Beleidsindicatoren Middelbaar Beroepsonderwijs 2025
Op deze pagina vindt u voor de OCW begroting van 2025 de beleidsindicatoren voor Middelbaar Beroepsonderwijs zoals gepubliceerd in de Beleidsagenda 2025.
Het ministerie van OCW geeft in haar begroting en verantwoording inzicht in de voortgang van de beleidsprioriteiten met beleidsindicatoren naar thema's die corresponderen met de thematische indeling van de Strategische Evaluatie Agenda (SEA). Per thema is een onderverdeling te maken in hoofd- en subdoelen en bijbehorende beleidsindicatoren daarbij.
De beleidsindicatoren voor Middelbaar Beroepsonderwijs maken onderdeel uit van de Werkagenda mbo waarin samen met sectorpartijen gewerkt wordt aan twaalf doelstellingen verdeeld over 3 prioriteiten; Kansengelijkheid, verbeteren aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt en onderwijs voor de toekomst.
Beleidsindicatoren bij het thema 'Een sterke basis en hoge kwaliteit'
We werken aan hoge kwaliteit in onderwijs, wetenschap, cultuur en media. We investeren in leerlingen en studenten zodat zij de basisvaardigheden taal, rekenen-wiskunde, digitale geletterdheid en burgerschap beter gaan beheersen.
Subdoel: Tevredenheid studenten
Subdoel: Kwaliteit basisvaardigheden onderwijs
Op dit moment ligt er in Nederland een grote maatschappelijke opgave op het gebied van basisvaardigheden: Nederlands, rekenen, burgerschap en digitale geletterdheid. Steeds meer mensen kunnen niet goed genoeg lezen of rekenen om mee te komen in onze maatschappij. Mbo-instellingen, het bedrijfsleven en de overheid gaan hier de komende jaren samen aan werken via de regeling kwaliteitsafspraken 2024-2027.
- Aandeel gediplomeerde studenten dat het getoetste examenniveau heeft gehaald voor Nederlands
- Aandeel gediplomeerde studenten dat het getoetste examenniveau heeft gehaald voor rekenen
Subdoel: Onderzoeks- en kennisnetwerken
Mbo wordt op het gebied van onderzoek en innovatie een volwaardige en gelijkwaardige partner in de onderzoeks- en kennisnetwerken.
Subdoel: Kwaliteit burgerschapsonderwijs
De kwaliteit van het burgerschapsonderwijs wordt verbeterd. Daarmee wordt bijgedragen aan de algemene vorming en basis van de student, bijvoorbeeld door ondersteuning bij het versterken van maatschappelijke, sociale en kritische denkvaardigheden. We verbeteren de kwaliteit van het burgerschapsonderwijs door het uitwerken van de burgerschapsopdracht, door in te zetten op de kwaliteit van docenten, het herijken van de kwalificatie-eisen burgerschap, het stimuleren van MDT, het versterken van de ondersteuningsstructuur en het in beeld brengen van de burgerschapscompetenties van studenten.
- Kwaliteit burgerschapsonderwijs
- Beheersing burgerschapscompetenties mbo-studenten. Deze indicator is in ontwikkeling, verwacht in 2026
Beleidsindicatoren bij het thema 'Sociale veiligheid en gelijke behandeling'
OCW werkt aan sociale veiligheid en gelijke behandeling zodat iedereen in Nederland op een vrije en volwaardige manier kan deelnemen aan de samenleving.
Subdoel: Studentenveiligheid
We versterken de (integrale) veiligheid op scholen en leerbedrijven.
- Aandeel mbo-studenten dat zich veilig voelt op school
- Aandeel mbo-studenten dat zich veilig voelt tijdens de bpv
Beleidsindicatoren bij het thema 'Aanpak Lerarentekort'
Om de kwaliteit en de continuïteit van het onderwijs te waarborgen moeten we samen zorgen voor voldoende leraren en schoolleiders die goed zijn opgeleid, hun vakkennis bijhouden en met plezier in een aantrekkelijke omgeving werken.
Subdoel: Verbeteren van de aantrekkelijkheid van beroep en verminderen van uitval van startend personeel
Werken in het mbo is aantrekkelijk en uitval van startend onderwijspersoneel vermindert. Er zijn voor hen voldoende mogelijkheden zich te ontwikkelen en professionaliseren.
We zorgen ervoor dat werken in het mbo aantrekkelijk is met voldoende carrièreperspectief voor onderwijspersoneel. Alle medewerkers in het mbo, waaronder specifiek docenten en andere onderwijsgevenden, hebben voldoende mogelijkheden zich te ontwikkelen en professionaliseren. Mbo-scholen dragen zorg voor loopbaanbeleid (en formatiebeleid) binnen de mbo-school.
We verminderen de uitstroom van startend onderwijspersoneel. Scholen zorgen voor voldoende begeleiding en ondersteuning van startend onderwijspersoneel, zodat zij een goede start kunnen maken in hun onderwijsloopbaan en behouden blijven voor de mbo-sector.
Beleidsindicatoren bij het thema 'Iedereen is nodig'
We hebben elk talent nodig om Nederland draaiende te houden en iedereen moet zo goed mogelijk mee kunnen doen in de samenleving, ook in het kader van welzijn voor iedereen. Ons onderwijs bereidt kinderen en jongeren daarop voor.
Subdoel: Verminderen uitval
Het Nederlandse onderwijs is erop gericht om iedereen een gelijke kans te bieden om hun opleiding succesvol af te ronden en een duurzaam bestaan op te bouwen. Elke student moet een gelijke kans krijgen om zijn of haar talenten en capaciteiten via de beroepsgerichte route zo goed mogelijk te ontwikkelen. We vinden het dan ook belangrijk dat de in- en doorstroom in het beroepsonderwijs voor jongeren soepel gaat. Mbo-instellingen, het bedrijfsleven en de overheid gaan hier de komende jaren samen aan werken via de regeling kwaliteitsafspraken 2024-2027.
Subdoel: Versterken aansluiting bij doorstroom
We willen stimuleren dat studenten die starten met een mbo-opleiding ook hun diploma halen. Dat doen we door hen te helpen een goed overwogen hun studiekeuze te maken, door goede voorlichting en begeleiding tijdens de opleiding en door aandacht voor studentenwelzijn.
We versterken de beroepsgerichte route. Dit doen we door het steunen van vmbo, mbo en hbo-scholen om te zorgen voor een naadloze aansluiting wanneer studenten verwant doorstromen. We stimuleren in- en doorstroom in de beroepskolom, zodat iedereen de kans krijgt hun leerpotentieel optimaal te benutten. Het volgen van beroepsonderwijs is een positieve keuze. Er ontstaat weer maatschappelijke waardering voor het beroepsonderwijs. Mbo-instellingen, het bedrijfsleven en de overheid gaan hier de komende jaren samen aan werken via de regeling kwaliteitsafspraken 2024-2027.
Subdoel: Laaggeletterdheid
Het mbo draagt bij aan het verminderen van laaggeletterdheid, door te investeren in scholingsprogramma’s voor laaggeletterden.
- Deelname aan onderwijsaanbod voor laaggeletterden.
Deze indicator is in ontwikkeling, volgt
Subdoel: Passende stage
Studenten in het mbo krijgen een kwalitatief goede stageplek of leerbaan die aansluit bij de opleiding en ontwikkelingsbehoefte van de student. We bannen stagediscriminatie uit en studenten krijgen een passende vergoeding.
- Aandeel studenten dat moeite had om een stage/leerwerkplek te vinden naar achtergrondkenmerken
Deze indicator is in ontwikkeling, volgt
Subdoel: Begeleiding stage en overstap naar werk
In de Werkagenda en het Stagepact zijn afspraken gemaakt over intensievere begeleiding tijdens de BPV door school en leerbedrijf. Studenten die tevreden zijn over de begeleiding zullen minder uitvallen en hebben grotere kans hun opleiding succesvol af te ronden omdat ze de begeleiding krijgen die ze nodig hebben.
We versterken de begeleiding in het onderwijs en bij de stap van school naar werk of vervolgopleiding (met name voor niveau 2 studenten). Scholen bieden nazorg aan de studenten die dit nodig hebben. Tegelijkertijd krijgen gemeenten een rol bij het ondersteunen van kwetsbare schoolverlaters naar werk. Het vaststellen van de benodigde ondersteuning begint al in het laatste schooljaar in samenwerking met school, jongere en zo mogelijk leerbedrijf/werkgever.
Subdoel: Aansluiting arbeidsmarktbehoefte
Met de Werkagenda mbo en het Stagepact zetten we in op het verbeteren van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Mbo-studenten zijn momenteel zeer gewild bij werkgevers: van de mbo-afgestudeerden heeft circa 80% binnen drie maanden een baan, en de tevredenheid willen we zo houden.
Subdoel: Kansrijke studiekeuze
Studenten maken weloverwogen keuze voor een opleiding richting een kansrijk beroep. De opleiding biedt hen perspectief op een duurzame plek en op bestaanszekerheid. Bij- en omscholingsmogelijkheden via het mbo worden geboden door publieke en private mbo-opleiders.
Het mbo draagt bij aan de arbeidsmarktinfrastructuur waarbij de overgang van werk-naar-werk en van uitkering-naar-werk wordt gestimuleerd door het bieden van scholingsmogelijkheden. De mbo-sector draagt bij aan het (op maat, modulair en via BBL) bij- en omscholen van werkenden en werkzoekenden. We richten onze aandacht hierbij specifiek op de maatschappelijke opgaven woningbouw, zorg, onderwijs, klimaat en energie, veiligheid, kinderopvang en digitalisering (waar maatschappelijk relevant).
Subdoel: Bij- en omscholen van werkenden en werkzoekenden
Bij- en omscholen van werkenden en werkzoekenden voor de maatschappelijke opgaven. Werkgevers en mbo-scholen maken hier samen afspraken over, in het kader van samenwerking in de LLO-Katalysator en met benutting van de subsidieregeling praktijkleren.
De mbo-sector draagt bij aan het (op maat, modulair en via BBL) bij- en omscholen van werkenden en werkzoekenden. We richten onze aandacht hierbij specifiek op het stimuleren van de BBL. Er komt een regionaal BBL-aanbod afgestemd op wat zij-instromers al kennen en kunnen.
- Het aantal studenten dat een opleiding volgt voor bij- of omscholing (instromers van 25 jaar en ouder), uitgesplitst naar sector
- Het aantal studenten dat hun diploma haalt via de BBL, waaronder zij-instromers (geïdentificeerd o.b.v. leeftijd 25+) en de overstappers vanuit de BOL
Subdoel: Studentenwelzijn
We verbeteren het studentenwelzijn en versterken de (integrale) veiligheid op scholen en leerbedrijven. We vergroten de toegankelijkheid van het mbo voor studenten, met een ondersteuningsbehoefte. We maken het mbo inclusiever. Mbo-instellingen, het bedrijfsleven en de overheid gaan hieraan de komende jaren gezamenlijk werken zoals afgesproken in de Werkagenda mbo en het Stagepact.