Uitgaven OCW

Sinds de publicatie van de cijfers over het jaar 2019, is er geen update meer geweest over de uitgaven aan onderwijs door het ministerie van OCW. Met o.a. de coronacrisis als oorzaak is het publiceren van deze cijfers stil komen te liggen. De inhaalslag is gemaakt en de cijfers van 2020 t/m 2022 zijn te vinden op de pagina. Verder is er gekozen voor een nieuwe rekenmethode waarbij het uitgangspunt is dat de berekening primair gebaseerd is op de cijfers in het jaarverslag. Hierdoor kan middels openbare informatie door eenieder herleid worden op basis van welke onderliggende bedragen de totale uitgaven zijn gedaan door het ministerie van OCW per sector.

Vanwege de nieuwe rekenmethode kan er een methodebreuk ontstaan in de trend vanaf 2019. Hierdoor zijn ter illustratie de cijfers van 2018 en 2019 zowel op basis van de oude methode als op basis van de nieuwe methode zichtbaar. Hierdoor kan de methodebreuk gevolgd worden en is de trend vanaf 2018 t/m 2022 consistent.

Tenslotte is een directe vergelijking tussen de sectoren van de uitgaven per deelnemer niet mogelijk omdat door verschillen in bekostigingssystematiek. 

Definitie:

Uitgaven PO - Onder deze cijfers vallen alle uitgaven die direct aan scholen en samenwerkingsverbanden passend onderwijs zijn gedaan in de basis-, extra en aanvullende bekostiging. Subsidies waarvoor scholen en samenwerkingsverbanden een aanvraag moeten doen worden daarin buiten beschouwing gelaten. Daarnaast worden ook betalingen aan gemeenten, uitvoeringsorganisaties en overige partners niet meegenomen.

Uitgaven VO - Onder deze cijfers vallen alle uitgaven die direct aan scholen en samenwerkingsverbanden passend onderwijs zijn gedaan in de basis- en aanvullende bekostiging. Subsidies waarvoor scholen en samenwerkingsverbanden een aanvraag moeten doen worden daarin buiten beschouwing gelaten. Daarnaast worden ook betalingen aan gemeenten, uitvoeringsorganisaties en overige partners niet meegenomen. (Uitgaven in het kader van de Maatschappelijke Diensttijd (MDT) worden vanaf 2023 gedaan via artikel 3 van de OCW-begroting. Bovenstaande teksten zullen dus niet op de realisatie van het jaar 2023 van toepassing zijn)

Uitgaven MBO – Onder deze cijfers vallen alle uitgaven die direct aan mbo-instellingen zijn gedaan, dit betreft zowel de lumpsum als de aanvullende bekostiging. (Deze definitie zal niet op de realisatie van het jaar 2023 van toepassing zjn. Vanaf 2023 zullen de subsidieregeling lob en doorstroom beroepskolom structureel worden toegevoegd aan de berekening. Deze middelen zijn bestemd voor de mbo-instellingen en dienen daarom meegenomen te worden in de berekening om een beter beeld te geven van de totale bekostiging.)  

Uitgaven HBO – Deze uitgaven zijn gebaseerd op het financieel instrument bekostiging in artikel 6 van de begroting van OCW, inclusief praktijkgericht onderzoek.

Uitgaven WO - Deze uitgaven zijn gebaseerd op het financieel instrument bekostiging in artikel 7 van de begroting van OCW, inclusief het wetenschappelijk onderzoek en het budget voor de werkplaatsfunctie van academische ziekenhuizen.

Uitgaven SF - De uitgaven aan studiefinanciering zijn vanaf 2018 gecorrigeerd voor de kasschuiven die hebben plaatsgevonden als vooruitbetalingen op het contract met de ov-bedrijven. In 2022 betekent dit een verschil van 90 miljoen met de uitgaven zoals opgenomen in het departementaal jaarverslag.

Beschikbaar: jaarlijks in mei

Publicatiedatum: 24 januari 2024

Bron: Departementale Jaarverslagen OCW

In de grafiek ‘uitgaven totaal’ is het opstellen van de uitgaven van alle sectoren als uitgangspunt genomen. Op basis hiervan kan geconcludeerd worden dat jaarlijks de totale OCW-uitgaven aan onderwijs stijgen.

Vanwege de nieuwe rekenmethode kan er een methodebreuk ontstaan in de trend vanaf 2019. Hierdoor zijn ter illustratie de cijfers van 2018 en 2019 zowel op basis van de oude methode als op basis van de nieuwe methode zichtbaar. Hierdoor kan de methodebreuk gevolgd worden en is de trend vanaf 2018 t/m 2022 consistent.

Bedragen zijn in lopende prijzen (werkelijk uitgegeven bedragen in een jaar).

De grafiek 'OCW-uitgaven totaal' maakt een vergelijking in de tijd mogelijk. De totale uitgaven in 2019 waren ongeveer €38 miljard en is in 2022 gestegen naar €46 miljard.

Definitie: De totale uitgaven van OCW aan het onderwijs is gebaseerd op de uitgaven per sector.

Beschikbaar: jaarlijks in mei

Publicatiedatum: 24 januari 2024

Bron: Departementale Jaarverslagen OCW

In het kengetal 'uitgaven per onderwijsdeelnemer' zijn als regel alle uitgaven op het beleidsterrein, bestemd voor het onderwijs aan de betreffende onderwijsdeelnemers aan de bekostigde instellingen, opgenomen.

Vanwege de nieuwe rekenmethode kan er een methodebreuk ontstaan in de trend vanaf 2019. Hierdoor zijn ter illustratie de cijfers van 2018 en 2019 zowel op basis van de oude methode als op basis van de nieuwe methode zichtbaar. Hierdoor kan de methodebreuk gevolgd worden en is de trend vanaf 2018 t/m 2022 consistent.

Bedragen zijn in lopende prijzen (werkelijk uitgegeven bedragen in een jaar).

De OCW-uitgaven per deelnemer maken binnen elke sector een vergelijking in de tijd mogelijk. Een vergelijking tussen onderwijssectoren is echter lastig te maken doordat de opbouw van de OCW-uitgaven per sector verschilt

Definitie: Het aantal studenten per sector is gebaseerd op de cijfers in het jaarverslag en niet (meer) op basis van de Refentieraming.

Beschikbaar: jaarlijks in mei

Publicatiedatum: 24 januari 2024

Bron: Departementale Jaarverslagen OCW