Internationale mobiliteit van leraren
Mobiliteit heeft betrekking op de internationalisering van het onderwijs. Hier vindt u informatie over het aantal leraren die naar het buitenland vertrekken. Op de website van Nuffic is er meer informatie te vinden over mobiliteit, zie de link onder 'Zie ook'.
Aantal leraren dat deelneemt aan internationale mobiliteit
Periode | Primair onderwijs | Voortgezet onderwijs | Totaal |
---|---|---|---|
2012 | 932 | 2963 | 3895 |
2013 | 868 | 2588 | 3456 |
2014 | 519 | 3877 | 4396 |
2015 | 712 | 1512 | 2224 |
2016 | 930 | 1148 | 2078 |
Deze grafiek geeft de mobiliteit weer van leraren die deelnemen aan internationale mobiliteit in het po en vo. Het totale aantal daalt jaarlijks. In 2014 was er eenmalig een stijging te zien.
Voorheen konden scholen met de Vios-regeling subsidie aanvragen voor internationale mobiliteit van docenten. Sinds het nieuwe programma (IPV) kan geen subsidie voor docentenmobiliteit meer worden aangevraagd. De VIOS-gegevens worden daarom niet meer geüpdate.
Zie ook de gerelateerde grafiek.
Mobiliteit | po en vo | mbo | ho | totaal |
---|---|---|---|---|
Uitgaande mobiliteit | 855 | 1367 | 1151 | 3373 |
Inkomende mobiliteit | 995 | 530 | 1507 | 3032 |
Erasmusplus is een Europees programma dat de mobiliteit van studenten en docenten wil bevorderen. In het schooljaar 2015-'16 gingen in het totaal 3373 medewerkers met een beurs van Erasmus+ naar het buitenland, waar ze een training volgden, les gaven of meeliepen met een docent. De populairste bestemmingslanden waren het Verenigd Koninkrijk, Finland en Duitsland. De inkomende mobiliteit bedroeg 2992 personen. Vaak uit het Verenigd Koninkrijk.