Arbeidsdeelname
Op deze pagina wordt de arbeidsparticipatie per onderwijssoort in beeld gebracht.
De eerste figuur toont het percentage werkenden en de werkloosheid (onder 'Gerelateerde grafieken'), naar hoogst behaald onderwijsniveau.
De tweede figuur toont de tevredenheid van afgestudeerden over de aansluiting tussen het gevolgde onderwijs en de arbeidsmarkt. Onder 'Gerelateerde grafieken' wordt de aansluiting bezien tegen het niveau en de richting van de opleiding evenals het startsalaris van afgestudeerden.
Nettoarbeidsparticipatie 15- tot 75-jarigen naar hoogst behaald onderwijsniveau
Nettoarbeidsparticipatie 15- tot 75-jarigen naar hoogst behaald onderwijsniveau
In procenten
Periode | Basisonderwijs | Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo1 | Havo, vwo, mbo2-4 | Hbo-, wo-bachelor | Hbo-, wo-master, doctor |
---|
2014 | 39,1 | 53,9 | 70,2 | 75,3 | 83,0 |
---|
2015 | 39,1 | 54,6 | 70,7 | 75,8 | 82,7 |
---|
2016 | 38,4 | 55,6 | 71,0 | 75,7 | 82,6 |
---|
2017 | 39,5 | 56,0 | 71,6 | 76,0 | 83,2 |
---|
2018 | 41,4 | 57,1 | 72,5 | 76,7 | 84,0 |
---|
2019 | 43,2 | 57,6 | 73,4 | 77,3 | 84,1 |
---|
2020 | 41,0 | 56,4 | 72,4 | 77,5 | 84,4 |
---|
2021 | 42,5 | 57,2 | 72,9 | 78,6 | 84,7 |
---|
2022 | 45,1 | 58,9 | 74,4 | 80,2 | 85,4 |
---|
2023 | 48,0 | 60,6 | 75,4 | 80,5 | 86,0 |
---|
De nettoarbeidsparticipatie is het hoogste onder hbo-ers en wo-ers. In 2023 had 83% van deze groep werk tegenover 75% van degenen met een havo-, vwo- of mbo niveau 2-4-diploma en 57% van degenen met een vmbo-diploma of alleen basisonderwijs. Op een kortstondige daling in 2020 na is de nettoarbeidsparticipatie voor alle onderwijsniveaus al sinds 2014 aan het stijgen. Deze daling was in lijn met de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt die het gevolg zijn van de coronacrisis: het aantal werkenden nam af, het aantal werklozen nam toe. Sindsdien is de nettoarbeidsparticipatie voor alle onderwijsniveaus tot voorbij het punt van vóór de coronacrisis gegroeid.
CBS: EBB
Brontabel als csv (427 bytes)
Werkloosheid 15- tot 75-jarigen naar hoogst behaald onderwijsniveau
Als aandeel van de beroepsbevolking van 15 tot 75 jaar
Periode | Basisonderwijs | Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo1 | Havo, vwo, mbo2-4 | Hbo-, wo-bachelor | Hbo-, wo-master, doctor |
---|
2014 | 17,9 | 11,4 | 8,2 | 5,7 | 4,1 |
---|
2015 | 17,0 | 10,9 | 7,7 | 5,4 | 4,3 |
---|
2016 | 16,1 | 9,5 | 6,8 | 4,8 | 4,0 |
---|
2017 | 13,3 | 8,1 | 5,7 | 4,4 | 3,4 |
---|
2018 | 11,5 | 6,6 | 4,5 | 3,9 | 3,2 |
---|
2019 | 10,2 | 6,1 | 4,2 | 3,3 | 3,1 |
---|
2020 | 11,1 | 6,9 | 4,7 | 3,7 | 3,2 |
---|
2021 | 10,3 | 6,0 | 4,0 | 3,1 | 2,7 |
---|
2022 | 8,6 | 4,8 | 3,3 | 2,8 | 2,6 |
---|
2023 | 7,8 | 5,0 | 3,2 | 2,8 | 2,6 |
---|
In 2023 was van de personen met als hoogst behaalde onderwijsniveau basisonderwijs 7,8% werkloos. Voor personen die hun master of een diploma op vergelijkbaar niveau hebben behaald was dat 2,6%. In de jaren 2014 tot en met 2019 daalde de werkloosheid gestaag. In 2020 is echter sprake van een lichte stijging van het werkloosheidspercentage. Die stijging in werkloosheid is gerelateerd aan de coronacrisis en de effecten die deze had op de arbeidsmarkt. In 2021 daalde het werkloosheidspercentage weer, een ontwikkeling die in 2022 werd doorgezet maar stagneerde in 2023. Uitzondering zijn degenen met alleen basisonderwijs, onder hen nam de werkloosheid verder af.
CBS: EBB
Brontabel als csv (387 bytes)
Tevredenheid aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt, 2014/15 - 2017/18
Tevredenheid aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt, 2014/15 - 2017/18
Percentage afgestudeerden dat aangeeft dat de opleiding in (zeer) sterke mate een goede basis was om te starten op de arbeidsmarkt
Periode | mbo bol | mbo bbl | hbo | wo |
---|
2014-15 | 44 | 64 | 54 | |
---|
2015-16 | 47 | 66 | 57 | 52 |
---|
2016-17 | 52 | 68 | 60 | |
---|
2017-18 | 57 | 70 | 62 | 56 |
---|
De tevredenheid van afgestudeerden over de aansluiting tussen hun opleiding en de arbeidsmarkt verschilt per sector, maar ook binnen dezelfde sector. Van de afgestudeerden in 2017/18 is de tevredenheid het hoogst bij mbo-bbl (70%) en het laagst bij wo (56%).
Deze resultaten voor het mbo zijn afkomstig uit het CBS/ROA Schoolverlatersonderzoek en voor het hbo uit de HBO-Monitor. Voor het wo zijn de resultaten afkomstig uit de tweejaarlijkse NAE in opdracht van de VSNU.
Bron:CBS/ROA Schoolverlatersonderzoek, ROA (HBO-Monitor), VSNU (NAE)
Brontabel als csv (112 bytes)
Percentage schoolverlaters werkzaam op minimaal eigen niveau of eigen verwante richting, 2017/18
mbo, hbo en wo
2017-18 | Minimaal eigen niveau % | Eigen of verwante richting % |
---|
MBO-BOL | 80 | 64 |
---|
MBO-BBL | 80 | 73 |
---|
HBO | 80 | 78 |
---|
WO | 71 | 74 |
---|
Anderhalf jaar na afstuderen heeft 71% (wo) tot 80% (mbo-bol, mbo-bbl en hbo) van de studenten een baan op minimaal het eigen niveau. Wat betreft een baan in de eigen of verwante richting zijn de percentages wat lager; vooral voor de mbo-bol afgestudeerden.
Zie de uitgebreidere brontabel onder 'Download deze grafiek.
Definitie: Het percentage werkzame schoolverlaters met een baan op minimaal eigen niveau en eigen/verwante richting uitgesplitst op mbo bol en mbo bbl, hbo (voltijd) en wo (voltijd) niveau. De enquête onder schoolverlaters en afgestudeerden dateert van het school/studiejaar 2016-2017, gehouden eind 2018, dat wil zeggen ongeveer anderhalf jaar na het voltooien van de opleiding.
Een viertal monitoren
De onderzoeken zijn uitgevoerd in het najaar van 2019.
VO-Monitor: Onderzoek onder gediplomeerden van het vmbo, het havo en het vwo. De respondenten hebben hun diploma in het schooljaar 2017-2018 ontvangen. De VO-Monitor wordt door het CBS (in samenwerking met het ROA) uitgevoerd.
BVE-Monitor: Onderzoek onder de gediplomeerden van het mbo (bol en bbl). De respondenten hebben hun diploma in het schooljaar 2017-2018 ontvangen. De BVE-Monitor wordt door het CBS (in samenwerking met het ROA) uitgevoerd.
HBO-Monitor: Onderzoek onder de afgestudeerden van het hbo. De respondenten hebben hun diploma in het academisch jaar 2017-2018 ontvangen. De gepresenteerde cijfers hebben daarbij betrekking op afgestudeerden van voltijdopleidingen. De HBO-Monitor wordt onder auspiciën van de Vereniging Hogescholen en in opdracht van de hogescholen door het ROA in samenwerking met DESAN Research Solutions uitgevoerd.
NAE: Onderzoek onder de afgestudeerden van het wo. De respondenten hebben hun diploma in het academisch jaar 2017-2018 ontvangen. De gepresenteerde cijfers hebben daarbij betrekking op afgestudeerden van voltijd masteropleidingen. De NAE wordt in opdracht van de VSNU door Desan Research Solutions uitgevoerd. We danken de VSNU voor het beschikbaar stellen van de resultaten hiervan.
Vergelijkbaarheid tussen monitoren
Door marginale verschillen in de vragenlijsten, zijn uitkomsten niet altijd één op één vergelijkbaar tussen de monitoren. De lezer dient dan ook nadrukkelijk bij de interpretatie van de uitkomsten met de onderstaande definities en verschillen tussen de monitoren rekening te houden.
Let op:
Door wijzigingen in de BVE-monitor vragenlijst is de beslissing genomen om de definitie van de beroepsbevolking voor de gediplomeerden van het mbo vanaf meetjaar 2019 (licht) te wijzigen en deze in lijn te brengen met de definitie zoals door het CBS gehanteerd. De definitie van de beroepsbevolking voor de gediplomeerden van het mbo is niet meer identiek aan de definitie van de beroepsbevolking van de afgestudeerden van het hbo en het wo. De lezer dient dan ook rekening te houden dat arbeidsmarktcijfers tussen mbo aan de ene kant en hbo/wo aan de andere kant niet 1:1 vergelijkbaar zijn.
Werkzaam op eigen niveau: % Ja
Definitie: respondent geeft aan dat voor het werk dat hij of zij uitvoert minimaal een diploma op het eigen onderwijsniveau vereist is. Hierbij wordt een HBO-Bachelor qua niveau gelijk gesteld met een WO-Bachelor en een HBO-Master qua niveau gelijk gesteld met een WO-Master.
Werkzaam in eigen domein: % Ja
Definitie: respondent geeft aan dat voor het werk dat hij of zij uitvoert de eigen, dan wel een verwante, opleidingsrichting het beste voorbereidt.
Beschikbaarheidsdatum: Jaarlijks in juli
Publicatiedatum: 29 oktober 2020
Bron:CBS/ROA Schoolverlatersonderzoek, ROA (HBO-Monitor), VSNU (NAE)
Brontabel als csv (1 kB)
Salaris gediplomeerde schoolverlaters, 2017/18
Gemiddeld bruto uurloon (in euro's) naar sector en onderwijssoort
Onderwijssoort | Landbouw en nat. omgeving | Techniek | Economie | Gezondheidszorg | Gedrag en maatschappij | Taal en cultuur | Onderwijs | Recht | Natuurwetenschappen |
---|
bol 2 | 8,16 | 9,05 | 9,02 | 9,49 | | | | | |
---|
bol 3 | 9,12 | 11,13 | 9,63 | 12,2 | 12,4 | | | | |
---|
bol 4 | 10,01 | 12,17 | 10,33 | 13,65 | 12,47 | | | | |
---|
hbo | 14,67 | 15,93 | 15,02 | 16,38 | 15,13 | 12,03 | 15,42 | | |
---|
wo | 14,61 | 18,02 | 18,8 | 21,12 | 17,04 | 16,7 | 20,12 | 17,67 | 17,69 |
---|
Een hogere opleiding leidt over het algemeen tot een beter startsalaris. Onder de hbo-starters verdienen gediplomeerden in de richting 'Gezondheidszorg' het meest per uur, degenen die zijn opgeleid in de richting 'Taal en cultuur' het minst.
Definitie: Het bruto uurinkomen uitgesplitst op mbo niveau (bol 2, 3, en 4) en hbo per sector. Voor het hbo is alleen gebruik gemaakt van de gegevens van voltijdstudenten. De enquête onder schoolverlaters en afgestudeerden dateert van het school/studiejaar 2016-2017, gehouden eind 2018, dat wil zeggen ongeveer anderhalf jaar na het voltooien van de opleiding.
Een viertal monitoren
De onderzoeken zijn uitgevoerd in het najaar van 2019.
VO-Monitor: Onderzoek onder gediplomeerden van het vmbo, het havo en het vwo. De respondenten hebben hun diploma in het schooljaar 2017-2018 ontvangen. De VO-Monitor wordt door het CBS (in samenwerking met het ROA) uitgevoerd.
BVE-Monitor: Onderzoek onder de gediplomeerden van het mbo (bol en bbl). De respondenten hebben hun diploma in het schooljaar 2017-2018 ontvangen. De BVE-Monitor wordt door het CBS (in samenwerking met het ROA) uitgevoerd.
HBO-Monitor: Onderzoek onder de afgestudeerden van het hbo. De respondenten hebben hun diploma in het academisch jaar 2017-2018 ontvangen. De gepresenteerde cijfers hebben daarbij betrekking op afgestudeerden van voltijdopleidingen. De HBO-Monitor wordt onder auspiciën van de Vereniging Hogescholen en in opdracht van de hogescholen door het ROA in samenwerking met DESAN Research Solutions uitgevoerd.
NAE: Onderzoek onder de afgestudeerden van het wo. De respondenten hebben hun diploma in het academisch jaar 2017-2018 ontvangen. De gepresenteerde cijfers hebben daarbij betrekking op afgestudeerden van voltijd masteropleidingen. De NAE wordt in opdracht van de VSNU door Desan Research Solutions uitgevoerd. We danken de VSNU voor het beschikbaar stellen van de resultaten hiervan.
Vergelijkbaarheid tussen monitoren
Door marginale verschillen in de vragenlijsten, zijn uitkomsten niet altijd één op één vergelijkbaar tussen de monitoren. De lezer dient dan ook nadrukkelijk bij de interpretatie van de uitkomsten met de onderstaande definities en verschillen tussen de monitoren rekening te houden.
Let op:
Door wijzigingen in de BVE-monitor vragenlijst is de beslissing genomen om de definitie van de beroepsbevolking voor de gediplomeerden van het mbo vanaf meetjaar 2019 (licht) te wijzigen en deze in lijn te brengen met de definitie zoals door het CBS gehanteerd. De definitie van de beroepsbevolking voor de gediplomeerden van het mbo is niet meer identiek aan de definitie van de beroepsbevolking van de afgestudeerden van het hbo en het wo. De lezer dient dan ook rekening te houden dat arbeidsmarktcijfers tussen mbo aan de ene kant en hbo/wo aan de andere kant niet 1:1 vergelijkbaar zijn.
Gemiddeld bruto uurloon
Definitie: Bruto uurloon in Euro op basis van maandsalaris en aantal uren werkzaam in hoofdfunctie.
Beschikbaarheidsdatum: Jaarlijks in juli
Publicatiedatum: 29 oktober 2020
Bron: CBS/ROA Schoolverlatersonderzoek, ROA (HBO-Monitor)
Brontabel als csv (366 bytes)