Arbeidsmarktpositie van studenten uitgestroomd uit het voltijd wetenschappelijk onderwijs
Meer dan 78.000 wo-studenten verlieten na schooljaar 2021/2022 het onderwijs. Daarvan hadden er ruim 63.000 een diploma en iets minder dan 15.000 geen diploma. De arbeidsmarktpositie van studenten die uitstromen uit het wetenschappelijk onderwijs (wo) wordt jaarlijks in kaart gebracht.
Van de wo-uitstromers die de voltijd opleiding (inclusief duaal) hebben gevolgd, wordt weergegeven of ze direct na uitstroom in oktober werk of een uitkering of een combinatie van beide hebben.
In de eerste figuur wordt een tijdreeks gegeven met het aandeel studenten dat direct na het verlaten van de opleiding (in oktober) een betaalde baan heeft, waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen studenten met én zonder diploma. In de gerelateerde figuur wordt de tijdreeks gegeven voor het aandeel met een uitkering. In beide figuren zijn de internationale studenten in de groep wo-uitstromers meegenomen.
Het aandeel internationale studenten (studenten met een niet-Nederlandse nationaliteit en een niet-Nederlandse vooropleiding) van de wo-uitstromers is gestegen van 14,0% in 2008 naar 33,5% in 2022. Internationale studenten die na hun studie uit Nederland vertrekken, schrijven zich niet altijd (direct) uit bij de Basisregistratie Personen (BRP). Dit kan leiden tot een overschatting van het aantal wo-uitstromers zonder werk en zonder uitkering. Voor een goed beeld van de ontwikkeling van de arbeidsmarktpositie wordt daarom aangeraden om alleen naar de niet-internationale studenten te kijken. In de tweede en derde gerelateerde figuur worden dan ook de wo-uitstromers met werk of een uitkering getoond exclusief de internationale studenten.
In de volgende figuren en gerelateerde grafieken wordt de arbeidsmarktpositie van gediplomeerde voltijdstudenten per studierichting, opleiding en diploma weergegeven. Cijfers over deeltijdstudenten, internationale studenten en ongediplomeerden zijn te vinden op StatLine (zie link onder 'Zie ook').
Aandeel met werk van voltijd wo'ers direct na uitstroom, naar wel/geen diploma
Jaar | % met werk, totaal | % met werk, met diploma | % met werk, zonder diploma |
---|---|---|---|
2013 | 70,9 | 74 | 56,4 |
2014 | 72,7 | 75,7 | 56,7 |
2015 | 74,2 | 76,7 | 59,8 |
2016 | 75,1 | 77,2 | 62,9 |
2017 | 76,1 | 78,1 | 64,5 |
2018 | 78 | 80 | 66,6 |
2019 | 77 | 79,2 | 64,9 |
2020 | 75,8 | 78 | 60,5 |
2021 | 78,7 | 81,2 | 63,4 |
2022 | 77 | 79 | 66,3 |
In 2022 had 77% van de wo'ers direct na uitstroom werk. Dit is iets lager dan het aandeel werkenden een jaar eerder (78,7%), wat het hoogste percentage sinds 2008 was. Het grootste deel van de uitstromers verlaat het wo met diploma (81% in 2022). Van de uitstromers met diploma lag het percentage dat werkte met 79% iets lager dan een jaar eerder. Voor de ongediplomeerde uitstromers is er sprake van een stijging in het aantal werkenden ten opzichte van vorig jaar naar 66,3%. Het verschil in het aandeel werkenden tussen uitstromers met en zonder diploma is in de loop der jaren sterk afgenomen van 17,8%-punt (in 2013) tot 12,7%-punt (in 2022).
Jaar | % met uitkering, totaal | % met uitkering, met diploma | % met uitkering, zonder diploma |
---|---|---|---|
2013 | 4,4 | 4 | 6,5 |
2014 | 4,1 | 3,6 | 6,9 |
2015 | 3,6 | 3,2 | 6 |
2016 | 3,4 | 2,9 | 6,1 |
2017 | 2,8 | 2,4 | 5,5 |
2018 | 2,5 | 2,1 | 5,1 |
2019 | 2,3 | 1,8 | 4,7 |
2020 | 5,5 | 5,2 | 8,2 |
2021 | 3,1 | 2,8 | 5,1 |
2022 | 2,5 | 2,2 | 4,2 |
De meeste wo'ers gaan na hun studie aan het werk. Een kleine minderheid heeft direct na de studie een uitkering (met of zonder werk). Tot en met 2019 was een dalende trend zichtbaar in het aandeel wo'ers dat direct na uitstroom een uitkering had. In 2020 was met 5,5% een duidelijke piek te zien. Deze piek leek vooral te komen door een toename van het aantal overige uitkeringen, hieronder vallen ook de Tozo-uitkeringen (tijdelijke regeling voor zelfstandigen tijdens de coronacrisis). In 2022 is sprake van een daling naar 2,5%. Daarmee is het aandeel wo'ers dat direct na uitstroom een uitkering had weer (bijna) gelijk aan het niveau van vóór 2020. Uitstromers zonder diploma hebben vaker een uitkering dan gediplomeerde uitstromers. In het tijdvak 2013-2020 schommelde dit verschil rond de 3%-punt. In 2022 is dit verschil met 2%-punt iets kleiner geworden.
Jaar | % met werk, totaal | % met werk, met diploma | % met werk, zonder diploma |
---|---|---|---|
2013 | 76,3 | 78,7 | 64,5 |
2014 | 77,5 | 80,1 | 62,9 |
2015 | 78,2 | 80,4 | 65,1 |
2016 | 78,6 | 80,4 | 67,7 |
2017 | 79,6 | 81,3 | 69,4 |
2018 | 81,4 | 82,9 | 71,9 |
2019 | 82 | 83,4 | 73,6 |
2020 | 82,8 | 84,1 | 72,3 |
2021 | 84,5 | 86,1 | 74,1 |
2022 | 82,8 | 84 | 76,2 |
Het aandeel internationale studenten van de wo-uitstromers is in 2022 toegenomen tot 33,5%. Het aantal niet-internationale wo-uitstromers bedroeg in 2022 ruim 52.000 studenten. Het percentage werkenden onder niet-internationale uitstromers uit het wo steeg van 2014 tot 2021 geleidelijk. In 2022 is dat weer iets gedaald; 82,8% van de wo'ers had direct na uitstroom werk, een jaar eerder was dat nog 84,5%. Van de bijna 44.000 gediplomeerde niet-internationale uitstromers had 84% in oktober 2022 direct na uitstroom werk (met of zonder uitkering). Niet-gediplomeerde uitstromers uit het wo hadden met 76,2% minder vaak werk direct na uitstroom, een verschil van 7,8%-punt.
Jaar | % met uitkering, totaal | % met uitkering, met diploma | % met uitkering, zonder diploma |
---|---|---|---|
2013 | 4,9 | 4,4 | 7,5 |
2014 | 4,5 | 3,9 | 7,8 |
2015 | 3,9 | 3,4 | 6,6 |
2016 | 3,6 | 3,1 | 6,6 |
2017 | 3 | 2,5 | 5,9 |
2018 | 2,7 | 2,2 | 5,7 |
2019 | 2,5 | 2 | 5,4 |
2020 | 6,3 | 5,8 | 9,9 |
2021 | 3,4 | 3 | 6,2 |
2022 | 2,8 | 2,4 | 5 |
Het aandeel internationale studenten van de wo-uitstromers is in 2022 toegenomen tot 33,5%. Het aantal niet-internationale wo-uitstromers bedroeg in 2022 ruim 52.000 studenten. Van de gediplomeerde niet-internationale wo-uitstromers heeft een kleine minderheid (2,4%) direct na de studie een uitkering (met of zonder werk). Tot 2020 was een dalende trend zichtbaar in het aandeel niet-internationale wo'ers dat direct na uitstroom een uitkering had. In 2020 was met 6,3% een duidelijke piek zichtbaar. Deze piek leek vooral te komen door een toename van het aantal overige uitkeringen, hieronder vallen ook de Tozo-uitkeringen (tijdelijke regeling voor zelfstandigen tijdens de coronacrisis). In 2022 is sprake van een daling naar 2,8%. Dit is bijna weer in lijn met de dalende trend vóór 2020. Uitstromers zonder diploma hebben vaker een uitkering dan gediplomeerde uitstromers. Het verschil onder niet-internationale voltijd wo'ers was in 2022 met 2,6%-punt kleiner dan in 2021 en de jaren vóór 2020 (toen schommelde dit verschil rond de 3,4%-punt).
Arbeidsmarktpositie van gediplomeerde voltijd wo'ers direct na uitstroom in oktober 2022, naar studierichting
Studierichting | % alleen werk | % werk en uitkering | % alleen uitkering | % geen werk en geen uitkering |
---|---|---|---|---|
Totaal | 78 | 1 | 1 | 20 |
Onderwijs | 93 | 2 | 4 | |
Landbouw en natuurlijke omgeving | 74 | 1 | 1 | 24 |
Natuur | 76 | 1 | 1 | 22 |
Techniek | 78 | 1 | 1 | 21 |
Gezondheidszorg | 83 | 2 | 1 | 14 |
Economie | 78 | 1 | 0 | 21 |
Recht | 80 | 2 | 1 | 17 |
Gedrag en maatschappij | 78 | 2 | 1 | 19 |
Taal en cultuur | 74 | 2 | 2 | 22 |
Sectoroverstijgend | 64 | 1 | 35 |
Van de studenten met diploma die uit het wo stroomden in 2022 had 78% in oktober 2022 alleen werk (zonder uitkering). Daarnaast had een klein deel (1%) zowel werk als een uitkering. Studenten uit de richting 'Onderwijs' hadden het vaakst alleen werk (93%). In vergelijking met andere sectoren hadden studenten uit de richting 'Sectoroverstijgend' het vaakst geen werk en geen uitkering (35%).
Soort diploma | % alleen werk | % werk en uitkering | % alleen uitkering | % geen werk en geen uitkering |
---|---|---|---|---|
Wo totaal | 78 | 1 | 1 | 20 |
Wo-bachelor | 69 | 1 | 2 | 28 |
Wo-master | 80 | 1 | 1 | 18 |
Wo-vervolgopleiding | 92 | 1 | 1 | 6 |
Van de gediplomeerde wo'ers die uitstroomden had 78% in oktober 2022 alleen werk (zonder uitkering). Het aandeel dat direct na uitstroom alleen werk heeft is het hoogst voor studenten met een wo-vervolgopleiding (92%) en het laagst voor uitstromers met een wo-bachelor (69%). Voor studenten met een masterdiploma was dit aandeel 80%.
Arbeidsmarktpositie van gediplomeerde voltijd wo'ers direct na uitstroom in oktober 2023, naar studierichting (voorlopige cijfers)
Studierichting | % alleen werknemer | % werknemer en uitkering | % alleen uitkering | % geen werknemer en geen uitkering |
---|---|---|---|---|
Totaal | 73 | 0 | 1 | 26 |
Onderwijs | 91 | 2 | 7 | |
Landbouw en natuurlijke omgeving | 70 | 0 | 1 | 29 |
Natuur | 69 | 0 | 1 | 29 |
Techniek | 72 | 0 | 1 | 27 |
Gezondheidszorg | 78 | 0 | 1 | 21 |
Economie | 73 | 0 | 1 | 26 |
Recht | 77 | 0 | 1 | 21 |
Gedrag en maatschappij | 75 | 1 | 1 | 24 |
Taal en cultuur | 67 | 1 | 2 | 31 |
Sectoroverstijgend | 59 | 1 | 40 |
Van de gediplomeerde voltijd wo'ers die uitstroomden in 2023 was 73% in oktober 2023 aan het werk als werknemer (zonder uitkering). Een kwart van alle gediplomeerde uitstromers was direct na uitstroom geen werknemer en had ook geen uitkering. Studenten uit de richting 'Onderwijs' hadden het vaakst een baan (91%). Studenten uit de richting 'Sectoroverstijgend' waren het minst vaak werknemer (59%). Merk op dat het hier om voorlopige cijfers gaat waarbij niet alle uitkeringen en werkenden zijn waargenomen. Zo zijn uitstromers die werk hebben als zelfstandige niet inbegrepen.
Soort diploma | % alleen werknemer | % werknemer en uitkering | % alleen uitkering | % geen werknemer en geen uitkering |
---|---|---|---|---|
Wo totaal | 73 | 0 | 1 | 26 |
Wo-bachelor | 65 | 0 | 1 | 34 |
Wo-master | 75 | 0 | 1 | 24 |
Wo-vervolgopleiding | 86 | 1 | 0 | 13 |
Van de gediplomeerde voltijd wo'ers die uitstroomden in het studiejaar 2022/2023 was 73% in oktober 2023 aan het werk als werknemer (zonder uitkering). De relatief kleine groep uitstromers met een wo-vervolgopleiding vonden het vaakst werk. In oktober 2023 had 86% van hen een baan. Van de wo-masterstudenten was dit 75%. Bij de bachelor gediplomeerden lag het percentage werknemers het laagst (65%). Een deel van deze groep neemt mogelijk een tussenjaar om daarna aan een masteropleiding te beginnen.
Arbeidsmarktpositie van gediplomeerde voltijd wo'ers direct na uitstroom (in oktober 2021) en 1 jaar na uitstroom (in oktober 2022), naar soort diploma
Soort diploma | % werk, direct na uitstroom | % werk, 1 jaar na uitstroom | % uitkering, direct na uitstroom | % uitkering, 1 jaar na uitstroom |
---|---|---|---|---|
Wo totaal | 81 | 92 | 3 | 2 |
Wo-bachelor | 71 | 80 | 4 | 4 |
Wo-master | 83 | 94 | 3 | 2 |
Wo-vervolgopleiding | 95 | 96 | 2 | 3 |
Van de gediplomeerde voltijd wo-studenten die in het jaar 2021 uitstroomden uit het onderwijs had 81% in oktober 2021 werk (met of zonder uitkering). Een jaar later is dit gestegen tot 92%. Verreweg het grootste absolute aantal uitstromers betreft de groep met een wo-master, dit was met 42.850 studenten 71,4% van het totaal aantaal wo-uitstromers. Van deze groep had 83% direct na uitstroom werk. 1 jaar later is dit gestegen tot 94%. De studenten die met een bachelordiploma uitstromen vormen een kleinere groep van de uitstroom (22,5%). Voor deze studenten geldt dat het percentage direct na uitstroom 71% is en 1 jaar later is gestegen tot 80%. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat alleen gekeken wordt naar de studenten die doorstromen naar de arbeidsmarkt. Studenten die terugstromen in het onderwijs, worden in de telling niet meegenomen. Van de kleinste groep, studenten met een vervolgopleiding (6,1%), heeft een groot deel direct werk: 95%. 1 jaar later is dat nog verder gestegen naar 96%.
Arbeidsduur van gediplomeerde voltijd wo'ers een jaar na uitstroom in oktober 2022, naar studierichting
Studierichting | % werk | % werk 12 uur of meer per week | % werk 20 uur of meer per week |
---|---|---|---|
Totaal | 92 | 91 | 89 |
Onderwijs | 98 | 96 | 94 |
Landbouw | 90 | 88 | 87 |
Natuur | 93 | 91 | 90 |
Techniek | 95 | 94 | 94 |
Gezondheidszorg | 94 | 92 | 90 |
Economie | 93 | 93 | 92 |
Recht | 94 | 92 | 92 |
Gedrag en maatschappij | 92 | 90 | 88 |
Taal en cultuur | 87 | 83 | 80 |
Sectoroverstijgend | 73 | 67 | 64 |
Van de in 2021 uitgestroomde gediplomeerde voltijd wo-studenten had 89% in oktober 2022 werk voor minimaal 20 uur per week. Studenten uit de richting 'Onderwijs' en 'Techniek' hadden het vaakst een grotere baan. Van de uitstromers uit de richting 'Sectoroverstijgend' werkte 64% minimaal 20 uur in de week. Dit is het laagste percentage van alle studierichtingen, maar wel een hoger percentage dan onder uitstromers in die studierichting een jaar eerder (60%). Voor de studierichtingen 'Sectoroverstijgend' en 'Taal en cultuur' is het verschil met het percentage dat werk heeft, onafhankelijk van het aantal uren, groter in vergelijking met andere studierichtingen. Relatief veel uitstromers uit deze studierichtingen werken dus weinig uur in de week.
Soort diploma | % werk | % werk 12 uur of meer per week | % werk 20 uur of meer per week |
---|---|---|---|
Wo totaal | 92 | 91 | 89 |
Wo-bachelor | 80 | 75 | 71 |
Wo-master | 94 | 93 | 92 |
Wo-vervolgopleiding | 96 | 95 | 94 |
Van de in 2021 uitgestroomde gediplomeerde voltijd wo-studenten had 89% in oktober 2022 werk voor minimaal 20 uur per week. Uitstromers met een diploma van een wo-vervolgopleiding hadden het vaakst een grote baan (94%), gevolgd door uitstromers met een masterdiploma (92%). Uitstromers met wo-bachelordiploma werkten het minst vaak 20 uur of meer in de week (71%).
Aandeel met werk van gediplomeerde voltijd wo'ers een jaar na uitstroom, naar arbeidsduur
Jaar | % met werk, totaal | % met werk, 12 uur of meer per week | % met werk, 20 uur of meer per week |
---|---|---|---|
2013 | 87 | 84 | 81 |
2014 | 87 | 84 | 81 |
2015 | 88 | 85 | 83 |
2016 | 89 | 87 | 84 |
2017 | 90 | 87 | 85 |
2018 | 91 | 89 | 87 |
2019 | 92 | 89 | 88 |
2020 | 91 | 89 | 88 |
2021 | 92 | 91 | 89 |
2022 | 92 | 91 | 89 |
Het aandeel van gediplomeerde wo-uitstromers dat een jaar na uitstroom werk heeft is in 2022 92%, dit is gelijk gebleven ten opzichte van een jaar eerder. Het aandeel wo-uitstromers met een kleine baan (minstens 12 uur in de week) is iets groter ten opzichte van het aandeel wo-uitstromers met een grote baan (minstens 20 uur in de week). Het verschil tussen het aandeel met werk en het aandeel met een grote baan is in 2022 ten opzichte van 2021 gelijk gebleven. In de meest recente jaren is dit verschil wel geleidelijk steeds kleiner geworden; van 6%-punt in 2014 tot 3%-punt vanaf 2020. Dit betekent dat steeds meer werkenden onder de wo-uitstromers meer dan 20 uur in de week zijn gaan werken.
Jaar | % met werk, totaal | % met werk, 12 uur of meer per week | % met werk, 20 uur of meer per week |
---|---|---|---|
2013 | 90 | 87 | 83 |
2014 | 90 | 87 | 84 |
2015 | 91 | 88 | 85 |
2016 | 91 | 89 | 86 |
2017 | 92 | 89 | 86 |
2018 | 92 | 90 | 88 |
2019 | 93 | 91 | 89 |
2020 | 93 | 91 | 90 |
2021 | 94 | 93 | 91 |
2022 | 94 | 93 | 91 |
In 2021 zijn er 41.790 niet-internationale voltijd wo-studenten met een diploma uitgestroomd. Daarvan had 94% in 2022 werk. Waar sinds 2013 een stijgende trend was te zien voor met name het aandeel wo-uitstromers dat 20 uur of meer per week werkt, en in iets mindere mate voor het aandeel dat 12 uur of meer werkt, is deze stijging in 2022 gestagneerd. In het tijdvak 2013-2021 is het aandeel voor uitstromers met een grote baan van 83% gestegen tot 91%, in 2022 is het aandeel gelijk gebleven ten opzichte van een 2021.