Personeelssterkte

Wat is de werkgelegenheidsontwikkeling van de afgelopen jaren? Hieronder komen achtereenvolgens aan de orde de ontwikkeling van de personeelsomvang, de ontwikkeling van het aandeel van leraren, van vrouwen en van ouderen in de totale formatie. Tot slot volgt de leeftijdsverdeling van leraren.

Personeelssterkte in fte per sector

Personeelssterkte in fte per sector x 1.000
POVOMBOHBOWO
2009138,886,94530,142,2
201013786,845,230,642,9
2011131,185,143,631,742,9
2012125,883,941,932,242,9
2013124,383,941,432,943,2
2014122,584,842,133,843,6
2015120,685,443,734,944,2
2016120,885,444,935,845,3
2017121,384,645,435,846,6
2018125,584,24636,147,5
2019127,883,946,237,249,5
2020128,883,447,338,552,3
2021133,786,14941,354,9
2022136,387,448,743,457,5
2023135,48847,543,7

In de afgelopen drie jaar is de personeelssterkte in alle onderwijssectoren min of meer toegenomen. Alleen in het primair onderwijs en in het middelbaar beroepsonderwijs was het laatste jaar sprake van een daling van de formatie. Relatief gezien was de groei vooral in het hoger beroepsonderwijs groot: 13,5 procent, maar ook in het wetenschappelijk onderwijs nam de personeelsomvang in twee jaar tijd met 9,9 procent toe (meer recente gegevens ontbreken).

Bron: DUO (Salarisadministraties van instellingen), VH (RAHO) en UNL (WOPI). Brontabel als csv (485 bytes)
Aandeel leraren in formatie per sector In procenten (op basis van fte's)
POVOMBOHBOWO
20097672,459,256,827,3
201075,67257,157,127,1
201175,771,957,257,727,2
2012767258,558,927,3
201376,272,158,827,9
201476,372,45961,128,1
201576,172,458,461,328,6
201675,972,458,261,629
201775,572,258,161,329,2
201874,271,957,961,529,5
201972,971,558,461,729,5
20207271,25861,529,8
202169,970,757,461,730,2
20226870,157,561,230,5
202367,269,757,161

In de meeste onderwijssectoren vormen leraren logischerwijs de grootste functiegroep. Het aandeel leraren in de totale formatie is het hoogst in het voortgezet onderwijs (69,7 procent in oktober 2023) en het laagst in het wetenschappelijk onderwijs (30,5 procent in december 2022). Dit laatste hangt samen met het feit dat op universiteiten niet alleen onderwijs wordt verzorgd, maar ook onderzoek wordt verricht. Het aandeel leraren is sterk afhankelijk van wie je meetelt als leraar en wie niet. Zo komen in het middelbaar beroepsonderwijs relatief veel instructeurs voor, die tot het overige personeel zijn gerekend.


 

Bron: DUO (Salarisadministraties van instellingen), VH (RAHO) en UNL (WOPI). Brontabel als csv (456 bytes)
Aandeel vrouwen in formatie per sector In procenten (op basis van fte's)
POVOMBOHBOWO
200976,443,848,14942
201076,844,748,649,942,7
201177,345,44950,543,3
201277,846,349,751,244
201378,347,149,544,5
201478,947,950,652,244,8
201579,648,651,352,645,2
201680,249,351,953,545,8
20178149,952,653,746,2
201881,550,653,454,146,8
201981,751,154,154,547,3
202081,951,954,955,148,1
202182,152,85655,248,8
202282,153,656,956,849,6
202382,15457,357,3

Het aandeel vrouwen in de formatie verschilt aanzienlijk tussen het primair onderwijs en de overige onderwijssectoren. In het primair onderwijs betreft van de totale formatie 82,1 procent een vrouw en van de leraren zelfs 84,4 procent (in oktober 2023). In alle sectoren met uitzondering van het primair onderwijs is het aandeel van vrouwen opnieuw toegenomen. Na jaren van groei bleef het percentage vrouwen in het primair onderwijs voor het tweede jaar op rij gelijk. Al jaren is sprake van een gestaag voortgaande feminisering van het onderwijs.

Bron: DUO (Salarisadministraties van instellingen), VH (RAHO) en UNL (WOPI). Brontabel als csv (462 bytes)
Aandeel 50-plussers in formatie per sector In procenten (op basis van fte's)
POVOMBOHBOWO
20093945,649,741,429
201039,94650,44229,6
201140,846,751,24229,5
201241,346,752,64229,7
201341,946,753,429,9
201441,946,553,242,430,2
201541,245,851,742,330,2
201639,945,250,542,530,1
201738,644,849,94329,8
201836,544,249,143,329,8
201935,443,548,643,829,3
202034,242,447,543,328,1
202132,640,645,541,927,5
202231,839,644,641,127,2
202331,138,744,541,6

Het aandeel ouderen in de formatie verschilt flink tussen de onderwijssectoren. Het aandeel 50-plussers is het hoogst in het middelbaar beroepsonderwijs (44,5 procent in oktober 2023) en het laagst in het wetenschappelijk onderwijs (27,2 procent in december 2022). In vooral het primair onderwijs, maar ook in het middelbaar beroepsonderwijs en voortgezet onderwijs, daalt het aandeel 50-plussers sinds 2012/2013. In het hoger beroepsonderwijs en het wetenschappelijk onderwijs daalt dit aandeel pas sinds kort, hoewel in het hoger beroepsonderwijs in het laatste jaar juist weer sprake was van een toename.

Bron: DUO (Salarisadministraties van instellingen), VH (RAHO) en UNL (WOPI). Brontabel als csv (462 bytes)

Personeelssterkte in fte's per (sub)sector

Personeelssterkte in fte's per (sub)sector x 1.000
200920102011201220132014201520162017201820192020202120222023
POTotaal138,8137131,1125,8124,3122,5120,6120,8121,3125,5127,8128,8133,7136,3135,4
BAO110,1108,1103,699,598,397,395,996,797,1100,9102,4102,7106,9108,7107,2
SBAO7,47,16,76,46,15,85,55,45,45,65,85,96,16,26,2
(V)SO21,421,720,82019,919,519,118,718,71919,620,120,721,322
VOTotaal86,986,885,183,983,984,885,485,484,684,283,983,486,187,488
MBOTotaal4545,243,641,941,442,143,744,945,44646,247,34948,747,5
HBOTotaal30,130,631,732,232,933,834,935,835,836,137,238,541,343,443,7
WOTotaal42,242,942,942,943,243,644,245,346,647,549,552,354,957,5
Brontabel als csv (745 bytes)

Leeftijdsverdeling van leraren per sector, 2023

Leeftijdsverdeling van leraren per sector, 2023 In fte's
POVOMBO
20 of jonger85,7126,34,4
21422,422021,5
22885,6475,344,9
231403,5773,5114,8
241779,21080,4208,3
252067,21274,7310
262236,41363,2354,2
2723951507,4460,3
282544,41572,6457,2
292557,41565,6566,2
302501,71578,9625,5
312516,81704664,6
322546,61714,3704,2
332554,71709,9741,8
342479,81756,6726,3
352536,41678,2777,4
362509,81641,8731,4
372611,61635,7728,7
382626,51551,3692,7
392558,61474,1691,1
402467,41514,3676,6
412595,71478,3672,3
422560,51486,5673,8
432534,61521,1673,2
4423121457,4597,6
452189,51479,3592,3
4620851371,1606,6
472028,51374,6585,6
481998,81402,6605,3
491889,71319,2598,1
501836,41340,5638,1
511812,61328,9665,5
5217401328,1641
531614,91267,4738,9
541558,81265,3719,4
551464,61267628,3
561574,11213,5660,5
571605,51230,6641
581677,41231,8686,8
591844,11368,7743,8
601751,31249,6752,8
611640,81291,2782,3
621600,31318,4727,9
631496,21244,4698,9
641319,11117,6674,6
65989750,8509,3
66572,1475,9266,8
67 of ouder248,7226,884,1

Deze figuur toont de leeftijdsverdeling van leraren in het primair onderwijs, in het voortgezet onderwijs en in het middelbaar beroepsonderwijs (inclusief groen onderwijs). Opvallend is dat de leeftijdsverdeling in het po schever is dan die in het vo en het mbo, dat wil zeggen er is een sterkere scheiding tussen jonge en oude leraren. In het vo en het mbo is de leeftijdsverdeling meer gelijkmatig.

Bron: DUO (Salarisadministraties van instellingen). Brontabel als csv (1 kB)