Toegankelijkheid
De toegankelijkheid van het hoger onderwijs wordt in kaart gebracht aan de hand van indicatoren die betrekking hebben op de mate waarin specifieke groepen studenten ondervertegenwoordigd zijn en kampen met meer switch, uitval of studievertraging en/of een lager studiesucces.
Kijk ook op onze pagina over financiële kengetallen over studiefinanciering en private bijdragen.
Gelijke Kansen
Gelijke kansen in het onderwijs betekent dat iedereen die de capaciteit heeft om te studeren, de mogelijkheid moet hebben om te studeren. De achtergrond en de persoonlijke omstandigheden van studenten zouden zo min mogelijk invloed moeten hebben op de onderwijsuitkomsten. Dat betekent dat de studentenpopulatie die in het hoger onderwijs instroomt, aan het hoger onderwijs deelneemt en succesvol afrondt, zoveel mogelijk een afspiegeling zou moeten zijn van de diversiteit in het toeleverende onderwijs. Ondervertegenwoordiging in het hoger onderwijs van specifieke groepen kan duiden op ongelijke kansen.
Conform deze benadering wordt de toegankelijkheid van het hoger onderwijs in kaart gebracht aan de hand van indicatoren die betrekking hebben op de mate waarin specifieke groepen studenten ondervertegenwoordigd zijn en kampen met meer switch, uitval of studievertraging en/of een lager studiesucces.
- Doorstroom hoger onderwijs
- Uitval en switch
- Gebruik aanvullende beurs (in ontwikkeling, volgt)
- Genderbalans (man/vrouw)
- Sociale steun vanuit de onderwijsinstelling
- Hulp of advies ontvangen van iemand binnen jouw onderwijsinstelling
Leven Lang Ontwikkelen
Flexibele studiepaden vergen variatie in vorm, tijd, tempo en plaats. Het doel is ruimte voor de student voor het maken van eigen keuzes én voor het blijven leren na afronding van de studie: Leven Lang Ontwikkelen.
Het belang van Leven Lang Ontwikkelen is groot voor een goede kwaliteit van de beroepsbevolking. Leven lang ontwikkelen heeft betrekking op alle activiteiten gericht op formeel leren, non-formeel leren en informeel leren, door mensen die het onderwijs hebben verlaten en als werkende of werkzoekende de arbeidsmarkt hebben betreden. Daarbij is formeel leren: leren in door de overheid erkend en gereguleerd onderwijs, leidend tot een kwalificatie/graad. Non-formeel leren: leren in cursussen en trainingen, niet door de overheid gereguleerd. En informeel leren: leren door en van het uitvoeren van taken en werkzaamheden.