Hier vindt u feiten en cijfers over onderwerpen die betrekking hebben op meerdere onderwijssectoren tegelijk. Zo vindt u onder meer cijfermatige informatie over onderwijsdeelname, studiefinanciering, onderwijspersoneel, onderwijsuitgaven en het hoogst behaald opleidingsniveau van de bevolking.
Feiten en cijfers over leerlingen en studenten
Onder leerlingen en studenten verstaan we alle leerlingen van het primair onderwijs (po), voortgezet onderwijs (vo) en studenten in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo), hoger beroepsonderwijs (hbo) en wetenschappelijk onderwijs (wo). U vindt hier onder andere de verwachte ontwikkeling van het aantal leerlingen en studenten per sector (po, vo, mbo, hbo en wo) en de ontwikkeling voor een aantal leeftijdsjaren.
- Schema van schooltypen in het Nederlands onderwijsstelsel
- Ontwikkeling van het aantal onderwijsdeelnemers in het po, vo, mbo, hbo en wo
De meeste kinderen die in het po starten, stromen door naar regulier voortgezet onderwijs. In de stroomdiagram kunt u zien hoe deze leerlingen door het onderwijs bewegen. Zoals de doorstroom in het voortgezet onderwijs door naar de havo of het vwo of de doorstroom van mbo naar hbo. Deelname aan het onderwijs verschilt per sociaaleconomisch milieu. Uit de cijfers over de sociaaleconomische status (SES) blijkt dat kinderen uit een lage SES-klasse zich minder vaak inschrijven in het hoger onderwijs.
De cijfers over de internationale mobiliteit van leerlingen en studenten geven inzicht in het aantal buitenlandse studenten die naar Nederland komen, als Nederlandse leerlingen en studenten die naar het buitenland vertrekken.
De Nationale Studenten Enquête (NSE) laat zien hoe tevreden studenten in het hoger onderwijs (ho) zijn over hun opleiding. U vindt daarin de tevredenheid van studenten over hun opleiding in het algemeen en over een aantal opleidingsaspecten zoals inhoud, studielast, studiebegeleiding en docenten. De mening van ouders over inspanningen van de school voor ouderbetrokkenheid blijkt uit de Monitor ouderbetrokkenheid. Hierin wordt onder meer ouders gevraagd te oordelen over de manier waarop zij betrokken worden bij de onderwijsinstelling. U vindt de mening van ouders van leerlingen in het po, vo en mbo.
- Tevredenheid hbo en wo studenten
- Mening van ouders over inspanningen van school voor ouderbetrokkenheid
Studiefinanciering gebruikers, bedragen en uitgaven
Studiefinanciering beslaat drie beleidsterreinen: Studiefinanciering, Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en Schoolkosten, en Lesgelden. U vindt hier onder meer wie in aanmerking voor studiefinanciering komen en voor hoeveel studiefinanciering. Er wordt in beeld gebracht wie studiefinanciering gebruiken en wat de uitgaven en ontvangsten van het ministerie van OCW aan studiefinanciering, tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten en lesgelden zijn.
- Studiefinanciering algemene informatie
- Studiefinanciering: normbedragen, gemiddeld uitgekeerde bedragen en studieschuld
- Gebruikers studiefinanciering
- Uitgaven en ontvangsten studiefinanciering
Onderwijspersoneel feiten en cijfers
Over het onderwijspersoneel vindt u onder andere gegevens over de werkgelegenheid naar verschillende kenmerken. Zo krijgt u inzicht in het aantal mensen (fte) dat werkzaam is in het onderwijs. Ook zijn er gegevens over het aantal leerlingen per leerkracht, de internationale mobiliteit van leraren, het ziekteverzuim, de arbeidsongeschiktheid en de werkloosheid in het onderwijs. De gegevens over lerarenopleidingen betreffen het toekomstige onderwijspersoneel.
- Personeelssterkte: aantal leraren per sector en leeftijdsverdeling van leraren per sector
- Leerlingleraarratio: gemiddeld aantal leerlingen per voltijdeenheid leraar
- Lerarenopleidingen: instroom en aantal gediplomeerden
- Ziekteverzuim in het onderwijs
- Internationale mobiliteit van leraren: aantal leraren die naar het buitenland vertrekken
- Arbeidsmarktpositie startende leraren in het po en vo
- Ontwikkeling van het aantal vacatures in het po, vo en mbo
- Werkloosheid in de onderwijssectoren
Onderwijsuitgaven
Onderwijs is een grote uitgavenpost op de Rijksbegroting. Naast de (Rijks)overheid besteden ook bedrijven, organisaties in het buitenland en huishoudens geld aan onderwijs. U vindt een overzicht van de uitgaven aan onderwijs per economische sector. Daarnaast worden de uitgaven voor onderwijs van het ministerie van OCW weergegeven en de totale onderwijsuitgaven van Nederland volgens de internationale definities voor onderwijsstatistieken van de OESO.
De verschillen en overeenkomsten in de cijfers en indeling van het ministerie van OCW en het Centraal Bureau voor de Statistiek over het hoger onderwijs worden toegelicht. Ten slotte vindt u een dashboard dat meerjarig inzicht geeft in de financiële gegevens uit de jaarrekeningen van alle Nederlandse onderwijsinstellingen die door OCW bekostigd worden.
- Totale uitgaven aan onderwijs naar economische sector
- Onderwijsuitgaven door OCW
- Nederlandse onderwijsuitgaven volgens OCW en OESO
- Verschillen OCW en CBS in cijfers en indeling van het hoger onderwijs
- Dashboard jaarrekening Nederlandse onderwijsinstellingen
Niet-bekostigd onderwijs
Naast het door de overheid gefinancierde onderwijs, telt Nederland een breed aanbod van opleidingen en cursussen die niet worden bekostigd door de overheid. U vindt op de pagina over deelnemers aan het niet-bekostigd onderwijs hoeveel personen een cursus of opleiding volgden in het niet-bekostigd onderwijs. Per kalenderjaar is de deelname per leeftijdsgroep in beeld gebracht.
Arbeidsdeelname per onderwijsniveau
Hier vindt u de arbeidsparticipatie per hoogst behaald onderwijsniveau in beeld. Daarnaast vindt u hier cijfers over de tevredenheid van afgestudeerden over de aansluiting tussen hun opleiding en de arbeidsmarkt.
Hoogst behaald onderwijsniveau
Dit kengetal gaat over de Nederlandse bevolking van 15 tot 75 jaar. Er wordt binnen het hoogst behaalde onderwijsniveau een onderscheid gemaakt naar vijf categorieën, namelijk de categorie basisonderwijs, de categorie vmbo, havo-, vwo-onderbouw en mbo1, de categorie havo, vwo en mbo2-4, de categorie hbo- en wo-bachelor en de categorie hbo- en wo-master of doctor. Daarnaast zijn cijfers beschikbaar over onderwijsniveau naar leeftijd en het aandeel hoogopgeleide 30- tot 35-jarigen naar geslacht.
Vertrouwen in instituties en mensen per opleidingsniveau
Jaarlijks wordt het vertrouwen gemeten dat mensen hebben in verschillende instituties en organisaties en in andere mensen. Opleidingsniveau en vertrouwen zijn doorgaans sterk positief gerelateerd. Hoogopgeleiden hebben relatief meer vertrouwen in overheidsinstanties, de pers en hun medemens dan laagopgeleiden. Hoogopgeleiden hebben daar tegenover wel minder vertrouwen in banken.