Publicatie OESO rapport Education at a Glance 2024

Het jaarlijkse rapport Education at a Glance (EAG) van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) bevat gegevens over onder andere de structuur, financiën en prestaties van het onderwijs in de OESO-landen. Het rapport biedt waardevolle informatie over de positie van het Nederlandse onderwijsstelsel en geeft inzicht in belangrijke (internationale) trends.

In het EAG-rapport (Education at a Glance 2024) ligt de focus op het thema gelijkwaardigheid in het onderwijs. Het volledige rapport is beschikbaar op de website van de OESO.

Toegankelijkheid en overgangen in het onderwijs

Hoewel de toegankelijkheid van het onderwijs in Nederland over het algemeen goed is, blijkt uit het rapport dat er nog ruimte voor verbetering is. Zo zijn er grote verschillen in de deelname aan voorschoolse educatie tussen kinderen uit verschillende inkomensgroepen. In 2022 ging 73% van de Nederlandse kinderen tussen de 0 en 2 jaar naar de kinderopvang. Hoewel dit percentage hoger is dan in de meeste OESO-landen, zijn er grote verschillen tussen inkomensgroepen: kinderen uit de hoogste inkomensgroep gaan aanzienlijk vaker naar de kinderopvang (88%) dan kinderen uit de laagste inkomensgroep (54%). Deze ongelijkheid benadrukt het belang van toegankelijke en betaalbare kinderopvang om gelijke kansen te creëren, al vanaf jonge leeftijd.

Bekijk EAG cijferinformatie over;

Salaris van leraren

Het rapport laat ook zien dat Nederlandse leraren relatief goed verdienen in vergelijking met hun collega's in andere OESO-landen. Ze verdienen gemiddeld 78% (primair onderwijs) tot 85% (voortgezet onderwijs) van het salaris van andere hoogopgeleiden in Nederland. In andere OESO-landen liggen deze percentages tussen de 81% en 88%. Dit aantrekkelijke salaris kan helpen bij het aantrekken en behouden van gekwalificeerde leraren, wat essentieel is voor het waarborgen van de onderwijskwaliteit.

Bekijk EAG cijferinformatie over;

Eigen financiële bijdrage

Een positief punt, maar ook hier schuilt een uitdaging: de eigen financiële bijdrage van huishoudens aan het onderwijs verschilt sterk per onderwijstype. In het primair onderwijs is deze bijdrage met 1% van de totale uitgaven relatief laag, maar in het hoger onderwijs en de voorschoolse educatie is deze met 13% aanzienlijk hoger. Dit kan een belemmering vormen voor toegang tot deze vormen van onderwijs, met name voor gezinnen met een lager inkomen. Het is belangrijk om de financiële toegankelijkheid van onderwijs te waarborgen, zodat iedereen gelijke kansen heeft om zich te ontwikkelen.

Bekijk EAG cijferinformatie over;

Uitgaven aan onderwijs

Ondanks deze uitdagingen investeert Nederland aanzienlijk in onderwijs. In 2021 bedroegen de totale uitgaven aan onderwijsinstellingen in Nederland 5,4% van het bruto binnenlands product (bbp). Dit is iets hoger dan het OESO-gemiddelde van 5,1% en het EU-gemiddelde van 4,5%. Dit toont aan dat er een sterke politieke wil is om een kwalitatief hoogstaand en toegankelijk onderwijssysteem te behouden en verder te ontwikkelen.

Het EAG-rapport 2024 onderstreept het belang van voortdurende inspanningen om gelijkwaardigheid in het onderwijs te bevorderen. Het biedt waardevolle inzichten die kunnen bijdragen aan het debat over hoe we ervoor kunnen zorgen dat ieder kind, ongeacht diens achtergrond, de kans krijgt om hun talent volledig te benutten.

Bekijk EAG cijferinformatie over;