Arbeidsmarktpositie van studenten uitgestroomd uit het voltijd wetenschappelijk onderwijs
Meer dan 79.000 wo-studenten verlieten na schooljaar 2022/2023 het onderwijs. Daarvan hadden er ruim 65.500 een diploma en iets minder dan 13.000 geen diploma. De arbeidsmarktpositie van studenten die uitstromen uit het wetenschappelijk onderwijs (wo) wordt jaarlijks in kaart gebracht.
Van de wo-uitstromers die de voltijd opleiding (inclusief duaal) hebben gevolgd, wordt weergegeven of ze direct na uitstroom in oktober werk of een uitkering of een combinatie van beide hebben.
In de eerste figuur wordt een tijdreeks gegeven met het aandeel studenten dat direct na het verlaten van de opleiding (in oktober) een betaalde baan heeft, waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen studenten met én zonder diploma. In de gerelateerde figuur wordt de tijdreeks gegeven voor het aandeel met een uitkering. In beide figuren zijn de internationale studenten in de groep wo-uitstromers meegenomen.
Het aandeel internationale studenten (studenten met een niet-Nederlandse nationaliteit en een niet-Nederlandse vooropleiding) van de wo-uitstromers is gestegen van 14,0% in 2008 naar 34% in 2023. Internationale studenten die na hun studie uit Nederland vertrekken, schrijven zich niet altijd (direct) uit bij de Basisregistratie Personen (BRP). Dit kan leiden tot een overschatting van het aantal wo-uitstromers zonder werk en zonder uitkering. Voor een goed beeld van de ontwikkeling van de arbeidsmarktpositie wordt daarom aangeraden om alleen naar de niet-internationale studenten te kijken. In de tweede en derde gerelateerde figuur worden dan ook de wo-uitstromers met werk of een uitkering getoond exclusief de internationale studenten.
In de volgende figuren en gerelateerde grafieken wordt de arbeidsmarktpositie van gediplomeerde voltijdstudenten per studierichting, opleiding en diploma weergegeven. Cijfers over deeltijdstudenten, internationale studenten en ongediplomeerden zijn te vinden op StatLine (zie link onder 'Zie ook').
Aandeel met werk van voltijd wo'ers direct na uitstroom, naar wel/geen diploma
| % met werk, totaal | % met werk, met diploma | % met werk, zonder diploma | |
|---|---|---|---|
| 2014 | 72,7 | 75,7 | 56,7 | 
| 2015 | 74,2 | 76,7 | 59,8 | 
| 2016 | 75,1 | 77,2 | 62,9 | 
| 2017 | 76,1 | 78,1 | 64,5 | 
| 2018 | 78,0 | 80,0 | 66,6 | 
| 2019 | 77,0 | 79,2 | 64,9 | 
| 2020 | 75,8 | 78,0 | 60,5 | 
| 2021 | 78,7 | 81,2 | 63,4 | 
| 2022 | 77,0 | 79,0 | 66,3 | 
| 2023 | 76,5 | 78,4 | 65,4 | 
In 2023 had 76,5% van de wo'ers direct na uitstroom werk. Dit is iets lager dan het aandeel werkenden een jaar eerder (77,0). Het grootste deel van de uitstromers verlaat het wo met diploma (83,9% in 2023). Voor gediplomeerde uitstromers daalde het aandeel met werk naar 78,4%, voor ongediplomeerde uitstromers naar 65,4%. Het verschil in het aandeel werkenden tussen uitstromers met en zonder diploma is ten opzichte van 2022 licht toegenomen tot 13%-punt, maar is in vergelijking met de voorgaande jaren relatief laag.
| % met uitkering, totaal | % met uitkering, met diploma | % met uitkering, zonder diploma | |
|---|---|---|---|
| 2014 | 4,1 | 3,6 | 6,9 | 
| 2015 | 3,6 | 3,2 | 6,0 | 
| 2016 | 3,4 | 2,9 | 6,1 | 
| 2017 | 2,8 | 2,4 | 5,5 | 
| 2018 | 2,5 | 2,1 | 5,1 | 
| 2019 | 2,3 | 1,8 | 4,7 | 
| 2020 | 5,5 | 5,2 | 8,2 | 
| 2021 | 3,1 | 2,8 | 5,1 | 
| 2022 | 2,5 | 2,2 | 4,2 | 
| 2023 | 2,6 | 2,3 | 4,3 | 
De meeste wo'ers gaan na hun studie aan het werk. Een kleine minderheid heeft direct na de studie een uitkering (met of zonder werk). Tot en met 2019 was een dalende trend zichtbaar in het aandeel wo'ers dat direct na uitstroom een uitkering had. In 2020 was met 5,5% een duidelijke piek te zien. Deze piek leek vooral te komen door een toename van het aantal overige uitkeringen, hieronder vallen ook de Tozo-uitkeringen (tijdelijke regeling voor zelfstandigen tijdens de coronacrisis). In 2023 is het aandeel wo'ers dat direct na uitstroom een uitkering had met 2,6% nog maar net iets hoger dan het niveau van vóór 2020. Uitstromers zonder diploma hebben vaker een uitkering dan gediplomeerde uitstromers. In het tijdvak 2013-2020 schommelde dit verschil rond de 3%-punt. Vanaf 2022 is dit verschil met 2%-punt iets kleiner geworden.
| % met werk, totaal | % met werk, met diploma | % met werk, zonder diploma | |
|---|---|---|---|
| 2014 | 77,5 | 80,1 | 62,9 | 
| 2015 | 78,2 | 80,4 | 65,1 | 
| 2016 | 78,6 | 80,4 | 67,7 | 
| 2017 | 79,6 | 81,3 | 69,4 | 
| 2018 | 81,4 | 82,9 | 71,9 | 
| 2019 | 82,0 | 83,4 | 73,6 | 
| 2020 | 82,8 | 84,1 | 72,3 | 
| 2021 | 84,5 | 86,1 | 74,1 | 
| 2022 | 82,8 | 84,0 | 76,2 | 
| 2023 | 83,0 | 84,1 | 75,9 | 
Het aandeel internationale studenten van de wo-uitstromers is in 2023 toegenomen tot 34%. Het aantal niet-internationale wo-uitstromers bedroeg in 2023 52.320 studenten. Het percentage werkenden onder niet-internationale uitstromers uit het wo steeg van 2014 tot 2021 geleidelijk. Vanaf 2022 is dat iets gedaald; in 2023 had 83% van de wo'ers direct na uitstroom werk, twee jaar eerder was dat nog 84,5%. Van de ruim 45.000 gediplomeerde niet-internationale uitstromers had 84,1% in oktober 2023 direct na uitstroom werk (met of zonder uitkering). Niet-gediplomeerde uitstromers uit het wo hadden met 75,9% minder vaak werk direct na uitstroom. Het verschil tussen het aandeel gediplomeerden en niet-gediplomeerde uitstromers met werk direct na uitstroom is met 8,2%-punt een stuk kleiner dan in de periode tot en met 2021, waar dat verschil schommelde rond de 12%-punt.
| % met uitkering, totaal | % met uitkering, met diploma | % met uitkering, zonder diploma | |
|---|---|---|---|
| 2014 | 4,5 | 3,9 | 7,8 | 
| 2015 | 3,9 | 3,4 | 6,6 | 
| 2016 | 3,6 | 3,1 | 6,6 | 
| 2017 | 3,0 | 2,5 | 5,9 | 
| 2018 | 2,7 | 2,2 | 5,7 | 
| 2019 | 2,5 | 2,0 | 5,4 | 
| 2020 | 6,3 | 5,8 | 9,9 | 
| 2021 | 3,4 | 3,0 | 6,2 | 
| 2022 | 2,8 | 2,4 | 5,0 | 
| 2023 | 2,9 | 2,6 | 5,3 | 
Het aandeel internationale studenten van de wo-uitstromers is in 2023 toegenomen tot 34%. Het aantal niet-internationale wo-uitstromers bedroeg in 2023 52.320 studenten. Van de gediplomeerde niet-internationale wo-uitstromers heeft een kleine minderheid (2,6%) direct na de studie een uitkering (met of zonder werk). Tot 2020 was een dalende trend zichtbaar in het aandeel niet-internationale wo'ers dat direct na uitstroom een uitkering had. In 2020 was met 6,3% een duidelijke piek zichtbaar. Deze piek leek vooral te komen door een toename van het aantal overige uitkeringen, hieronder vallen ook de Tozo-uitkeringen (tijdelijke regeling voor zelfstandigen tijdens de coronacrisis). In 2023 is het aandeel niet-internationale wo'ers dat direct na uitstroom een uitkering had met 2,9% nog maar net iets hoger dan het niveau van vóór 2020. Uitstromers zonder diploma hebben vaker een uitkering dan gediplomeerde uitstromers. Het verschil onder niet-internationale voltijd wo'ers was in 2023 met 2,7%-punt kleiner dan in 2021 en de jaren daarvoor (toen schommelde dit verschil rond de 3,4%-punt).
Arbeidsmarktpositie van gediplomeerde voltijd wo'ers direct na uitstroom in oktober 2023, naar studierichting
| % alleen werk | % werk en uitkering | % alleen uitkering | % geen werk en geen uitkering | |
|---|---|---|---|---|
| Totaal | 77 | 1 | 1 | 21 | 
| Onderwijs | 92 | 4 | 4 | |
| Landbouw | 74 | 1 | 1 | 24 | 
| Natuur | 73 | 1 | 1 | 24 | 
| Techniek | 76 | 1 | 1 | 23 | 
| Gezondheidszorg | 83 | 1 | 1 | 15 | 
| Economie | 78 | 1 | 1 | 21 | 
| Recht | 80 | 1 | 1 | 17 | 
| Gedrag en maatschappij | 78 | 1 | 1 | 19 | 
| Taal en cultuur | 73 | 2 | 2 | 24 | 
| Sectoroverstijgend | 65 | 1 | 1 | 33 | 
Van de studenten met diploma die uit het wo stroomden in 2023 had 77% direct na uitstroom werk (zonder uitkering), maar had 21% geen werk en geen uitkering direct na uitstroom. Een klein deel had zowel werk als een uitkering (1%) of alleen een uitkering (1%). Studenten uit de richting 'Onderwijs' hadden het vaakst alleen werk (92%). In vergelijking met andere sectoren hadden studenten uit de richting 'Sectoroverstijgend' het vaakst geen werk en geen uitkering (33%).
| % alleen werk | % werk en uitkering | % alleen uitkering | % geen werk en geen uitkering | |
|---|---|---|---|---|
| Wo totaal | 77 | 1 | 1 | 21 | 
| Wo-bachelor | 70 | 1 | 1 | 27 | 
| Wo-master | 78 | 1 | 1 | 19 | 
| Wo-vervolgopleiding | 92 | 2 | 0 | 6 | 
Van de gediplomeerde wo'ers die uitstroomden had 77% in oktober 2023 alleen werk (zonder uitkering). Het aandeel dat direct na uitstroom alleen werk heeft is het hoogst voor studenten met een wo-vervolgopleiding (92%) en het laagst voor uitstromers met een wo-bachelor (70%). Voor studenten met een masterdiploma was dit aandeel 78%.
Arbeidsmarktpositie van gediplomeerde voltijd wo'ers direct na uitstroom in oktober 2024, naar studierichting (voorlopige cijfers)
| % alleen werknemer | % werknemer en uitkering | % alleen uitkering | % geen werknemer en geen uitkering | |
|---|---|---|---|---|
| Totaal | 72 | 0 | 1 | 27 | 
| Onderwijs | 92 | 6 | ||
| Landbouw en natuurlijke omgeving | 71 | 1 | 28 | |
| Natuur | 67 | 0 | 2 | 31 | 
| Techniek | 69 | 0 | 1 | 29 | 
| Gezondheidszorg | 79 | 0 | 1 | 20 | 
| Economie | 71 | 0 | 1 | 28 | 
| Recht | 76 | 1 | 1 | 22 | 
| Gedrag en maatschappij | 74 | 0 | 1 | 24 | 
| Taal en cultuur | 65 | 1 | 2 | 32 | 
| Sectoroverstijgend | 56 | 1 | 43 | 
Van de gediplomeerde voltijd wo'ers die uitstroomden in 2024 was 72% in oktober 2024 aan het werk als werknemer (zonder uitkering). Ongeveer een kwart van alle gediplomeerde uitstromers was direct na uitstroom geen werknemer en had ook geen uitkering. Studenten uit de richting 'Onderwijs' hadden het vaakst een baan zonder uitkering (92%). Studenten uit de richting 'Sectoroverstijgend' waren het minst vaak alleen werknemer (56%). Merk op dat het hier om voorlopige cijfers gaat waarbij niet alle uitkeringen en werkenden zijn waargenomen. Zo zijn uitstromers die werk hebben als zelfstandige niet inbegrepen.
| % alleen werknemer | % werknemer en uitkering | % alleen uitkering | % geen werknemer en geen uitkering | |
|---|---|---|---|---|
| Wo totaal | 72 | 0 | 1 | 27 | 
| Wo-bachelor | 64 | 0 | 2 | 34 | 
| Wo-master | 73 | 0 | 1 | 25 | 
| Wo-vervolgopleiding | 85 | 0 | 1 | 14 | 
Van de gediplomeerde voltijd wo'ers die uitstroomden in het studiejaar 2023/2024 was 72% in oktober 2024 aan het werk als werknemer (zonder uitkering). De relatief kleine groep uitstromers met een wo-vervolgopleiding vonden het vaakst werk. In oktober 2024 had 85% van hen een baan. Van de wo-masterstudenten was dit 73%. Bij de bachelor gediplomeerden lag het percentage werknemers het laagst (64%). Een deel van deze groep neemt mogelijk een tussenjaar om daarna aan een masteropleiding te beginnen.
Arbeidsmarktpositie van gediplomeerde voltijd wo'ers direct na uitstroom (in oktober 2022) en 1 jaar na uitstroom (in oktober 2023), naar soort diploma
| % werk, direct na uitstroom | % werk, 1 jaar na uitstroom | % uitkering, direct na uitstroom | % uitkering, 1 jaar na uitstroom | |
|---|---|---|---|---|
| Wo totaal | 79 | 92 | 2 | 2 | 
| Wo-bachelor | 71 | 81 | 3 | 4 | 
| Wo-master | 81 | 94 | 2 | 2 | 
| Wo-vervolgopleiding | 93 | 96 | 2 | 3 | 
Van de gediplomeerde voltijd wo-studenten die in het jaar 2022 uitstroomden uit het onderwijs had 79% in oktober 2022 werk (met of zonder uitkering). Een jaar later is dit gestegen tot 92%. Verreweg het grootste absolute aantal uitstromers betreft de groep met een wo-master, dit was met 42.740 studenten 67,5% van het totaal aantaal wo-uitstromers. Van deze groep had 81% direct na uitstroom werk, 1 jaar later is dit gestegen tot 94%. De studenten die met een bachelordiploma uitstromen vormen met 17.160 studenten een kleinere groep van de uitstroom (27,1%). Voor deze studenten was het percentage met werk direct na uitstroom 71%, en 1 jaar later 81%. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat alleen gekeken wordt naar de studenten die doorstromen naar de arbeidsmarkt. Studenten die terugstromen in het onderwijs, worden in de telling niet meegenomen. Van de kleinste groep, studenten met een vervolgopleiding (5,4%), heeft een overgrote deel direct werk: 93%. 1 jaar later is dat nog verder gestegen naar 96%.
Arbeidsduur van gediplomeerde voltijd wo'ers een jaar na uitstroom in oktober 2023, naar studierichting
| % werk | % werk 12 uur of meer per week | % werk 20 uur of meer per week | |
|---|---|---|---|
| Totaal | 92 | 90 | 88 | 
| Onderwijs | 98 | 96 | 95 | 
| Landbouw | 89 | 88 | 86 | 
| Natuur | 92 | 91 | 90 | 
| Techniek | 94 | 93 | 92 | 
| Gezondheidszorg | 93 | 92 | 90 | 
| Economie | 93 | 92 | 91 | 
| Recht | 92 | 91 | 90 | 
| Gedrag en maatschappij | 91 | 89 | 87 | 
| Taal en cultuur | 88 | 84 | 80 | 
| Sectoroverstijgend | 76 | 71 | 68 | 
Van de in 2022 uitgestroomde gediplomeerde voltijd wo-studenten had 88% in oktober 2023 werk voor minimaal 20 uur per week. Studenten uit de richting 'Onderwijs' en 'Techniek' hadden het vaakst een grotere baan. Van de uitstromers uit de richting 'Sectoroverstijgend' werkte 68% minimaal 20 uur in de week. Dit is het laagste percentage van alle studierichtingen, maar wel een hoger percentage dan onder uitstromers in die studierichting een jaar eerder (64%). Voor de studierichtingen 'Sectoroverstijgend' en 'Taal en cultuur' is het verschil tussen het percentage uitstromers met een grote baan (minimaal 20 uur per week) en het percentage met werk (ongeacht het aantal uur per week), groter dan in andere studierichtingen. Relatief veel uitstromers uit deze studierichtingen werken dus weinig uur in de week.
| % werk | % werk 12 uur of meer per week | % werk 20 uur of meer per week | |
|---|---|---|---|
| Wo totaal | 92 | 90 | 88 | 
| Wo-bachelor | 81 | 76 | 72 | 
| Wo-master | 94 | 93 | 92 | 
| Wo-vervolgopleiding | 96 | 95 | 94 | 
Van de in 2022 uitgestroomde gediplomeerde voltijd wo-studenten had 88% in oktober 2023 werk voor minimaal 20 uur per week. Uitstromers met een diploma van een wo-vervolgopleiding hadden het vaakst een grote baan (94%), gevolgd door uitstromers met een masterdiploma (92%). Uitstromers met wo-bachelordiploma werkten het minst vaak 20 uur of meer in de week (72%).
Aandeel met werk van gediplomeerde voltijd wo'ers een jaar na uitstroom, naar arbeidsduur
| % met werk, totaal | % met werk, 12 uur of meer per week | % met werk, 20 uur of meer per week | |
|---|---|---|---|
| 2014 | 87 | 84 | 81 | 
| 2015 | 88 | 85 | 83 | 
| 2016 | 89 | 87 | 84 | 
| 2017 | 90 | 87 | 85 | 
| 2018 | 91 | 89 | 87 | 
| 2019 | 92 | 89 | 88 | 
| 2020 | 91 | 89 | 88 | 
| 2021 | 92 | 91 | 89 | 
| 2022 | 92 | 91 | 89 | 
| 2023 | 92 | 90 | 88 | 
Het aandeel van gediplomeerde wo-uitstromers dat een jaar na uitstroom werk heeft is in 2023 92%, dit is gelijk gebleven ten opzichte van een jaar eerder. Het aandeel wo-uitstromers met een kleine baan (minstens 12 uur in de week) is iets groter ten opzichte van het aandeel wo-uitstromers met een grote baan (minstens 20 uur in de week). Het verschil tussen het aandeel met werk en het aandeel met een grote baan is in 2023 ten opzichte van 2022 met 1%-punt gestegen naar 4%-punt. In de meest recente jaren werd dit verschil geleidelijk steeds kleiner; van 5%-punt in 2015 tot 3%-punt in 2022. Dit betekent dat ten opzichte van vorig jaar iets minder werkenden onder de wo-uitstromers meer dan 20 uur in de week zijn gaan werken.
| % met werk, totaal | % met werk, 12 uur of meer per week | % met werk, 20 uur of meer per week | |
|---|---|---|---|
| 2014 | 90 | 87 | 84 | 
| 2015 | 91 | 88 | 85 | 
| 2016 | 91 | 89 | 86 | 
| 2017 | 92 | 89 | 86 | 
| 2018 | 92 | 90 | 88 | 
| 2019 | 93 | 91 | 89 | 
| 2020 | 93 | 91 | 90 | 
| 2021 | 94 | 93 | 91 | 
| 2022 | 94 | 93 | 91 | 
| 2023 | 94 | 92 | 91 | 
In 2022 zijn er 43.900 niet-internationale voltijd wo-studenten met een diploma uitgestroomd. Daarvan had 94% in 2023 werk. Waar sinds 2014 een stijgende trend was te zien voor met name het aandeel wo-uitstromers dat 20 uur of meer per week werkt, en in iets mindere mate voor het aandeel dat 12 uur of meer werkt, is deze stijging vanaf 2021 gestagneerd en zelfs met 1%-punt gedaald voor het aandeel dat 12 uur of meer werkt. In het tijdvak 2014-2021 is het aandeel voor uitstromers met een grote baan van 84% gestegen tot 91%, in 2023 is het aandeel gelijk gebleven ten opzichte van 2021.