werk en uitkering | % alleen uitkering | % geen werk en geen uitkering | |
|---|---|---|---|---|
| Hbo totaal | 88 | 1 | 1 | 10 |
| Hbo-associate degree | 90 | 1 | 1 | 8 |
| Hbo-bachelor | 89 | 1 | 1 | 9 |
| Hbo-master | 73 | 3 | 1 | 23 |
In totaal stroomden er in 2022 bijna 55.000 gediplomeerde hbo-studenten uit, waarvan het grootste deel studenten met een bachelordiploma waren (92,7%), en een klein deel studenten met een masterdiploma (3,3%) of een associate degree (4%). Van de totale uitstroom van gediplomeerde studenten die het hbo na het studiejaar 2021/2022 verlieten, had 88% in oktober 2022 alleen werk (zonder uitkering) en 10% zowel geen werk als geen uitkering. Van de hbo-studenten met een bachelordiploma had 89% werk en van studenten met een associate degree was dat 90%. Studenten met een hbo-masterdiploma hadden relatief minder vaak werk (73%). Het aandeel dat zowel werk als een uitkering had was gelijk voor hbo-bachelor en associate degree studenten (1%), maar iets hoger voor hbo-masterstudenten (3%). Het aandeel dat alleen een uitkering had, was ongeveer gelijk voor de drie groepen.
Arbeidsmarktpositie van gediplomeerde voltijd hbo'ers direct na uitstroom in oktober 2023, naar studierichting (voorlopige cijfers)
| % alleen werknemer | % werknemer en uitkering | % alleen uitkering | % geen werknemer en geen uitkering | |
|---|---|---|---|---|
| Totaal | 82 | 0 | 1 | 17 |
| Onderwijs | 93 | 0 | 1 | 6 |
| Landbouw en natuurlijke omgeving | 77 | 1 | 22 | |
| Techniek | 81 | 0 | 1 | 17 |
| Gezondheidszorg | 86 | 0 | 0 | 13 |
| Economie | 82 | 0 | 1 | 17 |
| Gedrag en maatschappij | 87 | 1 | 1 | 11 |
| Taal en cultuur | 46 | 0 | 2 | 52 |
Van de gediplomeerde voltijdstudenten die het hbo na studiejaar 2022/2023 verlieten was 82% in oktober 2023 alleen werknemer (zonder uitkering), terwijl 17% van de gediplomeerde voltijd hbo-studenten direct na uitstroom geen werknemer waren en geen uitkering ontvingen. Studenten uit de richting 'Onderwijs' (93%) hadden het vaakst een baan als werknemer, gevolgd door de studierichtingen 'Gedrag en maatschappij' (87%) en 'Gezondheidszorg' (86%). Van alle studierichtingen, hadden voltijdstudenten uit de richting 'Taal en cultuur' het minst vaak een baan en geen uitkering (46% in 2023).
| % alleen werknemer | % werknemer en uitkering | % alleen uitkering | % geen werknemer en geen uitkering | |
|---|---|---|---|---|
| Hbo totaal | 82 | 0 | 1 | 17 |
| Hbo-associate degree | 81 | 1 | 1 | 16 |
| Hbo-bachelor | 82 | 0 | 1 | 16 |
| Hbo-master | 55 | 1 | 43 |
In totaal stroomden er in 2023 meer dan 57.000 gediplomeerde voltijd hbo-studenten uit, waarvan het grootste deel studenten met een bachelordiploma waren (92,7%), en een klein gedeelte studenten met een associate degree (3,8%) of een masterdiploma (3,5%). Van de totale uitstroom gediplomeerde voltijdstudenten die het hbo na het studiejaar 2022/2023 verlieten was 82% in oktober 2023 werknemer (zonder uitkering). Van de voltijd hbo-studenten met een bachelordiploma had 82% werk als werknemer en van de uitstromers met een associate degree was dat 81%. Onder de uitstromers met een masterdiploma was het aandeel met werk als werknemer een stuk lager (55%). Dit wordt mede veroorzaakt doordat hbo-masters over het algemeen vaker zelfstandige worden. Zelfstandigen zijn niet in deze cijfers meegenomen en krijgen hierdoor de arbeidsmarktpositie 'geen werknemer en geen uitkering'.
Arbeidsmarktpositie van gediplomeerde voltijd hbo'ers direct na uitstroom (in oktober 2021) en 1 jaar na uitstroom (in oktober 2022), naar soort diploma
| % werk, direct na uitstroom | % werk, 1 jaar na uitstroom | % uitkering, direct na uitstroom | % uitkering, 1 jaar na uitstroom | |
|---|---|---|---|---|
| Hbo totaal | 91 | 95 | 3 | 3 |
| Hbo-associate degree | 91 | 94 | 4 | 4 |
| Hbo-bachelor | 91 | 95 | 3 | 3 |
| Hbo-master | 77 | 90 | 10 | 6 |
Het percentage van de in 2021 uitgestroomde gediplomeerde hbo-studenten met werk (met of zonder uitkering) lag 1 jaar na uitstroom (95% in oktober 2022) 4%-punt hoger dan direct na uitstroom (91% in oktober 2021). Deze stijging is over de gehele linie zichtbaar, maar is met 13%-punt het sterkst onder uitstromers met een hbo-master diploma. 1 jaar na uitstroom hebben studenten met een associate degree en bachelordiploma respectievelijk 3%-punt en 4%-punt vaker werk. Het aandeel uitgestroomde gediplomeerden met een uitkering is een jaar na uitstroom gelijk aan het aandeel dat direct na uitstroom een uitkering ontvangt. Alleen voor uitstromers met een hbo-master daalt dat aandeel van 10% (direct na uitstroom) naar 6% (1 jaar later).
Arbeidsduur van gediplomeerde voltijd hbo'ers een jaar na uitstroom in oktober 2022, naar studierichting
| % werk | % werk 12 uur of meer per week | % werk 20 uur of meer per week | |
|---|---|---|---|
| Totaal | 95 | 93 | 90 |
| Onderwijs | 97 | 96 | 94 |
| Landbouw en natuurlijke omgeving | 94 | 92 | 90 |
| Techniek | 95 | 94 | 93 |
| Gezondheidszorg | 97 | 95 | 93 |
| Economie | 94 | 93 | 91 |
| Gedrag en maatschappij | 95 | 93 | 91 |
| Taal en cultuur | 86 | 72 | 64 |
Van de in 2021 uitgestroomde gediplomeerde voltijd hbo-studenten had 90% in oktober 2022 werk voor minimaal 20 uur per week. Studenten uit de richting 'Onderwijs' hadden het vaakst 20 uur of meer werk per week (94%), gevolgd door 'Techiek' en 'Gezondheidszorg' (beide 93%). Van alle studierichtingen werkten de uitstromers uit de richting 'Taal en cultuur' het minst vaak 20 uur of meer in de week (64%). Ook is voor deze studierichting het verschil met het percentage dat werkt heeft (22%), onafhankelijk van het aantal uren, groot in vergelijking met andere studierichtingen (2-5%). Relatief veel uitstromers uit deze studierichting werken dus weinig uur in de week.
| % werk | % werk 12 uur of meer per week | % werk 20 uur of meer per week | |
|---|---|---|---|
| Hbo totaal | 95 | 93 | 90 |
| Hbo-associate degree | 94 | 92 | 90 |
| Hbo-bachelor | 95 | 93 | 91 |
| Hbo-master | 90 | 81 | 77 |
Van de in 2021 uitgestroomde gediplomeerde voltijd hbo-studenten had 90% in oktober 2022 werk voor minimaal 20 uur per week. Hbo-bachelors hadden het vaakst een grote baan (91%), gevolgd door uitstromers met een associate degree (90%). Uitstromers met een hbo-masterdiploma werkten het minst vaak 20 uur of meer in de week (77%). Ook is voor de hbo-masters het verschil tussen het totaal percentage met werk en de groep daarbinnen die minimaal 20 uur per week werkt groot (13%-punt) in vergelijking met andere hbo-uitstromers (4-5%). Relatief veel hbo-masters werken dus weinig uur in de week.
Aandeel met werk van gediplomeerde voltijd hbo'ers een jaar na uitstroom, naar arbeidsduur
| % met werk, totaal | % met werk, 12 uur of meer per week | % met werk, 20 uur of meer per week | |
|---|---|---|---|
| 2013 | 91 | 87 | 82 |
| 2014 | 91 | 87 | 82 |
| 2015 | 91 | 87 | 83 |
| 2016 | 92 | 89 | 85 |
| 2017 | 93 | 90 | 87 |
| 2018 | 94 | 91 | 89 |
| 2019 | 94 | 91 | 89 |
| 2020 | 94 | 91 | 89 |
| 2021 | 95 | 93 | 91 |
| 2022 | 95 | 93 | 90 |
Het aandeel werkende hbo-uitstromers een jaar na uitstroom is in 2022 met 95% stabiel gebleven ten opzichte van 2021. Het percentage dat 20 uur of meer in de week werkt is met 1%-punt gedaald. Waar in 2013 het verschil tussen het aandeel met werk en het aandeel met een grote baan in 2013 nog 9%-punt was, is dit verschil de afgelopen jaren geleidelijk gedaald tot 5%-punt in 2022. Dat betekent dat steeds meer werkenden onder de hbo-uitstromers minstens 20 uur in de week zijn gaan werken.
| % met werk, totaal | % met werk, 12 uur of meer per week | % met werk, 20 uur of meer per week | |
|---|---|---|---|
| 2013 | 92 | 88 | 83 |
| 2014 | 92 | 88 | 83 |
| 2015 | 92 | 88 | 84 |
| 2016 | 93 | 90 | 86 |
| 2017 | 94 | 90 | 87 |
| 2018 | 94 | 92 | 89 |
| 2019 | 94 | 92 | 89 |
| 2020 | 95 | 92 | 90 |
| 2021 | 96 | 94 | 92 |
| 2022 | 95 | 93 | 91 |
In 2021 is het aandeel internationale hbo-uitstromers 8,9%. Het percentage internationale studenten in het hbo is al jaren redelijk stabiel. In 2021 zijn er ruim 51.000 niet-internationale studenten met een diploma uit het voltijd hbo uitgestroomd. Van deze groep heeft 95% in oktober een jaar na uitstroom (oktober 2022) werk. Dit is een daling van 1%-punt ten opzichte van 2021, terwijl er in de voorgaande jaren juist sprake was van een stijgende trend. Ook het aandeel niet-internationale studenten dat respectievelijk 12 uur of meer per week en 20 uur of meer per week werkt daalt met 1%-punt, waar in voorgaande jaren een stijgende trend zichtbaar was.