Studenten middelbaar beroepsonderwijs
Elk jaar wordt het aantal studenten in het mbo gemeten. Daarbij worden ook prognoses gedaan over het aantal mbo-studenten voor de komende jaren. De instroom en doorstroom van mbo’ers wordt ook met feiten en cijfers inzichtelijk gemaakt. De prestaties van mbo-studenten worden in kaart gebracht met cijfers over de verblijfsduur in het mbo, het aantal mbo gediplomeerden, het studiesucces binnen het mbo en de tevredenheid van mbo-studenten.
Leerweg en opleidingstype
In het mbo volgen ruim 476.000 studenten een opleiding. Hierin wordt een onderscheid gemaakt tussen de beroepsopleidende leerweg (bol) en de beroepsbegeleidende leerweg (bbl). Circa 70% van de mbo-studenten neemt deel aan bol en ongeveer 30% aan de bbl. Het aandeel bbl-studenten is in de afgelopen jaren iets toegenomen.
Ruim 60% van de mbo-studenten volgt een middenkaderopleiding (mbo 4). Op het entreeonderwijs zitten de minste mbo-studenten (mbo 1). De rest volgt een basisberoepsopleiding (mbo 2) of een vakopleiding (mbo 3).
Kenmerken mbo-populatie
Het mbo kent over het algemeen iets meer mannelijke dan vrouwelijke studenten. Ongeveer twee derde van de studenten die instromen komt direct uit het voortgezet onderwijs. De rest komt bijvoorbeeld vanuit de arbeidsmarkt.
Veruit de meeste studenten die instromen in het mbo zijn jonger dan 18 jaar. Zij volgen vaak een bol-opleiding. Het mbo trekt ook oudere studenten. Meer dan 10% van de studenten is op het moment van instromen ouder dan 25. Het merendeel van hen volgt een opleiding in de bbl.